U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Josephus Judocus de Veth (1757-1852)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Josephus Judocus de Veth
Persoonsinformatie
Volledige naam Josephus Judocus de Veth
Roepnaam Joseph
Geboorteplaats Deurne
Doopdatum 25 januari 1757
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 8 september 1852
Partner(s) Anna Christina van den Boomen (1761-1820)
Beroep(en) landbouwer, voerman
Stamboom.png de Veth

Josephus Judocus (Joseph, Joost) de Veth (1757-1852) was landbouwer en voerman in het Derp. Bij zijn overlijden was hij de oudste inwoner van e Deurne.


Joseph was een zoon van Petrus de Veth (1713-1782) en diens tweede echtgenote Helena Smits (1721-1759).

Hij huwde op 28 april 1793 in Lierop met Anna Christina van den Boomen, (Lierop 11 november 1764 - Deurne 4 april 1820), dochter van de molenaar Johannes van den Boomen (Lierop 1735-1808 Lierop) en Joanna Maria van den Boomen (Lierop 1740-1777 Lierop).

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

  1. Petrus, (Deurne 28 oktober 1794 - Deurne 17 mei 1872). Hij bleef ongehuwd.
  2. Joanna Elizabetha, Johanna, (Deurne 7 september 1796 - Deurne 4 mei 1885). Zij bleef ongehuwd en was, evenals haar vader, enige tijd de oudste inwoner van Deurne.
  3. Henricus (Hendrik), (Deurne 16 april 1799 - Deurne 2 december 1858). Hij bleef ongehuwd en was raadslid van de gemeente Deurne en Liessel.
  4. Helena Maria (Maria), (Deurne 8 september 1801 - Sint-Oedenrode 17 augustus 1869). Zij huwde op 30 januari 1837 in Deurne met Wilhelmus Wijnen (Sint-Oedenrode 1800-1866 Sint-Oedenrode).
  5. Antonius, (Deurne 1 november 1805 - Helmond 16 oktober 1879). Hij huwde met Johanna Maria van Griensven (1804-1859).
Bezig met het laden van de kaart...
Onroerend goed van Joseph de Veth
Benaming Kad.sectie Soort Oppervlak m²
het Kerkeind D 17 weiland 3.740
het Riet D 635 weiland 3.150
idem D 709 weiland 5.210
het Diepenbroek D 101b weiland 2.430
de Kleine Middelklamp E 898 bouwland 12.050
idem E 900 bouwland 10.220
idem E 946 bouwland 14.830
idem E 947 weiland 11.910
idem E 948 moestuin 930
idem E 949 huis, schuur en erf 300
de Romein F 29 bouwland 6.630
de Nieuwe Erven F 167 bouwland 4.720
de Schatgraaf F 190 bouwland 1.670
de Heiklamp F 213 bouwland 4.420
de Berkt G 47 weiland 7.040
Nastreek H 413 heide 5.220
de Romein F 1 huis, schuur en erf 790
idem F 2 tuin 1.270
idem F 3 weiland 1.760
de Groenakker G 732 bouwland 3.520
idem G 736 bouwland 1.410
de Kuilen F 150 weiland 2.070
idem F 151 weiland 1.480
de Schatgraaf F 178 bouwland 7.490

Na het overlijden van zijn vrouw werd Johannes van den Boomen uit Helmond op 5 april 1820 door de vrederechter in Asten aangesteld als voogd over zijn vier jongste, toen nog minderjarige, kinderen.

Op 8 december 1821 leende hij 100 gulden aan Arnoldus Verhees.

Als voerman waren zijn paarden zijn kostbaar werkkapitaal. In 1823 leden die aan de kwade droes, zoals blijkt uit onderstaand schrijven van 27 maart 1823 van de Deurnese schout Gerrit van Riet aan de districtsschout.

Aan den heere districtssschout van het 4e district.
De persoon van Joseph de Veth, ondernemer van karrenvragten en inwoonder dezer gemeente heeft mij kennis gegeven dat twee zijner paarden zeedert eenige tijd laboreeren aan de zoogenaamde kwaden droes, dat hij dadelijk bij het ontstaan dezer ziekte dezelve behoorlijk van zijne andere paarden heeft afgezonderd gehouden en de hulp van den veearts Baltus te Venrooij (Limburg) heeft ingeroepen, welke vervolgens met de geneezing derzelver zeedert eenige tijd is werkzaam geweest, doch welke tot de geneesing vooral ten opzigte van het eene paard geene hoop meer overlaat, zoo heb ik de eer U hiervan bij deze kennis te geeven, tevens met verzoek wel de nodige last op de een of andere veerarts te willen afgeven ten einde door deze het nodige kan worden bewerkstelligd, en gemelde Joseph de Veth zig om schadevergoeding uit het veefonds kan adresseeren, zullende ik Uw nadere ordres ten opzigte van het geene door mij verder behoord te worden verrigt inwagten.
[1]

In oktober 1827 leed opnieuw een van zijn paarden aan de kwaden droes en verzocht hij om een onderzoek door een veearts en, als het dier eventueel gedood moest worden, om vergoeding uit het fonds voor de landbouw. Dit herhaalde zich op 24 januari 1828, 12 april 1828 en 11 mei 1829.[2]

Bij het graven van de Zuidwillemsvaart was hij een van de eigenaren die hun grond voor dat doel moesten afstaan.[3]

Op 3 oktober 1825 leende hij 1000 gulden tegen 5 % rente aan de Lieropse bierbrouwer Pieter van den Boomen, die daarvoor zijn brouwerij en twee huizen als hypotheek stelde.[4]

Op 13 februari 1826 leende hij 500 gulden aan Willem Lutters.

Josephus woonde aanvankelijk op hoeve Ter Eijnde waarvan hij eigenaar was. Bij de volkstelling van 1829 had die hoeve als adres Derp 278. Hij woonde daar toen met zijn kinderen Hendricus, Johanna en Maria. De inwonende dienstknechten waren toen Willem Verhees en de 20-jarige Antony van Neerven terwijl de 23-jarige Maria Tielemans uit Erp de inwonende meid was.

Op 7 april 1837 ruilde hij met zijn nicht Cornelia de Veth een perceel bouwland tegen het huis met stalling, bakhuis, hof en aangelag op de hoek van de Lagekerk en de Stationsstraat, met daarbij een perceel weiland, gewaardeerd op 1.040 gulden. Bij de volkstelling van 1839 woonde in dat huis op het adres Derp 271, samen met zijn 43-jarige dochter Johanna, de 23-jarige looier Johannes van den Berg uit Boekel en de 17-jarige dienstmeid Antonia van der Zanden.

Tijdens de Belgische Opstand (1830-1839) verzorgde hij regelmatig karrenvrachten en vervoer van zieken soldaten die in Deurne gelegerd waren.

Toen hij overleed was hij de oudste inwoner van Deurne.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) archief Provinciaal Bestuur toegang 17 inv.nr. 12204.
  2. Nieuw administratief archief Deurne inv.nr. 19/13 correspondentieregister van de burgemeester brief nummer 51 van 12 oktober 1827, nummer 64 van 24 januari 1828 en nummer 121 van 11 mei 1829. Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) archief Provinciaal Bestuur toegang 17 inv.nr. 12214 schrijven van 12 april 1828
  3. Idem, inv.nr. 284 24 april 1823
  4. Notarieel archief Someren akte 592