Classificatie van grondeigendommen van de gemeente Deurne en Liessel bij de invoering van het kadaster

Classificatie van grondeigendommen van de gemeente Deurne en Liessel bij de invoering van het kadaster

Onderstaand de (meestal letterlijke) tekst die bij de invoering van het kadaster per 1 januari 1832 hoorde bij de beschrijving van de onroerende goederen en de bepaling van de hoogte der belastingen.

BESCHRIJVING DER GEMEENTE.

Ligging

De gemeente Deurne is gelegen anderhalf uur gaans van Asten, hoofdplaats van het kanton, een half uur van Vlierden, een van Bakel en Milheze, twee van HeLmond en vijf van Eindhoven, hoofplaats van het arrondissement en hare marktplaats.

Aangrenzende gemeente

Zij wordt ten noorden en oosten begrend door de gemeente Venray, Horst en Meijel, provincie Limburg, waarvan zij door de uitgestrekte veen en moergronden, genaamd de Grootte Peel, afgescheiden wordt, ten zuiden paalt zij aan het grondgebied van Asten en Vlierden en ten westen wordt zij door dat van Bakel ingesloten.

Rivieren en beeken

Het eenigste beekje, dat melding verdient en hare uitgestrekten schralen bodem voor een gedeelte doorstroomd, is de zoogenaamde Bakelsche Aa en voorts eenige kleine niets beduidende waterleidigen, allen in de moerassen ontspringende, langs welke des winters het peel-water wordt afgeleid.

Grootte buurtwegen

Van eenen aanmerkelijken afstand van den grootten weg, welke het arrondissement doorloopt verwijderd zijn het alleen de buurtwegen naar de aangrenzende gemeenten, die hier aanmerking verdienen, welke des zomers veeltijds zandig en des winters uit gebrek aan behoorlijke afleiding in geen beter staat verkeren, zoodat de gemeenschap met de naburige plaatsen, zoowel moeyelijk als onaangenaam is.

Graad van vruchtbaarheid van den grond

De grond is er voor het grootste gedeelte beneden middelmatige hoedanigheid en wordt in groote, middelbare en kleine massen bebouwd. De uitgestrekte woeste inculte gronden, welke nagenoeg 4/5 gedeelte van hare geheele oppervlakte bevatten, zijn voor geene ontginning vatbaar, bestaande dezelve grootendeels uit lage moerasgronden, zandduinen of hooge heivelden, waaraan met geene mogelijkheid eenige verbetering kan worden toegebragt en alzoo in den staat der natuur, waarin dezelve tot dusverre rusten, voor altijd zullen verblijven.

Voortbrengselen van den grond

Hare voornaamste voortbrengselen, bestaan in rogge, boekweit, haver, aardappelen, hooi, spurie enz., waarvan de rogge de hoofdteelt is. Schaarhout wordt hier genoegzaam geen gevonden, alleen vindt men er eenige dennebosschen, welke over het geheel door de schraalheid van de grond, slecht voortkomen en hier ook van weinig waarde zijn.

Veefokkerij

De voornaamste veefokkerij is die van runderen en schapen, paarden worden er niet gekweekt en moeten alzoo tot gebruik van den landbouw, elders ingevoerd worden. Het aantal uitsluitend bij denzelven in gebruik,is echter niet zeer groot, terwijl men hier zich veel van ossen bediend, om dezen ligten zandgrond te bebouwen. Nogthans is het grasgewas, dat deels door sterke bemesting, deels op lage zure gronden gewonnen wordt in verre na niet toereikende tot onderhoud voor het hoornvee, om welke reden den landman verplicht is, des winters veel stroo te voeren, waardoor het toebereiden der miststoffen bezwaarlijk valt, moetende hierin door heide of ander strooisel worden voorzien.

Takken van nijverheid der inwoners

De voornaamste tak van nijverheid den landbouw zijnde, wordt er geen andere handel gedreven dan in de voortbrengselen van den grond en wel hoofdzakelijk in rogge, die hier algemeen van goede hoedanigheid is. Ook vinden een groote aantal inwoners, gedeeltelijk hun bestaan bij het steken of maken van turf in den Deurnsche of Grootte Peel, welke des winters deels en de gemeente zelve, deels in de omliggende plaatsen verbruikt wordt.

