U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Veenman

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Pieter K (overleg | bijdragen) op 22 sep 2018 om 23:44 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een '''veenman''' (meervoud: veenlieden) was iemand die het recht had om in de Peel, meestal tegen betaling van accijns, turf te steken. In De...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een veenman (meervoud: veenlieden) was iemand die het recht had om in de Peel, meestal tegen betaling van accijns, turf te steken.


In Deurne was ieder gezinshoofd rond 1836 veenman. In die tijd werd de hoogte van de door de gemeente af te dragen accijns bepaald door de hoeveelheid gestoken turf. De burgemeester was, als verantwoordelijke, moest veel tijd en moeite steken in het verwerken van de aangiften, het nameten en het taxeren van de gestoken en vervoerde turf en werd voor al die extra inspanningen nauwelijks extra beloond.

Veel van de veenlieden waren arme mensen die in de buurt van de Peel een hut bouwden en helemaal leefden van het graven van turf en de verkoop daarvan in de naburige gemeenten. Sommigen van die Peelwerkers hadden slechts hun hutje, anderen hadden daarbij nog een of meer hectaren heidegrond met daarop een of twee magere koeien, die in de zomer hun voedsel in de Peel moesten gaan zoeken. Sommige grote gezinnen waren dan in de wintermaanden aangewezen op ondersteuning uit de gemeentelijke armenkas. Zij konden dan ook dikwijls hun verschuldigde turfaccijns niet of niet volledig betalen. In 1835 hadden deze veenmannen een totale accijnsschuld aan de gemeente van ruim 2470 gulden.

In een brief van 25 februari 1836 rapporteerde districtscommissaris Wesselman aan het provinciaal bestuur de nood van de armlastige Deurnese veenmannen, die destijds mede werd veroorzaakt door de extreem lage turfprijs. Als bijlage gaf hij het onderstaande overzicht van alle Deurnese veenmannen, die uitsluitend met turfsteken hun gezin moesten onderhouden, hun accijnsschuld en de hoeveelheid grond die ze hadden.[1]

Armlastige veenlieden in 1836 in Deurne
Veenman Accijnsschuld Hoeveelheid grond
hectare-are-centiare
Martinus van Bree ƒ 7.85 2-6-46
Mattijs Nieskens ƒ 32,84 3-0-20
Jan de Haard ƒ 9,72 1-74-20
Lambert Lousen ƒ 13,71 5-72-70
Willem Zeelen ƒ 18,52 2-4-94
Johannes Smits ƒ 40,39 2-64-96
Lourens Willems ƒ 15,79½ 4-4-60
Willem Manders ƒ 34,37 4-27-30
Willem van Kalis ƒ 7,31 1-73-15
Jan Manders ƒ 14,99 0-97-21
Bartel Simons ƒ 11,74½ 0-97-21
Francis van Rijt ƒ 9,88 0-97-21
Willem Thijssen ƒ 6.07 1-20-46
Hendrik Hendriks ƒ 15,48½ 0-93-76
Pieter Smolenaars ƒ 2,48 0-68-63
Willem Nijssen ƒ 17,14½ 1-16-94
Pieter Nijssen ƒ 9,10½ 1-18-08
de kinderen Jan Leenders ƒ 26,42 3-67-09
Andries Lammers ƒ 13,88 3-2-4
de wed. Antonij Linders ƒ 15,5½ 3-2-4
Pieter Gielens ƒ 14,99½ 3-2-4
de wed. Arnoldus Huijberts ƒ 20,59 1-90-75
de wed. Mathijs Berkers ƒ 36,36½ 2-86-27
Francis Aarts ƒ 38,42 7-91-0
Lourens Keijzers ƒ 19,45 7-91-0
Martinus Leijssen ƒ 26,66 4-6-0
Mattijs Klaassen ƒ 30,29½ 1-49-85
Johannes van Loon ƒ 61,27 5-98-76
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Brief van 25 februari 1836 Archief Provinciaal Bestuur BHIC toegang 17 inv.nr. 5315