U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Everaerdt van Eijck

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Everaerdt van Eijck
Persoonsinformatie
Volledige naam Everaerdt van Eijck
Roepnaam Evert
Partner(s) Josina de Grevenbroeck

Everaerdt van Eijck was een telg uit een rooms-katholieke familie die op het kasteel Op Strijp te Aarle woonde. Hij was door koop eigenaar van de boerderij met het latere adres Heitveldweg 9 op de Achterste Beersdonk in Vlierden.


Van Eijck moet omstreeks 1600 geboren zijn. Hij huwde in 1627 te Oirschot met Josina de Grevenbroeck. Uit dit huwelijk werden minstens de volgende kinderen geboren:

  1. Floris;
  2. Clara Heijlwich;
  3. Mechteld van Eijck, huwde met Lodewijk van Wijnbergen (circa 1620-1660).

Achtereenvolgens waren Floris, Clara Heijlwich en de zoon van Mechteld erfgenamen van zijn grondbezit. De hoeve op de Achterste Beersdonk kwam door het ongehuwd blijven van zowel Floris als Clara Heijlwich uiteindelijk aan de nazaten van Mechteld toe. Ook het kasteeltje op Strijp vererfde in die lijn.

Bezit in Vlierden[bewerken | brontekst bewerken]

Op 22 januari 1632 bekende Peter Anthonis van Boeckel betaald te zijn door de drie kinderen van Anthonis Jan Ansumps, alias Kuenen, voor de verkoop van zijn vierde deel uit de goederen, nagelaten door wijlen zijn vader Anthonis van Boeckel, staande en gelegen op de Beersdonck te Vlierden.[1] Een half jaar later worden de goederen die Anthonis Jan Anssems op de Beersdonk, verkocht. De vier oudste kinderen van Anthonis verkochten, als erfgenamen van hun vader, op 28 september 1632 een hoeve met schuur en schaapskooi, met 36 lopense akkerland en 7 of 8 koeweiden weiland, alsmede 50 eikenbomen en ander houtgewas, aan jonker Everaerdt van Eijck en Willem van den Kerckhove [2]. Goert Peeters was pachter op deze boerderij, de Groote Beerdonck. Tevens verkochten zij een hoeve met huijsinge, bakhuis en schop, 20 eikenbomen en 23 lopense akkerland, genaamd de Cleijn Beerdonck. Anna, weduwe van Matthijs Janssen, was de pachtster.[3] Geertruijt, de weduwe van Willem van den Kerckhove, verkocht haar helft - de andere helft was uiteraard van Van Eijck - op 4 maart 1638 aan jonkheer Adam Bocxen [4] De akte bevat een uitgebreide beschrijving van percelen die tot beide hoeven behoorden.[5]

De beide hoeven, de Grote en de Kleine Beersdonk, vonden we tot voor enkele jaren nog terug in het gebied. De Grote Beersdonk vormde de basis voor de latere boerderijen Heitveldweg 9 en Heitveldweg 11, en uit de Kleine Beersdonk ontstonden waarschijnlijk de boerderijen Heibergweg 1 en Heibergweg 5.

De hoeve op de Beersdonk komt voor in het cijnsregister van de heren van Helmond: uijt huijs hoff mette aengelegen erffenisse gent de Beersdonck groot ontrent 16 lopense u.l. de gemeijnte a.l. Margriet van Berge ende voorts rakende aen erve Hendrick Peter Welten ende Michiel Cuijpers. Het goed vererfde via Evert van Eijck en Floris soone Evert van Eijck op Clara Heijlwich dochter van Evert van Eijk en daarna op Lodewijck Wilhelm van Wijnbergen (circa 1650 - 1706), kleinzoon van genoemde jonker Everaerdt van Eijck via diens dochter Maria. Ook de nazaten van Adam van Baexen hadden hier nog bezit, maar hun aandeel lijkt in de loop der tijd verdwenen te zijn van de Grote Beersdonk.[6]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Deurne R 91, fol. 175v, d.d. 22-01-1632
  2. Willem van den Kerckhoff was burger van de stad Helmond, en was vóór 1602 gehuwd met Geertruijt Jans, dochter van Jan van den Camp.
  3. Helmond R 264, d.d. 28-09-1632
  4. De besproken Adam Bocx was Adam van Baexen, heer van Meerbeek in de tegenwoordige Belgische provincie Vlaams-Brabant. Hij was gehuwd met Philippote van Leefdael, een verre verwante van Rogier van Leeffdael, en bezat in 1634 ook hertogelijke leengoederen in Brouheze onder Bakel en de Koeveringse molen onder Sint-Oedenrode (http://www.toine-hendriks.nl/Driek/leenhof%20brabant.htm).
  5. Helmond R 268, fol. 104, d.d. 4 maart 1638
  6. Een deel lijkt in de 17e eeuw nog in handen te zijn geweest van Adam van Baexen, en na hem op zijn 4 kinderen. Dochter Anna Maria verkocht het deel aan Jacob zoon van Jacob Bogaerts. Na hem ging het over op zijn erfgenamen, in de late 17e eeuw nog Geertruij Bogaerts. Deze lijn lijkt na 1700 niet meer voor te komen op de Grote Beersdonk, hetgeen doet vermoeden dat het volle eigendom aldaar in de lijn van Van Eijck terecht kwam en de familie Bogaerts zich wellicht ontfermde over de Kleine Beersdonk.