Gebouwde eigendommen

Deze gemeente is zamengesteld uit hare hoofdplaats of kuip, genoegzaam te midden van haar uitgestrekt grondgebied gelegen en voorts uit eenige verspreide gehuchten, waaronder dat van Liessel de voornaamste melding verdient. Het dorp op zichzelve bevat circa (......) huizen, minder of meerder goed gebouwd, hieronder vindt men het kasteel van de heer Baron De Smeth, zijnde een ruim en wel onderhouden gebouw, hetwelk de eerste klasse uitmaakt. De overige klassen zijn zamengesteld uitgewone huizen van den burgerstand, landbouwers en ambachtslieden, waarvan de beide laatste soorten doorgaands slecht onderhouden zijn. Voorts vindt men hier twee windgraanmolens, twee rosoliemolens, vier kleine bierbrouwerijen, van welke twee buiten werking, een dito jeneverbranderij, alsmede drie pottenbakkerijen van geringe waarde.

Bevolking

De geheele bevolking bedraagd 2924 zielen.

Bouwlanden

De bouwlanden, zijn verdeeld in vijf klassen naar de onderstaande verscheidenheden.

le klasse. De eerste klasse bestaat uit eene zwarte groeiaarde ter diepte van circa 25 duim, op een goed doorzijgd leemachtig zandbed rustende, geschikt voor het teelen van zomer- en wintergraan, als rogge, haver, boekweit, aardappelen enz., hetwelk nogthans door zorgvuldige bemesting moeten worden voortgebragt. De bunder wordt geschat op .f 20,--

2e klasse. De tweede klasse bevat mede eene zwarte groeiaarde van dezelfde diepte, maar deels hoger, deels lager, ofwel te ver van het bewoond gedeelte der gemeente gelegen. Men verbouwd hierin dezelfde graansoorten, als in die der le klasse, welke nogthans door eene sterkere bemesting moeten worden voortgebragt. De bunder is begroot op f 16,--

3e klasse. De derde bevat de gewone hooge akkergronden, hebbende eene ligte grijze groeiaarde ter diepte van circa 15 duim, op een rood of geel zandbed rustende, hoofdzakelijk geschikt tot het verbouwen van rogge en boekweit, hetwelk door jaarlijksche sterke bemesting moet worden bevorderd. Het bunder wordt geschat op f 12,--

4e klasse. Onder deze zijn gerangschikt de al te hoog of lage koude zandgronden, ter diepte van 10 à 12 duim, op een hard zandbed rustende, alleen geschikt voor rogge, boekweit of spurrie, hetwelk door zware bemesting moet worden voortgebragt. Aan deze kan men geene hoogere waarde geven als f 8,--

5e klasse. De vijfde of laatste klasse bevat de schrale ondankbare heidegronden, waarvan de rogge als het ware, door buitengewone bemesting van den grond moet worden afgedwongen en mitsdien de kosten van bebouwing genoegzaam onwaardig zijn. Men heeft dezelve niet hoger mogen schatten als f 3,--

Moestuinen

De tuinen hoezeer allen in de nabijheid der woningen gelegen, worden om het verschil van grond in twee klassen verdeeld.

1e klasse. De eerste soort bevat de tuinen, welke op een terrein der eerste of tweede klasse bouwland gelegen, deels met, deels zonder vruchtboomen beplant zijn, waarin men zich op het teelen der gewone groenten toelegd, echter niet anders als voor eigen gebruik. Uit aanmerking van derzelver gunstige ligging, waardoor dezelve zonder veel kosten door sterke bemesting en vruchtbaarheid onderhouden worden, gevoegd bij hetgeen soms de vruchtboomen daarenboven opleveren, zoo heeft men vermeend dezelve een vierde boven de bouwlanden der 1e klasse te moeten schatten, zijnde alzoo de Ned. bunder op f 25,--

2e klasse. De tweede klasse bevat de gewone tuinen der landbouwers, waarin eenige weinige groenten geteeld worden, tot het dagelijks onderhoud nodig. Zij zijn in waarde genoegzaam aan het omliggende land gelijk en kunnen mitsdien niet hoger geschat worden, als gelijk aan het bouwland der 1e klasse zegge f 20,--

Boomgaarden

Eenige weinige perceelen behooren tot deze soort van eigendom, welke men om derzelver verschil in twee klassen heeft moeten verdeelen.

