U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Pannenfabriek

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Pannenfabriek adv 1891.jpg

De pannenfabriek aan de zuidzijde van de spoorlijn ter hoogte van de huidige Snoertsebaan werd in 1870 opgericht door de landbouwer Willem Arnoldus Goossens (1831-1900) en ging waarschijnlijk in 1891 ter ziele.


Er zijn maar weinig gegevens over deze pannenfabriek bewaard gebleven. Wel werd bij de oprichting nauwkeurig aangegeven waar de fabriek stond: De afstand van de loods tot de weg uit de Peel bedraagt 13 meter en tot de spoorweg 45 meter. Het gaat om het terrein van de huidige adressen Snoertsebaan 25-31, waar vermoedelijk nog de arbeiderswoningen die bij de fabriek hoorden staan.[1]Het gebied waar de leemwinning plaatsvond is nog niet exact bekend.

Toen de fabriek in 1891 verkocht werd, hield die waarschijnlijk tevens op te bestaan. Vóór de verkoop in dat jaar was de fabriek in handen van een vijftal vooraanstaande Deurnese families, namelijk:

  1. de Deurnese burgemeester Petrus Antonius van de Mortel (1830-1895) met zijn broers en zusters Hendrikus Antonius van de Mortel (1838-1894), fabrikant, Helena Maria van de Mortel (1828-1907) en Petronella Carolina van de Mortel (1840-1924);
  2. de koopman Franciscus van de Mortel met zijn broers Pieter Josephus van de Mortel (1836-1915), bakker, Ludovicus (Louis) van de Mortel (1850-1918), winkelier, Wilhelmus (Willem) van de Mortel (1841-1911), bakker en winkelier, Henricus Jacobus van de Mortel (1852-1927), brouwer, en hun schoonzus Johanna Hendrika (Henrica) Sauvé (1849-1922), de weduwe van Josephus Joannes van de Mortel (1845-1889). Deze laatste tevens als moeder van haar acht nog minderjarige kinderen;
  3. de bekende Deurne gemeentesecretaris Joseph Louis Janssens (1835-1916) met zijn broer de herbergier Johannes Hubertus Janssens (1833-1911) en zuster de winkelierster Joanna Maria Huberta (Maria) Janssens (1828-1916);
  4. de Vreekwijkse bierbrouwer Wilbrordus van den Boomen (1826-1902) en
  5. de stichter Willem Arnoldus Goossens met zijn broer, de gemeente-ontvanger Leonardus (Leonard) Goossens (1842-1924), en hun zuster de winkelierster Johanna Elisabeth Goossens (1826-1914).

Bij de fabrieksgebouwen hoorde nog bijna acht hectaren grond. De koper had in 1891 wel de verplichting aan de twee Deurnese pottenbakkers Hendricus (Hendrik) Koch (1831-1893) en Pieter Munsters (1849-1922) om hen jaarlijks 60 karren kleiaarde te laten graven tegen 45 cent per kar. Na het einde van de productie werd de fabriek afgebroken, en werden de woningen deels gesloopt en deels verkocht aan Hendricus van Ooij (1873-1948).

Bronnen, noten en/of referenties
  1. De BAG geeft 1920 als bouwjaar, maar dat lijkt eerder een verbouwingsjaar.