Dinghuis (gerechtsgebouw)
Het Dinghuis was een "neerhuijs" (bijgebouw) van het Groot Kasteel en rond 1635 in gebruik als (ge-)dinghuis (gerechtsgebouw), een plaats waar de dorpsregenten en de Heer van Deurne vergaderden en recht spraken.
Rogier van Leefdael (1617-1699), Heer van Deurne tussen 1653 en 1699, hield zijn vergaderingen met zijn medebestuurders in het Dinghuis "alwaer hij niet alleenen, maer ook mevrouwe zijne gemaele mede in vergadering compt sitten".
In 1661 beklaagden de Deurnese bestuurders zich hierover bij de Staten-Generaal in Den Haag. Men verschilde van mening met Van Leefdael over de plaats waar "genechten" (rechtsgedingen) en andere vergaderingen gehouden dienden te worden. In zijn verweer verwees Van Leefdael naar het feit dat de vergaderingen al "25 jaeren" in het het "neerhuijs" hadden plaatsgevonden.
Andere, uit de geschiedenis bekende, vergaderplaatsen sinds het begin van de 14e eeuw waren onder andere het Groot Kasteel, de Sint-Willibrorduskerk aan de Markt in Deurne en "onder de lindeboom voor het Dinghuis". Voor bestuurlijke zaken werd doorgaans vergaderd in een boerderij op het Derp.
Bij een restauratie in de jaren '60 van de 20e eeuw heeft men de gevels ingrijpend aangepast. Hierdoor zijn de historische deur- en raampartijen verdwenen.