1e klasse. De eerste klasse bevat de beste stukjes gronds van deze soort, in de nabijheid der woningen gelegen en vrij regelmatig met appelen-, peeren-, of kersenboomen beplant, onder welke somtijds groenten geteeld worden, of wel den grond met graszoden bezet blijft. Dit een en ander in aanmerking nemende, gevoegd bij de goede hoedanigheden van den grond, die aan die der 1e of 2e gelijk kan geacht worden, zoo heeft men vermeent hieraan dezelfde waarde te moeten toekennen, als aan die der tuinen van de 1e klasse zegge f 25,--

2e klasse. De tweede soort bevat eenige perceelen, welke op eenen schralen zandgrond met slecht groeyende vruchtboomen, onregelmatig bezet zijn, waarvan den eigenaar weinig voordeel te wachten heeft, uit hoofde dezelve echter bij de woningen gelegen zijn, moet men hieraan de zelfde waarde geven, als voor de tuinen der 2e klasse is uitgetrokken, f 20,--

Weilanden

De weilanden zijn verdeeld in vijf klassen,naar gelang van derzelver aanmerkelijk verschil, hetwelk men ander deze soorten van eigendommen ontwaard.

De eerste klasse : bestaat uit goede gezonkene weilanden, op eenen veenachtigen ondergrond rustende en mitsdien tegen droogte goed bestand. Zij brengen door jaarlijksche bemesting een goed gezond weigras voort, hetwelk deels gehooid, deels geweid wordt. De bunder wordt begroot op f 20,--

De tweede klasse : bevat deels hoge, deels lage veenachtige weilanden, welker aard verre beneden die der le klasse gerekend wordt, maar nogthans door jaarlijksche bemesting eene vrij goede weide voor het hoornvee voortbrengen. De bunder wordt geschat op f 16,--

De derde klasse : bevat de al te hoog of laag gelegene weigronden, veelal verre van de hoeve, waardoor de jaarlijksche zorgvuldige bemesting, die dezelve behoeven bezwaarlijk wordt. Zij geven een middelmatig voedzaam gras, hetwelk veelal ter beweiding, of wel tot wintervoeder gehooid wordt. Men kan hieraan geene meerdere waarde toekennen als f 12,--

Onder de vierde : zijn gerangschikt de lage zuure, of al te hooge en dorre weigronden, een kort, hard, zuur en onvoedzaam hooigras voortbrengende, nauwelijks geschikt tot voeding van hoornvee. Men kan dezelve niet hoger schatten als f 8,--

De vijfde klasse : bevat de zuure onvruchtbare gronden, veeltijds onder water staande, een grof, hard veengras voortbrengende, met biezen vermengd, veelal tot strooisel verbruikt wordt. Aan deze heeft men de geringe waarde moeten toekennen als .f 3,--

Hakhout

Over de geheele aanzienlijke uitgestrektheid dezer gemeente, vind men slechts vijf bunders, dezer soort van eigendommen, welke men om derzelver verschil in twee klassen heeft moeten verdeelen.

le klasse. De eerste klasse bevat eenige weinige perceelen, welke regelmatig met eiken of elzen bezet zijn en gewoonlijk om de 6 jaren gehakt worden. De geringe waarde, welke over het geheel aan het hout wordt toegekend, uit hoofde de Peel eenen onuitputtelijken schat van brandstoffen, slechte voor den arbeid der inwoneren aanbied. Zoo kan men dezelve niet hoger schatten als f 8,--

2e klasse. De tweede soort bevat eenige perceelen schaarhout, op schrale heidegronden aangelegd, of van zelve opgeslagen, hier en daar met eenige elzen-, eiken- of berkenstruiken bezet zin en genoegzaam geener waarde hebbende. Dezelve heeft men niet hoger mogen schatten als f 2,--

Opgaand geboomte

Het opgaand geboomte is hier evenals het schaarhout van weinig belang, zij bestaan grootendeels uit voorpotingen, welke uit hoofde van de ongunstige gesteldheid van den grond voor houtgewas, slecht groeyen, om derzelver onderling verschil zijn zij in twee klassen verdeeld.

