U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Commies der rijksbelastingen

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Pieter K (overleg | bijdragen) op 28 nov 2010 om 17:19 (Commissen relaas hernoemd naar Commies der rijksbelastingen)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De commies der Rijksbelastingen was een gevreesd beambte voor degene die de belastingen wilde ontduiken. Er zijn in Deurne meerdere voorbeelden van ingrijpen door een of meer van dergelijk commiezen.


Illegaal meelvervoer[bewerken | brontekst bewerken]

Op 4 maart 1850 lagen 's avonds twee commiezen in een bosje op de loer ten zuiden van Liessel. Ze zagen vanaf de Heitrak iemand naderen, die een zak op zijn schouder droeg. Deze persoon werd gewaarschuwd door gefluit van enkele andere personen, die kennelijk de hinderlaag ontdekt hadden, en vluchtte het huis in van Arnoldus van der Wallen. Daar werd hij alsnog in zijn kraag gegrepen door de commiezen. Het bleek te gaan om de Liesselse landbouwer Martinus Michels, die moest toegeven dat hij geen geldig vervoerbewijs had voor zijn zak roggemeel, waarmee hij van Meijel kwam. Hij kreeg een boete van f 21,60, een gulden voor ieder pond meel.[1]

Op 20 februari 1851 ontdekten de commiezen opnieuw een meelsmokkel op circa duizend passen van de Meijelse grens in de Liesselse Peel. Enige personen, met een zak op hun schouder, maakten zich uit de voeten toen ze de dienaren der wet ontdekten en vluchtten naar een bewoonde hut in de Peel. De commiezen zagen hoe enkele personen hun zak in een waterput probeerden leeg te gooien en hoe een ander zijn meel verstrooide op de grond. Met de lege zakken vluchtten ze verder. De commiezen probeerdem met hune handen het verstrooide meel zo veel mogelijk te verzamelen en brachten het in een geleende zak naar het belastingkantoor in Asten.[2]

Vondst jachtgeweer[bewerken | brontekst bewerken]

De commiezen der 's Rijksbelastingen uit Liessel vonden op 5 december 1854 een eenloops jachtgeweer. Ze zetten daarover het volgende relaas op papier:

Op dinsdag den vijfden December 1800 vierenvijftig hebben wij Arnoldus Deijnen en Antoon Nuijten, Commissen bij ’sRijks belastingen, onbezoldigden opzieners der jagt en visscherij, wonende te Liessel, uit krachte onzer aanstellingen van den zesden Maart achtienhonderd twee en vijftig bevonden des voormiddags omstreeks tien ure, onze gewoone Surveillance doende op eventueele overtredingen der wetten op ’sRijksmiddelen, in het gehucht Neerkant van de gemeente Deurne en ter plaatse genaamd Moosdijk in een aldaar bevindend mastboschjen hebben gevonden een eenloops jagtgeweer, zonder laadstok, hetwelke wij tot ons genomen hebben, teneinde door ons gewaarmerkt bij den Heer Burgemeester der Gemeente Deurne c.a. te worden overgebracht, om door Zijnweledelachtbare met hetzelve geweer kunne worden gehandeld gelijk zal behooren.
Er is hiervan dit relaas opgemaakt, ’t welk nog op den eed bij den aanvang onzen bediening afgelegd, verklaren overeenkomstig de waarheid te zijn. Opgemaakt te Liessel, den vijfden December 1854
Opziener der Jagt en Visscherij A. Nuijten - A. Deijnen
[3]


Referenties
  1. 4-3-1850 Aanvulling adm. arch. Deurne doos XI map.326
  2. 10-2-1851 Aanvulling adm. arch. Deurne doos XI map.326
  3. Gepubliceerd als "Relaas" in: Paraat, het personeelsblad van de Gemeentepolitie Deurne – jaargang 1978, nr. 6. blz. 16.