U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Catharina van Wamel

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Catharina van Wamel werd op 23 augustus 1745 in Vlierden aangeklaagd wegens bedelarij. Ze trok al bedelend onder de schuilnaam Caat Moulart door de Peeldorpen. Ze was naar eigen zeggen 40 jaar oud, geboren te Dordrecht en kantwerkster van beroep.


Op maandag 19 augustus 1745 werd rond een uur 's middags de ongeveer 30 jaar oude Maria Hendriks bij het huis van haar zwager Leendert Teunis Verhees in Deurne door Kaatje aangesproken. In eerste instantie vroeg ze de weg naar Venlo. Toen Maria van haar wilde weten wat ze in Deurne te zoeken had antwoordde ze:

Omdat het hier soo goede dorp was en geerne om soude gaan om wat gelt te hebben om naalden, spellen en lint etc. te koopen, en dat de schoijers van Helmond haar geseijt hadden dat het hier soo goede dorp was, dat wel twee schillingen 's morgens vroeg haalden, eer den overleeden drost op was.

Maria raadde de bedelaarster aan om naar de president of naar schepen Joost de Vet te gaan om toestemming tot het bedelen te vragen. Kaatje antwoordde daarop:

Willen se geen permissie geven, ik sal dan evenwel morgen vroeg gaan bedelen; ik ben een soldaatevrouw en heb vijf kinderen en mijn man leijt in Sas van Gent.

Op 23 augustus 1745 werd ze in Vlierden in de boeien geslagen en gevangen gezet. Ze bleek ook al in Erp en Aarle gebedeld te hebben.

De strafeis van drossaard Petrus de Jong op 14 september 1745 luidde als volgt:

Mijne Heeren Schepenen, ingevolge haer Hoog Mogenden placcaet[1] van den 17den april 1738 regt doende, verklaren, dat de gedetineerde ter saeke die op den 16den en 17den augustij 1745 binnen de Heerlijckheijt Vlierden, op onwaarachtig voorgeven gebeedelt en aalmoesen ontfangen heeft, sal werden gebragt ter plaetse alwaer dat alhier gewoon is crimineele justitie te doen en aldaer, andere ten exempele met roede gegeeselt en dat deselve als dan de Heerlijckheit sal moeten verlaeten sonder daer weder in te comen, op peene van andere straffe.

Nadat enkele Vlierdense vaklieden in een paar dagen tijd een schavot gemaakt hadden werd zij op 18 september 1745 gegeseld en uit Vlierden verbannen.

Later diende de Vlierdense drossaard bij de Staten-Generaal een verzoek in om hem door de raad en rentmeester-generaal der domeinen 100 gulden te laten uitbetalen als tegemoetkoming in de gemaakte executiekosten.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Dit is een wettelijk voorschrift van de Staten Generaal