U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Cornelis Voets (1868-1936)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Cornelis Voets
Persoonsinformatie
Volledige naam Cornelis Voets
Geboorteplaats Schijndel
Geboortedatum 2 november 1868
Overl.plaats Someren
Overl.datum 12 oktober 1936
Partner(s) ongehuwd
Beroep(en) klompenmaker, houtsnijwerker, maker van volkskunst

Cornelis Voets (1868-1936) was een Somerense klompenmaker, houtsnijwerker en maker van volkskunst, die door Hendrik Wiegersma werd verzameld.


Op 7 april 1887 verhuisde hij vanuit Beek en Donk met zijn ouders Jacobus Voets (Raamsdonk 1835-1891 Someren) en Catharina Tegenbosch (Erp 1830-1912 Someren) naar Someren.

De jongen was stokdoof. Hij leerde het klompenmakersvak bij Van der Vleuten in Mierlo. Later had hij zijn werkplaats op het erf van de boerderij Heesterdijk 13 te Someren, waar hij met zijn eveneens ongetrouwde broer Jan inwoonde bij zijn zuster, die getrouwd was met Willem van Kol.

Behalve de gewone klompen en melkstoeltjes maakte Cornelis ook zondagse blokken (klompen), versierd met leeuwenkoppen, paardehoofden of voorstellingen die een beeld weergeven van de bezitter, zoals de blokken voor Driek Kemps, kerkmeester te Vlierden, die hij sierde met het beeld van de kerk.

Voor zichzelf sneed hij op een goede dag klompen in de vorm van grote blote voeten die sensatie verwekten toen hij ermee - rond Kerstmis - in de verse sneeuw door het dorp wandelde. Voor maagklachten kwam Cornelis Voets bij dokter Wiegersma, "de Wieger". Hij had voor die gelegenheid zijn mooi besneden klompen aangetrokken die al direkt bij zijn binnenkomst grote indruk op de dokter maakten. Hij stelde meteen de vraag wie deze "wonderen" had gemaakt. "Ikke" zei Comelis en toonde ook meteen de tabaksdoos die hij bij zich droeg. Na veel heen en weer gepraat kon de dokter de doos voor 25 gulden en een belofte van levenslange vrije doktershulp aan zijn collectie toevoegen. Men kan deze doos nu nog zien op de tentoonstelling als prachtig voorwerp van volkskunst uit onze regio.

De voorstellingen gesneden aan beide zijden van een in boekvorm gesneden doos zijn: de jager met zijn hond in het veld met wild en de uitdrijving uit het paradijs: een vrij veel voorkomende voorstelling in de Volkskunst: "Een nostalgisch verlangen naar een betere wereld die er was maar verloren is." Enkele jaren later gaf dokter Wiegersma Cornelis Voets nog een opdracht tot het snijden van een herdersstaf, iets dat naar zijn weten in Brabant niet voorkwam, terwijl de breischeden, in bezit van de schaapherders zo rijk versierd waren. Deze herdersstaf heeft min of meer dezelfde compositie als een wandelstok van Voets, eerder aan zijn collectie Volkskunst toegevoegd, alleen het portret dat de staf kroont is expressionistischer van aard en staat in sterk contrast met de bekroning van de wandelstok.

De tengere man met de donkere ogen kwam nog vaak bij de dokter op bezoek. Hij zal niet hebben vermoed dat de voorwerpen die hij maakte nu nog onderwerp van gesprek zijn en als voorwerpen van kunst worden beschreven en tentoongesteld in het gemeentemuseum "de Wieger" waar hij eens zo welkom was.