U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Jan Gielen (1801-1872)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Jan Gielen
Persoonsinformatie
Volledige naam Jan Gielen
Geboorteplaats Meijel
Geboortedatum 20 mei 1801
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 13 februari 1872
Partner(s) Johanna Maria van Exel (1801-1867)
Beroep(en) kleermaker
Stamboom.png Gielen

Jan Gielen (1801-1872) was kleermaker in Liessel op het adres C.64.


Jan was een zoon van de Meijelse schoenmaker Mathijs Gielen (Meijel ± 1758-1830 Meijel) en Maria Nijssen (-1802).

Hij huwde op 28 mei 1830 in Asten met Joanna Maria van Exel (Asten 4 december 1801 - Deurne 24 december 1867), dochter van Hendrik van Exel (Heeze 1761-1821 Asten) en Francisca Verlijsdonk (Asten 1760-1840 Asten).

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

  1. Henrica, (Deurne 3 december 1831 - Deurne 29 april 1910). Zij bleef ongehuwd.
  2. Johannis Mathijs, (Deurne 10 april 1834 - Deurne 27 januari 1854). Hij was schaapsherder.
  3. Francis, (Deurne 31 juli 1838 - Deurne 22 augustus 1915). Hij huwde met Geertruida Maria Aarts (1846-1916).
  4. Johannis, (Deurne 8 februari 1842 - Deurne 26 juli 1885). Hij huwde met Petronella Mikkers (1849-1933). Hij was evenals zijn vader en zijn broer Francis kleermaker van beroep.

Op 9 mei 1848 verbleef Jan Gielen, samen met een aantal andere gasten, rond zes uur 's middags in Liessel in de herberg van Jan Cisse van Hombergh. Zonder enige aanleiding werd hij daar door de ruziezoekende Liesselse landbouwer Francis Peeters tegen het hoofd geslagen. Door tussenkomst van de Liesselnaar Hendrik van Doorne werd de mishandeling gestopt en verliet Jan Gielen de herberg en ging hij naar de herberg van Adriaan Smits. Daar kwam enige tijd later ook Francis Peeters die hem voorstelde om samen 'n borrel te nemen. Jan Gielen antwoordde hem dat hij 's avonds geen jenever dronk. Dat viel blijkbaar bij Peeters niet in goede aarde want die pakte Jan Gielen onmiddellijk vast, trok hem naar buiten, duwde hem op de grond en bracht hem nog een aantal vuistslagen op het hoofd toe en schopte hem in zijn zij. Deze keer moesten er drie Liesselse boeren, Bartholomeus Janssen, Godefridus Joosten en Christiaan van Stratum, aan te pas komen om Jan Gielen te ontzetten. De dader zette het vervolgens op een lopen maar werd alsnog door de genoemde drie Liesselnaren gegrepen. Jan Gielen wist, letterlijk, met pijn en moeite, thuis te geraken.

Twee dagen later constateerde dokter Rousseau dat hij, behalve een aantal krassen en kneuzingen aan het hoofd, ook een gebroken rib had, waardoor zijn ademhaling ernstig belemmerd werd.