Johannes Keunen (1872-1937)
| Johannes Keunen | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Johannes Keunen | |
| Geboorteplaats | Deurne | |
| Geboortedatum | 19 januari 1872 | |
| Overl.plaats | Deurne | |
| Overl.datum | 30 december 1937 | |
| Partner(s) | ongehuwd | |
| Beroep(en) | dienstknecht, landbouwer | |
Johannes Keunen (1872-1937) was een Deurnese dienstknecht en landbouwer die ongehuwd bleef.
Johannes werd geboren als zesde kind van Martinus Keunen (1828-1893) en Johanna van Bree (1834-1890).
Hij groeide op in het gehucht Merlenberg op het adres B.64c NK, waar zijn vader het huisje bezat dat kadastraal werd aangeduid als H 2787.
Op 6 mei 1889 vertrok hij, op 17-jarige leeftijd, naar Helmond om als dienstknecht te werken bij Leonardus van Asten, op het adres Haag E.91. Op 15 maart 1890 verliet hij het gezin en vertrok weer naar Deurne.
Als verlofganger woonde hij tijdens zijn diensttijd enige tijd te Tongelre. Hij arriveerde daar op 14 augustus 1890 vanuit Deurne. Op 17 maart 1892 verhuisde hij van Tongelre naar zijn ouderlijk gezin in Deurne op de Merlenberg, en op 18 juli 1893 keerde hij weer terug naar Tongelre.
Op 23 februari 1894 keerde hij andermaal terug naar Deurne, waar hij als dienstknecht ging werken bij de ongetrouwde broer en zussen Leonardus van der Zanden (1829-1917), Johanna van der Zanden (1832-1909) en Anna Maria van der Zanden (1844-1920) op het adres Vreekwijk B.186. Zij waren de broer en zussen van Johannes' aangetrouwde oom Wilhelmus van der Zanden (1835-1900).
Johannes' oudere broer Petrus Keunen (1865-1937) werkte daar sinds 23 februari 1892 al, de mogelijke reden waarom Johannes - zijn beide ouders waren reeds overleden - ook bij die familie introk. Op 7 maart 1894 verliet Johannes het gezin Van der Zanden, om dienstknecht te worden bij achtereenvolgens Petrus Johannes Joosten (1852-1942) op Derp B.57 (later B.6) en (mogelijk rond 1905 [1]) daarna bij Joost Crooijmans (1850-1938) op Breemortel B.298 (later B.306). Op 29 februari 1916 verliet hij het gezin van Crooijmans en vertrok naar Stiphout, waar hij eveneens dienstknecht was bij een nog onbekende familie. Na twee jaar, op 26 februari 1918, liep zijn contract af en keerde hij naar Deurne terug. Uit het Deurnese bevolkingsregister van daarna zijn geen vermeldingen meer van hem bekend.
In het begin van de 20e eeuw werd hij bestuurslid van de Haageindse Boterfabriek. In 1911 verkocht hij met zijn mede-bestuursleden de boterfabriek voor 922 gulden aan Theodore baron de Smeth.[2] Of de boterfabriek daarna bleef bestaan, is niet duidelijk.
Op 30 december 1937 overleed hij ongehuwd te Deurne, 65 jaar oud.
| Bronnen, noten en/of referenties |