1e klasse. De eerste klasse vindt men langs of op gronden der derde of vierde klasse bouwland, vrij regelmatig met eiken of andere houtsoorten beplant.Uit hoofde van geringe waarde, die het hout ter dezer plaatse heeft, wordt hetzelve gelijk geschat met het schaarhout der 1e klasse, zegge f 8,--

2e klasse. De tweede bevat de voorpotingen en andere beplantingen op schrale heidegronden, waarvan den eigenaar zeer weinig voordeel trekt en eene eeuwtijds verloopt, voordat het hout hakbaar is. Men kan hieraan geene hoogere waarde geven als f 2,--

Dennebosschen

Deze worden verdeeld in drie klassen, naargelang van derzelver aanmerkelijk verschil. De eerste vindt men op eenen vrij goeden doorgaanden heigrond, regelmatig met welwassende dennen bezet. Om dezelfde reden als hiervoor bij het opgaand geboomte werd aangehaald, kan men aan deze soort van eigendom geenen hoogeren prijs toekennen, als de Nederlandsche bunder op f 8,--

Onder de tweede klasse vindt men de mindere soorten van dennebosschen, op leemachtige koude heigronden gezaaid, met slecht groeijend hout bezet. Men heeft dezelve moeten schatten, op de helft der le klasse, zegge f 4,-

De derde soort is zamengesteld uit oude teniet gaande bosschen, hier en daar met eenige struiken bezet, alsmede uit eenige nieuw bezaaide heidegrond, welke een als ander den eigenaar geen voordeel opleveren. Men mag dezelve niet hooger schatten als f 2,--

Vischvijvers en grachten tot vermaak.

De vischvijvers of grachten van het kasteel, alleen tot vermaak daargesteld, worden begroot naar de waarde van het bouwland der 1e klasse, ingevolge de wet f 20,-

Heide en zandduinen

De zeer uitgestrekte woeste gronden alhier, waarvan in geene gemeente, dezer provincie zulken massa gevonden wordt en nagenoeg achtduizend bunders bevatten, heeft men noodzakelijk in drie klassen moeten verdeelen.

De eerste klasse bevat de beste heidevelden, welke een kort, hard veen- of heigras opleveren, tot schaapsweide gebruikt worden, door hunne ligging en hoedanigheid van grond voor ontginning vatbaar. Aan deze heeft men geene hoogere waarde mogen toekennen als de Ned. bunder op f 1,--

Onder de tweede soort heeft men gerangschikt, de minder gunstig gelegen heidegronden, waarvan de eigenaar of bruiker niets als eenige heideplaggen of strooisel afhalen en voor het overige van geen waarde zijn. Men schat dezelve op de helft der le klasse, zegge f 0,50

Onder de derde klasse heeft men geplaatst de heide en zandduinen en uitgestrekte moergronden, welke voor geene ontginning vatbaar zijn, waarom dezelve op het minimum bij de wet vastgesteld geschat worden, zegge f 0,25

Modderpoelen en water

De waterkolken of plassen, die men hier allerwege aantreft, schijnen door vroegere uitveeningen of andere onbekende oorzaken ontstaan te zijn en brengen hoegenaamd niets op, om welke redenen dezelve ware het mogelijk beneden het minimum behoorden geschat te worden, met welken tax zij te hoog belast zijn, zegge f 0,25

Oppervlakte der gebouwen

De oppervlakte der gebouwde eigendommen en plaatsen worden geschat, op de waarde der bouwlanden van de 1e klasse, ingevolge de wet f 20,--

Windgraanmolens

Men vindt hier twee molens, welke men uit hoofde van derzelver verschil van waarde, ieder op zichzelve heeft moeten begroten.

De eerste is een standaardmolen, geheel in hout, besten staat van onderhoud en voordeligen stand, in de nabijheid van de kom der gemeente en van alle zijden in den wind geplaats. Hij werkt met twee paar steenen tot het breken van alle graan, welke gelijktijdig kunnen werken. Door den eigenaar, de Baron de Smeth, in onderhandsche huur afgestaan aan Ant. Truijen, voor een onbekende som, zoo heeft men dezelve niet anders als bij vergelijk van andere graanmolens in andere kantons en in verband met de bevolking dezer gemeente kunnen begrooten op eene zuivere huurwaarde van f 350,--

De tweede is meede eenen standaardmolen van gelijke werking en onderhoud, maar op een half uur afstands van het bewoond gedeelte der gemeente gelegen en mitsdien minder in waarde. Door denzelfden eigenaar aan denzelven pachter, als voren verhuurd en in gebruik, zoo heeft men dezen niet anders als op voormelden voet kunnen schatten op eene zuivere waarde van f 250,--

Rosoliemolens

Men vindt hier twee rosoliemolens, welker zamenstelling weinig van elkander verschillen.

