U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Huisslachting

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Theo V (overleg | bijdragen) op 27 apr 2014 om 22:48
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Op de foto hangt een varken gespreid aan de ladder om af te koelen en te wachten op de keurmeester van het gemeentelijk vleeskeuringbedrijf. Huisslachter Dorus van Dijk uit de Stationsstraat heeft in dit geval "het varkentje gewassen".

Huisslachting was vroeger een normaal verschijnsel, Ook bij veel Deurnese burgergezinnen werd in die tijd jaarlijks een varken vetgemest voor eigen consumptie.


Men slachtte het liefst eind november begin december, vroeger of later gebeurde het ook wel. Vanwege de ruimte werd er meestal buiten geslacht en in de herfst en wintermaanden waren er weinig vliegen en kon het geslachte varken ook buiten afkoelen de kans op bederf was dan een stuk kleiner.

Het slachten van een varken verliep volgens onderstaande methode:

  • het varken werd gedood via hoofdschot
  • direct daarna werd de nek doorgesneden om het bloed op te vangen
  • nadien werd met kokend water het haar verwijderd (afschrapen)
  • vervolgens werd het hangend aan een ladder opengekapt om de organen en ingewanden te verwijderen
  • tenslotte werd het varken, eventueel na een nacht hangen, verwerkt

Onderstaande huisslachting vond in 1964 plaats bij de familie Moors aan de Hemelrijkseweg 7, waar momenteel John Moors (JOMO FOOD) is gevestigd.

Pieter Wiegersma[bewerken | brontekst bewerken]

In zijn boekwerkje "Een kind ziet het dorp" uit 1998 beschreef Piet (Pieter) Wiegersma (1920-2009) hoe hij, op weg van school naar huis bij mannen in witte voorschoten uitkwam die bezig waren een heel groot varken te vermoorden.

Zo komt het op mij over. Nieuwsgierige kreeft die ik ben, ga ik dichterbij kijken, huiver. Het bloed uit zijn opengestoken keel golft bruisend in een zinken emmer. "Voor den balkenbrij", roept Toon tegen me. "Wilde gij die blaas nie om der ne rommelpot van te maken?" Ik knik maar weet niet waar hij het over heeft. De blaas, "de zeik er uurst uit," grinnikt Toon. Het wordt me te veel. Kokhalzend, kotsend sta ik onder de lindenboom. Bleek krijg ik de blaas, opgepompt en met een touwtje dichtgemaakt, in mijn hand geduwd. 'Vadder t'is vastenavond, 'k kom nie thuis vur t'avond, t'avond in de maneschijn,' zingt men in koor als ik weer op weg ben naar de Wieger.
Sip maakt een rommelpot en ik ga ermee langs de deur,spugend in mijn handen om het riet te laten glijden. "Bende gij er nie ene van de Wieger?" Ik zing "Als vadder en moeder naar bed toe zijn, dan komt Hannes Jansen. Die zal op de rommelpot speulen en de gek zal leren dansen." Aan iedere deur krijg ik een paar centen.

Fotoreeks[bewerken | brontekst bewerken]

Op fotoreeks Jan Moors als slager, Annie Moors (zus), Hendrik van de Broek en moeder Nel Moors–van den Hout (foto collectie Frans Gloudemans).