U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Bedeljager

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Pieter K (overleg | bijdragen) op 20 jul 2012 om 21:56
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De bedeljager werd door de schepenen aangesteld om bedelaars te arresteren en daarmee de bedelarij in het dorp tegen te gaan. Deze taak werd soms ook waargenomen door de vorster, de schutter of de dorpsdienaar.


In 1779 was Thomas Timmermans in Deurne aangesteld als bedeljager en ontving daarvoor een jaarsalaris van 48 gulden. Bij zijn aanstelling kreeg hij een werkinstructie mee waarin het volgende bepaald was:

  1. Hij moest de hele week door het hele dorp patrouilleren op zoek naar bedelaars, leeglopers en andere verdachte personen om ze naar buiten de heerlijkheid te verjagen en ze daar te houden. Hij moest daartoe een keer in de week naar de Moosdijk en Heitrak, twee keer per week naar Liessel, en eens per week naar de Molenhof en Bruggen. De overige dagen van de week moest hij door het hele dorp en de gehuchten Wasberg, Haageind, Kerkeind, Derp, Zeilberg, Breemortel, Vreekwijk, Vloeieind en de Grote en Kleine Bottel trekken.
  2. Als hij dan in een gehucht kwam waar een van de Deurnese regenten woonde dan moest hij daar op bezoek gaan om te vernemen of er iets van hun dienst was.
  3. Hij moest verdachte personen bij de drossaard aanbrengen en als de vagebonden of landlopers zich zouden verzetten dan moest hij de naburen om hulp vragen bij de arrestatie. Wie die hulp weigerde kon rekenen op een boete van 25 gulden.
  4. Hij moest gevangen genomen vagebonden en landlopers bewaken, hen eten, drinken en stro geven en naar de rechtbank leiden.
  5. Hij moest elke dag bij de drossaard komen om te vernemen of er iets van zijn dienst was en om mondeling rapport uit te brengen over zijn dagelijkse patrouille.
  6. Ook moest hij iedereen die schade toebracht aan bomen, heggen of jonge aanplant van de gemeente beboeten en overleveren aan de drossaard. Van de boete kreeg hij dan het derde deel.
  7. Hij moest zich behoorlijk gedragen zodat er geen klachten over hem kwamen.
  8. Hij moest de eed van trouw afleggen.
  9. Hij kreeg iedere twee jaar een nieuwe rok, kamizool en broek

Dat de bedeljager zijn functie serieus moest opnemen bleek op 7 juli 1790. De Deurnese bedeljager Hendrik Adriaans kreeg toen zijn ontslag omdat hij, ondanks herhaalde waarschuwingen, zijn taak verwaarloosde. Hij werd opgevolgd door Goort Cuijpers.