Herberg De Prins
Herberg De Prins stond aan 't Haageind op het tegenwoordige adres Haageind 3 en was in 1690 de opvolger van herberg De Verkeerde Wereld.
In 1690 verkochten de erfgenamen van Otto de Visschere herberg De Verkeerde Wereld aan de protestantse Deurnese president-schepen Jacob Michiel Goloffs. Hij was brouwer en zette de zaak van De Visschere met succes voort. Het uithangbord De Verkeerde Wereld verving hij door De Prins van Oragnien. Dit laatste uithangbord heeft nog bestaan tot 1904, toen De Prins, zoals de herberg in de volksmond genoemd werd, afbrandde.
Na het overlijden van Jacob Goloffs omstreeks 1703 gingen zijn goederen over aan zijn weduwe en kinderen. Zijn dochter Maria trad in 't huwelijk met haar katholieke neef Evert Segers Hurckmans en trouwde thuis in. Na het overlijden van Evert Hurckmans en zijn vrouw in 1722 ging het huis over naar Martinus Manders, afkomstig van Well. Hij was molenaar maar werd kinds en werd op 8 juni 1746 door de drost en schepenen van Deurne onder curatele gesteld. De Prins werd toen gehuurd door Jan Goossens voor 37 gulden en 10 stuivers per jaar.
Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog verbleef er van 8 tot 21 april 1747 een Oostenrijks leger van tweeduizend soldaten in Deurne. Het leegstaand huis van de kinderen van Jan Flipsen in het Haageind en De Prins werden toen afgestaan en ingericht als hospitaal. Alleen al in het huis van Flipsen lagen ruim veertig zieken.[1]
Over de geschiedenis van dit pand en deze locatie zie ook onder Haageind 3.
Bronnen, noten en/of referenties
|