U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Arie Tennekes (1923-2017)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Arie Tennekes
ArieTennekes2016.jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Arie Tennekes
Roepnaam Arie
Geboorteplaats Rotterdam
Geboortedatum 31 oktober 1923
Overl.plaats Rotterdam
Overl.datum 20 mei 2017
Partner(s) Ida Johanna Mes (1924-2017)
Beroep(en) portier

Arie Tennekes (1923-2017) was een geboren en getogen Rotterdammer die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Deurne ondergedoken zat.


Persoonlijk[bewerken | brontekst bewerken]

Tennekes werd geboren als achtste en jongste kind in het gezin van huisschilder Gerrit Tennekes (Kampen 1865-1957 Poortugaal) en Cornelia van Gend (Stellendam 1882-1956 Rotterdam). Het gezin was Nederlands-Hervormd.

Op 26 mei 1948 huwde Tennekes in Rotterdam met Ida Johanna Mes, (Rotterdam 30 augustus 1924 - Rotterdam 2 mei 2017), dochter van Jan Johannes Mes (Rotterdam 1898-1961 Rotterdam) en Sophie Charlotte Habicht (Rotterdam 1898-). Zij was eerder op 1 december 1943 gehuwd met Karel Johannes Bijkerk. Dat huwelijk werd op 8 februari 1947 door echtscheiding ontbonden. Uit dit huwelijk werd vermoedelijk een zoon geboren.[1][2]

Uit het huwelijk van Arie en Ida werd één dochter geboren, die in Spanje neerstreek en daar met haar Spaanse man een hotel begon. Via haar werden zij grootouders van een kleinzoon, die naar Spaans gebruik tevens de naam Tennekes droeg (overleden in 2015 [3]) en een achterkleinzoon.

Onderduik[bewerken | brontekst bewerken]

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd het hem in Rotterdam wat te heet onder te voeten in verband met de mogelijke Arbeitseinsatz. Hij vertrok daarop met de trein richting Venlo, eenvoudigweg om 'weg te komen'. In Deurne stapte hij uit; niet bekend is waarom precies daar. Bekend is echter dat de Peel vanwege de afgelegenheid een geliefde onderduikregio was.

Op zijn wandeling daarna ontmoette hij Lena Keunen. Hij vroeg haar of zij iemand kende waar hij onderdak kon krijgen. Lena gaf aan het thuis aan haar moeder Drieka Keunen-Honings te gaan vragen. Die toestemming kwam, en zo kwam Arie Tennekes bij de familie Keunen terecht. Hij moest aan vader Hannes Keunen echter eerst wel beloven netjes met de oudste dochters om te gaan, in nettere termen vertaald.

Via dokter Wiegersma kreeg Tennekes valse papieren. Bovendien behandelde Wiegersma hem aan zijn geelzucht, waarvoor hij enkele dagen in bed moest blijven. Arie zei geen geld te hebben om Wiegersma te betalen, maar die gaf aan dat geen probleem te vinden en het wel bij de eerstvolgende boer die bij hem aanklopte, in rekening te brengen.

Arie bleef een jaar bij de familie Keunen aan de Schutsboom. In die tijd ging hij met zoon Piet mee werken. Ook werd hij eens naar een boer, genaamd Jan, in Liessel gestuurd om graan te halen. Moeder Drieka liet daarvan bij een bakker op de hoek van de Stationsstraat en Schutsboom brood bakken. Dit is zeer waarschijnlijk Bakkerij Coopmans geweest, die tegenover de Schutsboom op de hoek van Stationsstraat en Stationslaan gevestigd was.

Na ongeveer een jaar werd de wens om terug te keren naar Rotterdam groter, ondanks dat de oorlog (in elk geval in het westen) nog niet ten einde was. Via Ochten in de Betuwe [4], waar Tennekes ook nog enige tijd verbleef, reisde hij terug naar Rotterdam. Daar wist hij door 'hier en daar wat te pikken' de hongerwinter door te komen.

