U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Abraham Smeelen (1862-1940)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Abraham Smeelen
Persoonsinformatie
Volledige naam Abraham Smeelen
Geboorteplaats Stratum
Geboortedatum 16 april 1862
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 31 mei 1940
Partner(s) Antonetta van Stipdonk (1859-1924)
Beroep(en) fruithandelaar, paardenhandelaar, slager
Bidprentje NBA

Abraham Smeelen (1862-1940) was aanvankelijk arbeider en venter, later legde hij zich toe op paardenhandel en slagerij.


Abraham Smeelen, zoon van Johannes Smeelen (1814-1895) en Adriana van den Hurk (1818-1869), vestigde zich in 1894 vanuit Horst in Deurne. Op 4 mei 1896 huwde hij in Tongelre met Antonetta van Stipdonk, (Tongelre, 6 maart 1859 - Deurne, 24 januari 1924), dochter van Peter van Stipdonk (1824-1890) en Allegonda van der Weegen (1830-1899). Antonetta was de weduwe van Wilhelmus Schellings (1861-1892). Het huwelijk tussen Antonetta en Wilhelmus bleef kinderloos. Ook uit dit huwelijk met Abraham werden, voor zover bekend, geen kinderen geboren.

Abraham Smeelen deed goede zaken in Deurne want in 1907 diende hij een verzoek in om een revolver te mogen dragen. Na een aanvankelijke afwijzing volgde een brief van de brigadecommandant van de Koninklijke Marechaussee die uitlegde dat de wegen rond Deurne erg onveilig waren en dat Smeelen als groothandelaar soms met veel geld op zak rondliep. De brigadecommandant voegde er eerlijkheidshalve aan toe dat Smeelen niet bekend stond als een misbruiker, maar wel als een goed gebruiker van sterke drank en dat een revolver ook gevaarlijk voor hem zelf kon zijn.[1]

In het telefoonboek van Deurne van 1915 wordt vermeld:

Smeelen, A. fruithandelaar en paardekoopman, Molenstr. – nummer 12

Smeelen had zijn winkel volgens de inschrijving van de Kamer van Koophandel op het adres Molenberg A.203, later gewijzigd in Groeneweg 4. In augustus 1925 werd zijn zaak opgeheven. Hij had twee jaar daarvoor een nieuw huis aan de Martinetstraat gebouwd.[2]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. 19-4-1907 Prov. bestuur BHIC toegang 17 inv.nr. 1700
  2. 1921 Kamer van Koophandel RANB 1192 inv nr 101 dossier 2511