De eerste is eenen welonderhouden molen, werkende met een paar extra zware en schoone steenen en enkelde oliebank, alles in een goed ingerigt loccaal geplaats, voorzien van de nodige zaadzolder. Bij den eigenaar G. van Hansbergh in gebruik, werkende deels voor eigen rekening, deels voor loon, men heeft dezelve bij vergelijking moeten begrooten van andere soortgelijke bedrijven dezer provincie op f 44,--

De tweede is meede eene welonderhouden oliemolen, genoegzaam van dezelfde grootte,maar in een minder gerijfelijk locaal geplaatst zonder zolder, door den eigenaar J.W. van de Mortel onderhands in huur afgestaan aan J. Mooren, met de daarbij behoorende huizingen en weiland, zoo heeft men dezelve bij vergelijk moeten schatten op f 40,--

Bierbrouwerijen

Men telt in deze gemeente vier bierbrouwerijen, waarvan er slechts twee nog in werking zijn, zij worden in drie soorten onderscheiden.

De eerste is eene kleine, maar welingerigte brouwerij in het gehucht Liessel gelegen, werkende met een ketel van 22 en roerkuip van 14.65 vaten, voorzien van de noodige koelbak en kelders, mouterij en eest enz., alles in een wel onderhouden locaal geplaatst. Men maakt hier 30 à 40 brouwsels gewoon bier per jaar, hetwelk in de gemeente of omliggende plaatsen gebruikt wordt. Bij eigenaresse de wed. Jan Griensven in gebruik, zoo wordt dezelve bij vergelijk van andere soortgelijke inrigtingen geschat op eene zuivere huurwaarde van f 36,--

Onder de tweede vindt men eene kleine brouwerij, werkende met een ketel van 14 en eene roerkuip van 21.60 vaten, voorzien van koelbak, kelder en mouterij, een en ander in een welonderhouden, maar klein locaaltje geplaatst, ook hier worden jaarlijks circa 40 brouwsels gewoon bier gemaakt, hetwelk dezelfde bestemming heeft. Bij den eigenaar M. van den Boomen in gebruik zijnde ,heeft men dezelve bij vergelijking moeten begrooten op eene waarde van f 30,--

Onder de derde soort vindt men twee oude vervallene brouwerijen, welke sedert jaren buiten werking zijn en waarvan het materieel als gebouwen zelve, genoegzaam onbruikbaar zijn. Men heeft aan beide deze geene hoogere waarde mogen geven als f 16,--

Branderij

Er bestaat hier een kleine branderij, gelegen op circa 2 uren afstands, op een van de uithoeken der gemeente, werkende met een ketel van 4.70 vaten en twee beslagkuipen van denzelfden inhoud, een en ander in een klein huisje geplaatst, maar over het geheel welonderhouden. Het debiet van soortgelijke inrigtingen in dit verwijderd gedeelte der provincie, zeer gering zijnde, heeft men dezelve niet hoger mogen schatten als f 30,--

Pottebakkerijen

Drie pottebakkerijen zijn in deze gemeente in werking, welke een grof, slecht soort van aardewerk vervaardigen, hetwelk in de gemeente en omliggende dorpen onder den boerenstand gebruikt wordt.

De eerste bestaat uit een pottebakkerij, werkende met een oven en twee of drie draaistoelen. Het gebouw, waarin hetzelve zich bevindt, meerder in aanmerking nemende dan het geringe bedrijf, zoo heeft men vermeend hetzelve te moeten begrooten op eene waarde van f 24,--

De tweede is in debiet weinig minder dan de eerste, maar uit hoofde van het slechter locaal en ver buiten de gemeente gelegen, kan men dezelve niet hoger schatten als f 16,--

De derde is in werking genoegzaam aan de vorige gelijk, maar veel minder in zamenstel van geboow, waarom dezelve niet hoger mag geschat worden, als op eene huurwaarde van f 8,--

Huizen

De huizen worden verdeeld in tien klassen, naar gelang der verscheidenheden die men tusschen dezelve vindt. Zij worden over het algemeen door de eigenaren zelve bewoond, of met tot den landbouw dienende gebouwen en andere eigendommen verhuurd, veelal, op mondelinge voorwaarden of andere overeenkomsten, welke uit gebrek aan geloofwaardigen vorm niet tot grondslag der schatting dienen kan. Uit hoofde van de onnaauwkeurigheid der ingewonnen berigten van dien aard, heeft men dezelve moeten rangschikken, volgens de huurwaarde, welke daaraan naar mate hunner uitgestrektheid, inwendige inrigting, staat van onderhoud en voor- of nadeeligen stand, kan worden toegekend.

