U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Martinus Cras (1796-1863)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Martinus Cras
Persoonsinformatie
Volledige naam Martinus Cras
Geboorteplaats Son
Doopdatum 6 maart 1796
Overl.plaats Vlierden
Overl.datum 13 juni 1863
Partner(s) Joanna Verflieren (1807-1875)
Beroep(en) kleermaker, onderwijzer

Martinus Cras (1796-1863) was van 1834 tot aan zijn overlijden in 1863, onderwijzer in Vlierden.


Martinus was een zoon van Johannes Cras (Son en Breugel 1750-1805) en Petronella van de Donk (Geffen 1757-1837 Son en Breugel).

Hij huwde op 28 januari 1826 in Son en Breugel met Joanna Verflieren, (Woensel 6 januari 1807 - Deurne 14 november 1875), dochter van Wilhelmus Verflieren (Woensel 1759-1813 Woensel) en Joanna van Dooremalen (Woensel 1761-1816 Woensel).

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

  1. Johanna Maria Theodora, (Riethoven 16 oktober 1826 - Riethoven 4 september 1831).
  2. Bartholina Catharina, (Riethoven 21 februari 1828 - Deurne 27 maart 1889). Zij bleef ongehuwd.
  3. Josephus Jacobus, (Riethoven 23 maart 1830 - Riethoven 15 mei 1830).
  4. Jacobus Josephus, (Riethoven 19 april 1831 - Riethoven 23 mei 1831).
  5. Johannis Cornelis, (Riethoven 2 augustus 1832 - Riethoven 30 november 1832).
  6. Maria Cornelia, (Riethoven 8 december 1833 - Asten 13 februari 1873). Zij huwde met Willem Verhees (Asten 1831-1889 Asten).
  7. Johanna Theodora, (Vlierden 3 augustus 1836 - Deurne 23 augustus 1916). Zij huwde met Johannes Goossens (1827-1893).
  8. Joseph Johannis Cornelis, (Vlierden 24 september 1838).
  9. Petronella Theodora Cornelia, (Vlierden 3 mei 1841 - Vlierden 14 april 1845).
  10. Francis Johannis Cornelis, (Vlierden 11 juni 1843 - Stratum 5 juni 1916). Hij huwde met Francina Swinkels (1842-1905).

Aanvankelijk was hij in Son kleermaker van beroep, wel bezat hij toen al wel de vierde rang als onderwijzer. In 1818 werd hij na een succesvol examen bevorderd tot onderwijzer derde rang in de vakken lezen, schrijven en rekenen. Het jaar daarop werd hij in alle vakken bevorderd tot de derde rang.[1]

Martinus verhuisde op 1 januari 1834 met vrouw en twee kinderen van Riethoven naar Vlierden, waar hij de nieuwe onderwijzer werd. Hij ruilde van standplaats met de Vlierdense schoolmeester Godefridus Waijers. Het is niet duidelijk wat de juiste reden voor deze ruiling was. De beide onderwijzers schreven in oktober 1833 samen een brief aan de gouverneur van de volgende inhoud:

Geve met alle verschuldigde eerbied te kennen wij G. Waijers, openbare schoolonderwijzer te Vlierden en M. Cras openbare schoolonderwijzer te Riethoven dat wij gaarne onze standplaatsen willen verwisselen om reden dat wij beiden, niet alleen ons bestaan hierdoor verbeteren, maar ook waarlijk goed zouden zijn voor beiden gemeentes in het belang van het onderwijs. Van deze voor ons zo belangrijke en voor de gemeentes zeker genoeglijke ruiling overtuigd, is dat wij deze vrijmoedigheid nemen, niet twijfelende of de heren schoolopzieners zowel beide gemeentes zullen zich met ons verheugen wanneer het uwe excellentie moge behage hier omtrent gunstig te willen besluiten.[2]

