U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Herinneringen rond de bevrijding van Deurne

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door RinivD (overleg | bijdragen) op 31 jan 2016 om 19:19
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Herinneringen rond de bevrijding van Deurne was een tentoonstelling in het Heemhuis van heemkundekring H.N. Ouwerling die door de Werkgroep Tentoonstellingen werd georganiseerd.


Zondag 12 juli 2009 opende de negentigjarige Arie Crommentuijn uit Helenaveen de tentoonstelling van Heemkundekring H.N. Ouwerling in het heemhuis aan de Stationsstraat 73 in Deurne. Hij was een van de in de Tweede Wereldoorlog bij de kerkrazzia in Helenaveen door de Duitsers gevangen genomen inwoners. Over zijn ervaringen vertelde hij tijdens de opening.

De bezoekers kregen aan de hand van foto’s, verhalen, dagboeken en persoonlijke herinneringen een overzicht van wat er zich in die tijd in Deurne afspeelde.

De vreugde van de bevrijding in Deurne werd tijdens deze tentoonstelling ook uitgebreid in beeld gebracht. Verschillende inwoners in de gemeente Deurne stelden fotomateriaal beschikbaar zoals ook het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.

Het tijdschrift D'n Uytbeyndel van de heemkundekring, wijdde dit keer helemaal aan het onderwerp "Herinneringen rond de bevrijding van Deurne" Het eerste artikel bevatte een gedeelte van het dagboek van Gerrit Knijnenburg. Het verhaal begint op 2 september 1944. Het tweede verhaal heeft betrekking op het vliegtuigmonumentje aan de Astense Aa tussen Vlierden en Liessel. In april 1944 stortte daar een Britse bommenwerper van het type Lancaster neer. Tijdens de openingstijden van het heemhuis was het boekje verkrijgbaar voor 3,50 euro.

Herdenking 2009

In 2009 was er een herdenking, waarbij een Engelse Lancaster alle monumenten in Nederland, waaronder het monument bij de Berken, aandeed. Zie onderstaand filmpje van Theo Coelen.