De eerste klasse bevat het kasteel van den Baron Jh. de Smeth, zijnde in de nabijheid van de kom der gemeente gelegen en voorzien van ruime beneden- en bovenvertrekken, koetshuis, installingen, alles in vrij goede staat van onderhoud.

Onder de tweede en derde klasse vindt men de welingerigte burgerwoningen, van de noodige vertrekken voorzien, in goede staat van onderhoud, deels tot negotie of neringen ingerigt, waaronder eenige op eenen voordeeligen, anderen op minder gunstigen stand geplaatst zijn.

De vierde en vijfde klasse is zamengesteld uit minder ruime woningen der burgerklasse, deels bij neringdoende of ambachtslieden in gebruik, maar over het geheel vrij wel onderhouden.

Onder de zesde en zevende klasse vind men de beste en gewone boerehuizen, van de vereischte ruimte en inrichting voorzien, de laatste veelal slegt onderhouden.

De achtste en negende is zamengesteld, uit kleine en bouwvallige boerewoningen en huisjes der dagloners, waarvan het grootste getal in slechten staat is.

De tiende klasse bevat de hutten in leem en stroo, met eene deur en venster, der armoede tot schuilplaats strekkende, waaronder veele bijna onbewoonbaar.

De schatting van ieder der bovengenoemde klassen, naar de opgegevene grondslagen bijeengenomen en na aftrek van het inkomen van derzelver oppervlakte word bepaald als volgt:

klasse	aantal	onzuiver inkomen zonder inbegrip der oppervlakte	zuiver inkomen na aftrek van het een vierde op het onzuiver inkomen	Huizen gekozen tot voorbeelden aanwijzing der wijk-nommers	namen en voornamen der eigenaars
1	1	f 200,00	f 150,00	C 483 D 15	Smeth, Theodorus Baron de Mortel, Jan Willem van de
2	4	f 72,00	f 54,00	F 36 C 655	Laats, Hendrik Jacob Mortel, Gerrit van de
3	10	f 60,00	f 45,00	E 75 D 313	Goossens, Willem Eijk, Johannus van
4	12	f 48,00	f 36,00	E 48 C 662	Brangers, Peter Wouters, Johannes
5	16	f 36,00	f 27,00	E 20 C 385	Kuijpers, Hendrik Smeth, Theodorus Baron de
6	38	f 28,00	f 21,00	E 3 C 499	idem Hikspoors, de kinders Hendrik
7	98	f 20,00	f 15,00	E 333 D 140	Martens, Francis Peter Hugten, de wed. Lambts. van
8	192	f 12,00	f 9,00	E 419 D 1109	Munsters, Peter Hendrik Gastel, de wed. Arn. van
9	126	f 8,00	f 6,00	E 424	Lierop, Adriaan van
10	82	f 4,00	f 3,00	C 630 J 407	Kuijpers, Peter Bree, Peter van

Schatting per klasse Het blijkt uit de vorenstaande dat iedere soort van kultuur, en iedere klasse van eigendom, is geschat zoo als in de onderstaande tabel wordt aangewezen. soort van eigendommen klasse begroting van het zuiver inkomen Nederlandsche bunder

Belasting in guldens per klasse
Soort	Klasse 1	Klasse 2	Klasse 3	Klasse 4	Klasse 5
Bouwlanden	20,00	16,00	12,00	8,00	3,00
Moestuinen	25,00	f 20,00
Boomgaarden	25,00	20,00
Weilanden	20,00	16,00	12,00	8,00	3,00
Hakhout	8,00	2,00
Opgaand geboomten	8,00	2,00
Dennebosschen	8,00	4,00	2,00
Heide	1,00	0,50	0,25
Water	0,25
Vischvijvers en gragten	20,00
Oppervlakte der gebouwen	20,00
Wind-graanmolens	400,00	300,00
Ros-oliemolens	44,00	40,00
Bierbrouwerijen	36,00	30,00	10,00
Branderij	30,00
Pottebakkerijen	24,00	16,00	8,00

Huizenklasse	Schatting
1	150,00
2	54,00
3	45,00
4	36,00
5	27,00
6	21,00
7	15,00
8	9,00
9	6,00
10	3,00

Gedaan en gesloten te Boxmeer den 30 january 1831

De Schatter H. Vogels

Bronnen, noten en/of referenties