In de verslagen over het Vlierdense onderwijs werd jaar na jaar geklaagd over de kwaliteit van het door hem gegeven onderwijs. In 1854 werd genoteerd: Over het geheel verwaarloosd den onderwijzer zijn beroep, zoodat den achteruitgang van het onderwijs in die school zigtbaar toeneemt en het getal der schoolgaande kinderen na evenredigheid der bevolking bijna niet noemenswaardig is. Er gingen in dat jaar 's winters 36 kinderen naar school en in de zomermaanden zakte het aantal naar 21, de ouders van de meeste kinderen vonden het maar beter dat ze thuis wat meehielpen met oogsten. Het verslag van 1858 was al niet beter dan dat van 1854, het onderwijs liet veel te wensen over. De kinderen werden uitsluitend beziggehouden met lezen, schrijven en rekenen. Vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur en zingen werden door de onderwijzer blijkbaar als doelloos beschouwd en dus niet gegeven.

Meester Cras gaf nog les in het oude schoolgebouw dat aan de Kapelweg stond. Dat gebouw was hard aan een opknapbeurt toe. Onder leiding van architect A. van Gaal uit Geldrop werd de school in 1844 voor 1277 gulden opgeknapt en vertimmerd. Het oude schoolhuis moest daarbij grotendeels gesloopt worden.

Bij de invoering van de Schoolwet in 1857 werd besloten dat de Vlierdense kinderen het lager onderwijs voortaan gratis kregen. Daarmee probeerde men meer ouders, er gingen in deze periode maar 30 kinderen naar school, ertoe te bewegen hun kinderen vaker naar school te sturen. Het was destijds droevig gesteld met het lager onderwijs in Vlierden.

Martinus Cras verdiende als hoofdonderwijzer 254 gulden per jaar. Het was geen vetpot, maar zijn didactische gaven en/of de ijver waarmee hij les gaf stond in goede verhouding tot zijn schamele salaris. Er waren zelfs Vlierdense ouders die hun kinderen elders naar de school stuurden, zo weinig vertrouwen hadden ze in de kwaliteiten van meester Cras.

Martinus Cras was in 1839 wel een van de elf ondertekenende schoolmeesters die een rekest indienden waarin gepleit werd voor de invoering van leerplicht voor kinderen van vijf tot twaalf jaar.

In 1841 kwam Cras opnieuw in het nieuws toen hij klaagde dat Adriaan Wijnbergen en zekere Hanswijk onbevoegd onderwijs gaven en om maatregelen verzocht. De burgemeester kreeg opdracht van de gouverneur om deze heren het lesgeven te verbieden. Veel haalde dat blijkbaar niet uit want in 1846 raakte Cras weer in conflict met Hanswijk over diens illegale onderwijspraktijk. Het bleek dat hij alleen zijn eigen kinderen les gaf.

In de verordening, die in 1860 op het Vlierdense openbare onderwijs van kracht werd, was onder meer het volgende bepaald:

  • Kinderen vanaf 5 jaar worden tot de school toegelaten.
  • Er wordt elke werkdag les gegeven behalve op zaterdagmiddag.
  • De eerste helft van augustus is de zomervakantie.
  • Kinderen die niet gevaccineerd zijn tegen pokken worden niet toegelaten, evenmin als kinderen met huid- of andere ziekten.
  • Kinderen die zich schuldig maken aan luiheid of wangedrag of niet tijdig ter school komen werden door gepaste middelen tot hunne pligt gebragt. Dat hiervoor destijds andere opvoedkundige methoden waren dan tegenwoordig behoeft geen betoog, ofschoon een van de bepalingen was:
  • Ligchamelijke kastijding is ten strengste verboden.

Later werd de bepaling toegevoegd dat jaarlijks prijzen of getuigschriften moesten worden uitgereikt aan leerlingen die zich hadden onderscheiden in kennis, vlijt en goed gedrag.

Na zijn overlijden werd hij in Vlierden opgevolgd door de hulponderwijzer Petrus Beijers, die aangesteld werd als tijdelijk waarnemend hoofd.

Op 15 april 1871 verhuisde zijn vrouw Joanna naar Deurne.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. BHIC toegang 161 Notulen en besluiten van Provinciale Commissie van Onderwijs, 1815 - 1859 inv.nr. 12
  2. BHIC toegang 17 Provinciaal Bestuur inv.nr. 699 brief 21 van 25 oktober 1833