U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Drieluik van Wiegersma

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Het Drieluik van Wiegersma (Triptiek) hangend in de St.-Willibrorduskerk van de oude parochie in Deurne-centrum. Bij het drieluik hoort ook een predella maar dat is hier niet aanwezig.
Foto: collectie Harry Keijsers
Het Drieluik van Wiegersma hier rustend op het bijbehorende predella.
Foto: collectie Frans Gloudemans
Achterzijde van het drieluik van Hendrik Wiegersma.
Links de heilige Wigardus en rechts de heilige Petronella.
Foto: collectie Ties Verhees

Het iets meer dan zeven meter brede drieluik (triptiek) van Wiegersma hangt sedert 29 juni 1965 in de St.-Willibrorduskerk van de oude parochie in Deurne-centrum.


Ontstaan en presentatie

Vier jaar lang, van 1951 tot 1955, werkte Hendrik Wiegersma, zonder dat daar een opdracht toe was, aan zijn magnum opus. Het werd in 1955 gepresenteerd in het Museum voor Nieuwe Religieuze Kunst in Utrecht, te midden van 44 andere schilderijen en 20 tekeningen van zijn hand.

Het triptiek is 195 cm hoog. Het middenpaneel is 320 centimeter en de zijluiken zijn 145 centimeter breed. Christus wordt, met lam en zetelend tussen veertien apostelen (met hun attributen) op board afgebeeld. Op het bijbehorende predella links en rechts een engel met schaal waarop druiven en aren en in het midden een mand met brood en een vis.

Wiegersma nam de vrijheid om ook de evangelist Paulus en met de gevallen apostel en Jezus-verrader Judas met gebroken nimbus ook diens opvolger de apostel Mattias af te beelden.

De twee heiligen die hij aan de achterzijde van de twee zijluiken van het triptiek schilderde, de heilige Wigardus en de heilige Petronella, verwijzen naar de maker en zijn vrouw Nel.

Voorstelling

Gezien van links naar rechts zijn op het triptiek afgebeeld:

Jacobus de Meerdere (feestdag 25 juli)

Jacobus de Meerdere is een broer van de evangelist Joannes. Zij waren zonen van Zebedeus, een welgesteld visser uit Galilea. Christus noemde hen boanerges, dat wil zeggen zonen van de donder. Hun grootmoeder was Anna Joachim, de moeder van de Heilige Maagd, die dus hun tante was. Hij was de eerste bisschop van Jeruzalem en stierf voor Christus de marteldood als eerste van de apostelen en wel in het jaar 42 (zie Handelingen hoofdstuk 12 vers 2). Vanwege zijn onthoofding wordt hij afgebeeld met een zwaard. Volgens sommigen werkte hij in Spanje. Compostella is een van de grote bedevaartplaatsen ter ere van Jacobus.

Mattias (feestdag 24 februari)

Pas na de Hemelvaart werd hij geroepen tot apostel om de plaats van Judas, die Christus verraden heeft, in te nemen. Hij was een van de 72 leerlingen die omgang hadden met Christus. Hij preekte in Ethiopië en stierf daar de marteldood. Meestal wordt hij afgebeeld met een bijl, soms met een lans, zwaard of hellebaard.

Andreas (feestdag 30 november)

Deze apostel is een broer van Petrus Niger. Hij is afkomstig uit Betsaida bij het Meer van Genesareth. Met Joannes sloot hij zich als eerste bij Christus aan. Hij preekte het evangelie langs de Donau, in Klein-Azië en rond de Zwarte Zee. Hij stierf de marteldood door kruisiging. Van deze apostel stamt het zogenaamde Andreaskruis, waarmee hij wordt afgebeeld.

Barthlomeus (feestdag 24 augustus)

Hij was een zoon van Tholmai; soms wordt hij Nathanael genoemd; afkomstig uit Cana in Galilea. Batholomeus was de grote vriend van Thomas. Hij werkte vooral in India en Ethiopië. Hij stierf de marteldood voor Christus. Volgens sommigen werd hij levend gevild; vandaar dat hij wordt afgebeeld met een kort mes. Door Christus zelf wordt Bartholomeus (Nathanael) genoemd de vera Israëlita in wie geen bedrog is (zie Joannes hoofdstuk 1 vers 47).

Judas Thaddeus (feestdag 28 oktober)

Deze apostel wordt ook genoemd Lebbeus. Hij was een zoon van Maria Cleophas en Alpheus, evenals Thomas en Jacobus de Mindere. Hij behoort tot de Broeders des Heeren. Hij predikte het geloof in Syrië en Armenië en stierf daar de marteldood. Hij schreef een brief die voor ons bewaard is gebleven (de brief van Judas is bekend om zijn praktische inslag). Judas Thaddeus werd begraven in Beiroet.

Paulus (feestdag 30 juni)

Zijn joodse naam is Saulus. Paulus komt voor de eerste keer voor bij de steniging van Stephanus (Handelingen hoofdstuk 7 vers 58). Paulus is geboren in Tarsus, was Romeins burger en opgevoed in de Joodse godsdienst met een grote eerbied voor de Wet. Door Christus zelf wordt hij tot apostel geroepen op weg naar Damascus toen hij de christenen daar gevangen wilde gaan nemen (Handelingen hoofdstuk 9). Zij werkterrein was de hele toenmalige bekende wereld. Hij stierf de marteldood te Rome onder keizer Nero in het jaar 67 en wel door het zwaard. Van Paulus zijn ons veertien brieven bewaard gebleven die in gedeelten regelmatig gelezen worden in de epistels van de eucharistieviering.