Na de Tweede Wereldoorlog klopte hij onder meer bij de Holland-Amerika Lijn aan. Op de vraag of hij in de oorlog niets gedaan had, kaatste hij de bal terug door aan te geven dat degene die hem dat vroeg, wel wat op zijn kerfstok had.[5] Later reageerde hij op een vacature als 'portier' (sjouwer). Hij maakte als zodanig reizen over de hele wereld.[6] Enkele van de bijzondere objecten die hij van over de wereld verzamelde, kwamen via zijn vriend Piet Keunen, en later rechtstreeks, bij diens kleinzoon terecht.

Na de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Na de oorlog bleef Tennekes met de familie Keunen, in het bijzonder Piet en zijn vrouw Jo Keunen-van de Kerkhof, bevriend. Arie en Ida waren regelmatig in Deurne te gast, en vierden daar onder meer in de jaren zestig carnaval en in 1973 de gouden bruiloft van Hannes en Drieka mee.

Talloze keren reed de familie van Piet Keunen met kinderen, later kleinkinderen en een enkele keer ook de achterkleinkinderen, op en neer naar Rotterdam. "We gaan naar Rotterdam" en "Heeft Rotterdam nog gebeld?" werden begrippen in de familie, waarbij de plaatsnaam Rotterdam synoniem voor Arie en Ida werd. Tijdens de dagjes uit zorgden de vrouwen met Ida voor het eten, terwijl Arie met de mannen en kinderen wandeltochten door 'zijn' Delfshaven maakte en uitvoerig over het leven in een havenstad vertelde. De logeerkamer werd door Piet en Jo gebruikt bij hun langer verblijf, en Deurnese tegeltjes, met onder meer een tekening van het Klein Kasteel in de 18e eeuw van Jan de Beijer erop, sierden de muren van het appartement van Arie en Ida.

Toen ze al op leeftijd waren, kwamen ze soms voor enkele weken in de zomerperiode naar Deurne, waar ze bij Piet en Jo verbleven. Arie maakte dan wandeltochten door Deurne. In 1998 vierden zij speciaal voor de familie van Piet Keunen hun gouden bruiloft bij hotel Stationszicht. Hun laatste bezoek aan Deurne vond omstreeks 2005 plaats.

Arie Tennekes was tot zijn dood een enthousiast voetbalsupporter van Sparta en maakte nog in 2013 een wedstrijd in het stadion mee.[7]

Na de dood van Piet in 2002 bleef de vriendschap hecht. Het jaar erop, in 2003, bezochten Jo en twee van haar kinderen het echtpaar Tennekes in Sitges (Spanje), waar Arie en Ida al vele jaren tijdens het winterseizoen bij hun dochter en schoonzoon verbleven. Ook na de dood van Jo, begin februari 2016, bleef het contact bestaan. Op 28 februari 2016 werd door de jongere generaties nog een bezoek aan Rotterdam gebracht. Bij die gelegenheid vertelde Arie op verzoek zijn verhaal over zijn onderduikperiode. Hij vertelde in geuren en kleuren, vanwege zijn slechte gehoor wat geholpen door de aanwezige nicht van zijn vrouw. Hij vertelde het verhaal ook in krachtige termen en met zijn flinke Rotterdams accent, zonder er doekjes om te winden, precies zoals Arie was. Een enkel detail wist hij niet meer; zo noemde hij de Sint-Jozefparochie de Sint-Anthoniepolder. Het zou het laatste bezoek van de familie Keunen blijken te zijn.

Zijn vrouw en hij woonden meerdere decennia in een appartement aan de Willem Buytewechstraat 210b in Delfshaven, in de gemeente Rotterdam. Op 2 mei 2017 overleed Ida, na bijna 69 jaar huwelijk, in een verpleeghuis in Rotterdam. Op 5 mei werd ze in het crematorium te Rotterdam-Crooswijk gecremeerd. Op 20 mei 2017 overleed ook Arie, minder dan drie weken na zijn vrouw.

Gallerij[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Nederlandsche Staatscourant, 21 februari 1947
  2. Genealogie Bijkerk
  3. overlijdensbericht
  4. Navraag bij de historische vereniging daar leverde geen informatie over een onderduikadres op.
  5. Dit laatste aspect vertelde hij wat onduidelijk, en was voor de optekenaar niet helemaal helder.
  6. Gesprek met Arie Tennekes, 28 februari 2016
  7. Sparta-Rotterdam.nl, 11 november 2013