U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Peter van Ouwelen

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Peter (Pieter) van Ouwelen was een in Stralen geboren gedeserteerde soldaat die in 1751 in Deurne gearresteerd werd wegens bedelarij.


Op 14 januari 1751 kwam Peter van Ouwelen vanuit Helden naar de Moosdijk. Hij liet daar keurig zijn paspoort zien, dat gedateerd was 24 januari 1744. Uit dat paspoort, dat in Venlo was afgegeven, bleek dat hij gedurende vijf jaar en elf maanden had gediend als soldaat te voet onder kolonel Roeland van Kinschot in de compagnie van kapitein Hempel. Hij verklaarde dat hij sinds die tijd geen vaste woonplaats had en zich in leven hield door, van dorp tot dorp trekkend, voor de dorpelingen schoenen en paardentuig te repareren. Hij verklaarde na 1744 opnieuw dienst te hebben genomen maar krijgsgevangen te zijn genomen door de Fransen na het beleg van Bergen op Zoom, waar hij in garnizoen lag. Op 16 september 1747 viel die stand in Franse handen. Hij vertelde dat hij tijdens het vervoer naar de Franse stad Lille wist te ontsnappen en dat hij van plan was zich weer bij zijn regiment te gaan melden.

Hij bleek echter geen onbekende in Deurne en omstreken. Zowel vanuit Bakel als Venray kwamen berichten binnen dat hij daar bedelde. En ook in Deurne was hij acht weken eerder bedelend langs de huizen gesignaleerd. Bij een van zijn bezoekadressen had hij om reisgeld gevraagd en toen hem dat geweigerd werd, gebruikte hij enige onbetamelijke expressieën. Het was voor drossaard La Forme voldoende reden om hem in het gevang te stoppen en een nader onderzoek naar hem in te stellen. Daaruit bleek dat zijn verhaal niet helemaal klopte. Na zijn vertrek uit het leger in Venlo was hij inderdaad opnieuw in militaire dienst gegaan, en wel bij zijn oude regiment. Hij was daar gelegerd op de Kruisschans bij Lillo en toen die belegerd dreigde te worden, deserteerde hij er, met nog een andere soldaat.

Hij mocht dus als bedelaar worden gevangen genomen en veroordeeld.

Bij zo'n vergrijp was de gebruikelijke gang van zaken dat de misdadiger, bij wie als regel geen geld te halen was, veroordeeld werd tot een aantal zweepslagen en eeuwige verbanning uit de dorp of de heerlijkheid. Drossaard La Forme besefte dat daarmee het probleem eigenlijk alleen maar verplaatst werd van het ene naar het andere dorp en stelde aan de Staten-Generaal voor om hem, in plaats van deze straf te geven, verplicht op te laten nemen in een tuchthuis.[1]


Bronnen, noten en/of referenties