Petrus (feestdag 29 juni)

Ook wel Simon genaamd. Hij was een zoon van Jonas en broer van Andreas. Voordat hij tot apostel geroepen werd, was hij leider van een vissersbedrijf in Kafarnaüm. Petrus werd geboren in Betsaïda aan het Meer van Genesareth. Als werkterrein had hij Palestina en later Rome. Hij wordt afgebeeld met de (hemel)sleutels. Hij stierf de marteldood onder Nero door kruisiging met het hoofd naar beneden in het jaar 67-68. Van deze eerste paus zijn twee brieven bewaard gebleven. Petrus werd begraven op de plaats waar op nu de Sint-Pieterkerk in Rome staat. Petrus was reeds getrouwd voordat hij apostel werd. Zijn vrouw heette Concordia en een dochter van hem Petronilla.

Joannes (feestdag 27 december)

Van afkomst was hij joods en een broer van Jacobus de Meerdere. Samen met Andreas was hij de eerste die zich op getuigenis van Johannes de Doper bij Christus aansloot (Johannes hoofdstuk 50 vers 35 en volgende). Johannes noemde zichzelf graag de geliefde leerling. Na de kruisdood van Christus verbleef hij veel in Samaria en Jeruzalem. Later ging hij naar Efese en Rome. Hij werd gemarteld, Sint-Jan in de olie, maar blijft ongedeerd. Hij werd verbannen naar het eiland Patmos, waar hij het boek Openbaringen of Apocalyps schreef. Terug van de ballingschap schreef hij te Efese zijn evangelie. Hij stierf hoogbejaard in het jaar 100. Op geen enkele afbeelding draagt Johannes de apostel een baard, wat alle andere apostelen wel doen. Na de dood van Christus werd Johannes de verzorger van Maria (zie Johannes hoofdstuk 19 vers 25).

Filippus (feestdag 11 mei)

Hij werkte te Betsaïda aan de overzijde van de Jordaan. Ook Andreas en Petrus werkten hier bij het Meer van Galilea. Philippus werd door Christus persoonlijk uitgenodigd hem te volgens. Het werkterrein van deze apostel is onbekend. In Hierapolis werd hij gekruisigd onder keizer Domitianus.

Simon (feestdag 28 oktober)

Hij wordt dikwijls de ijveraar of de Zeloot genoemd. Simon wordt genoemd de broeder des Heeren. Hij was lid van de Joodse nationalistische partij, vandaar de naam Zeloot. Hij was een zoon van Maria Cleophas en Alpheus en dus een broer van Jacobus de Mindere en Thomas. Als tweede bisschop van Jerusalem stierf hij de marteldood door kruisiging onder keizer Trajanus te Jeruzalem. Hij wordt afgebeeld met een zaag omdat hij volgens sommigen doormidden gezaagd zou zijn.

Thomas (feestdag 21 december)

Hij wordt genoemd Didymus wat tweeling betekent. Hij was een tweelingbroer van Mattheus en een broer van Jacobus de Mindere en was afkomstig uit de provincie Galilea. Thomas draagt de naam de ongelovige (zie Johannes hoofdstuk 20 vers 24 en volgende). Zijn werkterrein lag vooral in Voor-Indië (Thomas-christenen). Te Edessa stierf hij de marteldood toen hij met lansen doorstoken werd. Hij wordt afgebeeld met de attributen van de bouwvakkers wiens patroon hij is.

Jacobus de Mindere (feestdag 11 mei)

Zijn feest wordt gevierd samen met dat van de heilige Filippus. Hij wordt genoemd de rechtvaardige. Als zoon van Maria Cleophas en Alpheus is hij een broer van Thomas en Simon en behoort hij bij de broeders des Heren. Na de dood van Jacobus de Meerdere werd hij hoofd van de christengemeente te Jeruzalem. Daar werd hij tijdens het Paasfeest op aanstichting van hogepriester Annas gestenigd en werd hem de schedel ingeslagen.

Matheus (feestdag 21 september)

De tweede naam voor deze apostel is Levi. Mattheus is een zoon van Maria Cleophas en Alpheus, dus een broer van Jacobus de Mindere. Christus riep hem weg van het tolhuis waar hij tollenaar was om hem tot apostel te maken (Matheus hoofdstuk 9 vers 9). Matheus schreef een van de vier ons nagelaten evangeliën. Hij werkte vooral in Palestina, later in Ethiopië, waar hij de marteldood stierf door het zwaard. Staande voor het altaar werd hij doorboord. Zij relieken rusten in Salerno.

Judas Iskariot

Judas was afkomstig uit Kariot, een plaatsje in de buurt van Jeruzalem. Hij is de enige apostel die uit Judea afkomstig is. De anderen komen allen uit Galilea. Hij verraadde met een kus zijn meester aan de Joodse Raad en zijn aanhang. Daarna verhing hij zich met een strop (zie Matheus hoofdstuk 27 vers 3). Hij wordt steeds afgebeeld met een geldbuidel en een strop.

Hendrik Wiegersma was de eerste die Judas afbeeldde met een gebarsten aureool. In plaats van Judas Iskariot kwam later Matheus bij het college van apostelen.

Schenking

Na de expositie in Utrecht ging het schilderij in 1955 terug naar het groot atelier van De Wieger, waar het ook gemaakt was. Daar zou pastoor Van Dinter hem gevraagd hebben of het schilderij niet in de kerk geplaatst kon worden, waarop Wiegersma er honderdduizend gulden voor vroeg. Tien jaar later zou Wiegersma op dezelfde vraag van de pastoor geantwoord hebben: Ge kunt het krijgen.

Het kunstwerk werd door Wiegersma voor onbepaalde tijd en om niet aan de kerk in bruikleen gegeven. In de bruikleenovereenkomst was onder meer bepaald: Aan het altaar zal niets gewijzigd of veranderd mogen worden, noch zal aan het altaar iets toegevoegd of verminderd mogen worden.