U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Hoofdstraat 48

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Foto collectie: Frits Hoeben L HE
Snackbar, Henk Toonen Fotocollectie: Frits Hoeben LHE

De woning Hoofdstraat 48 werd in of kort voor 1902 gebouwd door Francis Fransen. In 1903 werd zijn zoon, de huisschilder Franciscus Antonius Fransen (1868-1937), eigenaar en hij vestigde er een herberg.

Bij een veiling in 1938 werd Martinus van Loon eigenaar. Vervolgens werd er een bakkerij bijgebouwd.

Tijdens de mobilisatie was een gedeelte van het pand in gebruik als kantine voor de in Liessel gelegerde soldaten. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, in 1944, was er een Rode Kruispost.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw begon de Liesselse ondernemer Piet Hoeben, naast de bakkerij, een kruidenierswinkel.

Van 1964 tot 1973 was er een snackbar gevestigd, met onder meer Henk Toonen als kastelein. De laatste uitbater exploiteerde kortstondig een chinees restaurant maar was op zekere dag letterlijk met de noorderzon vertrokken.

In 1974 kwam er een nieuwe eigenaar, Anneke Boonstra, de stichter en voormalig directeur van het archeologisch openluchtmuseum in Eindhoven. Zij heeft de voorgevel in oorspronkelijke staat laten herstellen. Het pand is sindsdien in gebruik als woning.

Langs dit pand zou in het begin van de 20e eeuw hoenderpark Karelstein gevestigd geweest zijn.

Chronologie[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de invoering van het kadaster was dit perceel onderdeel van een akker kadastraal sectie G 647 met een oppervlak van 3660 m². Het was onderdeel van een akkercomplex tussen de Zandstraat en de huidige molen, dat bekend stonden onder de naam de Gentenakker. Die akker was toen eigendom van de landbouwer Jan Verbeek.

Op 15 februari 1843 werd deze akker eigendom van Antonie Gielen. Bij de boedelscheiding op 3 maart 1880 van de door hem nagelaten goederen werd zijn schoonzoon, de Liesselse smid Francis Fransen, de nieuwe eigenaar van deze akker.