Antonia Gertrudis van Oijen (1899-1984)
| Antonia Gertrudis van Oijen | ||
| ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Antonia Gertrudis van Oijen | |
| Roepnaam | Truus | |
| Geboorteplaats | Helden | |
| Geboortedatum | 28 januari 1899 | |
| Overl.datum | 24 november 1984 | |
| Partner(s) | [[PersoonPartner(s)::(1) Joseph Willem Hubert Zeelen (1898-1926) (2) Jan Matthijs Hubert Janssen (1887-1963)]] | |
| Beroep(en) | vroedvrouw | |
Antonia Gertrudis (Truus) van Oijen (1899-1984) was vroedvrouw in Liessel van 1924 tot 1964.
Truus was een in 1899 in Helden geboren boerendochter van Jacobus Josephus van Oijen (Maasbree 1870-1953 Asten) en Aldegondis van Heugten (Meijel 1867-1959 Vught), en opgeleid aan de vroedvrouwenschool in Heerlen.
Ze huwde op 5 oktober 1925 in Deurne met de huisschilder Joseph Willem Hubert Zeelen, (Venlo 28 maart 1898 - Deurne 9 mei 1926), zoon van tuinier Gerard Hubert Zeelen (Venlo 1831-1910 Helden) en Wilhelmina Sanders (Horst 1870-1942 Kerkrade). Joseph overleed ruim een half jaar nadat ze gehuwd waren.
Ze hertrouwde op 25 april 1927 in Deurne met de schapenboer Jan Mathijs Hubert (Sjengske) Janssen, (Stevensweert 7 mei 1887 - Liessel 6 mei 1963), zoon van landbouwer Peter Hubert Janssen (Stevensweert 1856-1918 Helden) en Maria Indemans (Stevensweert 1850-1924 Deurne).
Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. Voor de gezinssamenstelling zie onder Jan Matthijs Hubert Janssen (1887-1963)
Het bedrijf van Sjengske, een ontginningsboerderij, was gevestigd in de Astense Peel op de grens van Hutten en de Kleine Heitrak. Later woonde het gezin op het adres L.277, gewijzigd in Hoofdstraat 27 en later Hoofdstraat 92.
Op 29 september 1924 deed ze haar eerste bevallingen in Liessel bij de geboorte van Toos van Eijk en Nel Sleegers. Na precies 40 jaar trouwe dienst in Liessel legde mevrouw Janssen-van Oijen op 1 oktober 1964 haar werkzaamheden neer. Voor de Liesselnaren was zij de Juf of de goeivrouw.
In de Libelle van 1955 werd onder de titel De vrouw die de Peel in de luren legde uitgebreid aandacht aan haar leven en werk geschonken.[1] Daarin wordt ook verhaald hoe ze als jong meisje van een jaar of tien een hoogzwangere schooiersvrouw ontmoette die even later in de berm van de weg haar kind baarde. Haar ouderlijk gezin ontfermde zich over moeder en kind. Deze gebeurtenis bracht haar ertoe om vroedvrouw te worden.
Ook wordt in het artikel, dat met een zestal foto's is verluchtigd, uitgebreid verhaald hoe ze tijdens de oorlogsdagen in oktober 1944 dwars door de frontlinie moest voor een bevalling.
Op weg naar een van haar patiënten moest ze in de donkere nacht met een bootje over het kanaal gezet worden, waarbij ze in het water terecht kwam terwijl ze niet kon zwemmen en het er ternauwernood levend van af bracht. Wel leidde zij vervolgens de nachtelijke bevalling.
Op 30 april 1966 werd zij vanwege haar vele verdiensten voor de Liesselse gemeenschap en met name voor haar optreden tijdens de moeilijke dagen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog door burgemeester Hoebens en wethouder Rijnders onderscheiden met de eremedaille in goud in de Orde van Oranje-Nassau.
Bronnen, noten en/of referenties
|