U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Brand van 8 september 1907

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De brand van 8 september 1907 vernielde de bakkerij van Hein van der Heijden aan de Molenstraat ter hoogte van het tegenwoordige adres Molenstraat 12.


Drie dagen later verscheen in de krant het volgende verslag van de brand.

Deurne. Zondag l.l., op hetzelfde oogenblik dat het volk uit de Hoogmis kwam, brak er brand uit in de bakkerrij van H. v. d. Heijden, in de Molenstraat. Alhoewel men aanvankelijk vreesde dat een groot gedeelte der Molenstraat een prooi der vlammen zou worden, bleef de brand, dank de bovenmenschelijke krachtinspanningen van eenige kloeke, onversaagde mannen, beperkt tot de bakkerij.
Onze brandspuiten waren natuurlijk weer aanwezig, doch werden niet in werking gesteld voor het grootste gevaar geweken was. Wanneer zal onze gemeenteraad toch eens werk gaan maken, om eene goed georganiseerde brandweer in 't leven te roepen, die voorzien is van doelmatige materialen.
Gelukkig dat niet eenige minuten vroeger de brand uitbrak, zoodat er onder de Hoogmis geen alarm gemaakt werd, want dan waren er wellicht door het naar buiten stormen der massa volk, ongelukken in de kerk gebeurd.

Naar aanleiding van deze brand verscheen in dezelfde krant het volgende ingezonden stuk.

Deurne , 10 Sept. 1907.
M. de Redacteur.
Verzoeke beleefd plaatsing voor onderstaande regels.
Al wie Zondag getuige is geweest van den brand in de Molenstraat moet zich geërgerd hebben over de onverantwoordelijke wijze, hoe ons gemeentebestuur bij dergelijke gelegenheden optreedt, of beter gezegd, zich nergens mee moeit. Aan toeschouwers natuurlijk geen gebrek; de weg was zwart van 't volk, doch hulpvaardige handen ontbraken bijna geheel en al. Van de brandweer was niets te hooren of te zien en ofschoon een ieder als zijne overtuiging uitsprak, dat de brand, die nog maar alleen in de bakkerij voortwoedde, zou overslaan naar het belendende woonhuis, met nog drie daaraan vastgebouwde huizen, allen van neringdoenden, — de honderden toeschouwers, meestal met de handen in den sak, bleven roerloos staan, alsof het de eenvoudigste zaak van de wereld gold.
Doch spoedig vertoonde zich eenige dapperen (geen brandweermannen) op het dak van het brandende perceel, boven de vlammen; vrouwen uit de buurt, bevreesd voor het behoud van eigen have en goed, brachten honderden emmers water bij, hetgeen door het ontelbare publiek lijdelijk werd aangezien, terwijl van brandweer of spuit niets te zien was.
Onophoudelijk, meer dan een uur lang, werd een massa emmers water in den vuurgloed gegooid, alhoewel men gedurig vreesde, den strijd tegen het woedende element in de hoog uitslaande vlammen te moeten opgeven, doch zij, die daar boven op de muren stonden in de verzengende hitte, zonder te denken aan eigen lijfsbehoud, gaven de hoop niet op, en eindelijk mochten zij het genoegen smaken, het vuur overwonnen te hebben.
Een woord van hulde zij hier gebracht aan den moedigen held W. Janssens, aan wiens belangloos optreden het hoofdzakelijk, zoo niet uitsluitend te danken is, dat minstens vier gezinnen niet dakloos werden, ongerekend de finantieele schade. Het is dan ook te hopen, dat door de betrokken brandverzekering genoemde J. voor zijn krachtdadig optreden, eenigszins moge worden schadeloos gesteld. Doch hier rijst nu de vraag: indien het gemeentebestuur niet kan of wil besluiten, om eene flinke brandweer te organiseeren en degelijke bluschmiddelen aan te schaffen, of het dan niet ligt op den weg der ingezetenen, om pogingen in het werk te stellen, om het gemeentebestuur daartoe te verplichten. Want wat in dergelijke omstandigheden in dit opzicht hier gebeurt, vindt zijne weerga niet in de armste gemeente. 't Is schande!! X.[1]


Bronnen, noten en/of referenties