De Beukels
In blauw het Deurnese gedeelte van de Beukels en in rood de Vlierdense Beukels. |
De Beukels is een toponiem dat zowel in Deurne als in Vlierden gebruikt werd door de weilanden, liggende in het beekdal van de Oude Aa of Vloeieindse Loop, stroomafwaarts van het Hondseind.
Andere benamingen voor dit gebied waren, met vermelding van het vroegste jaartal:
|
|
|
|
|
De naam Bikkels of Beukels is afkomstig van het Middelnederlands -boke- en -boeke-, met dialectische umlautsvorm -buek-, waaruit weer dialectisch -bik- ontstond.
Uit beukenbos -bôkloh- ontstond -Bokel- met Umlaut beukel.
Het Oudkeltisch kende een woord voor beuk -bago- < Indogermaans -bhago-, zoals in Bavay/F < Bagacum, in talloze plaatsnamen met -bag-, en met verharding van Keltische -g- tot Germaanse -k- terug te vinden in bv. Silva Bacenis ('woud van beuken'), zoals Caesar het Harzwoud noemde.
De oudste vorm van Bakel was in 714 -Bago-loso-, later 721 Bac-laos; komt dus van Keltisch -bago- = beuk. -Los/loz- is de zuidelijke vorm van -loon- ('bij de bossen'). Bagoloso en Baclaos betekenen dus beide: in/bij de beukenbossen.
Beuken groeien het best op leemhoudende vochtige gronden. Dat is een grondsoort die in Deurne en omgeving veel voorkwam. De meeste beukenbossen zijn al vroeg gerooid, waarschijnlijk al voor 1200. Daarom is de naam van de beuken vrijwel alleen bewaard gebleven in de namen van weilanden en beemden die op die plaatsen ontstonden. De vormen met een verzamelsuffix -t wijzen op bossen van beuken. Dit geldt uiteraard ook voor de verzamelvormen met -el- (< -lo = 'bos'). Beukel betekent dus letterlijk 'beukenbos'.[1]
Er zijn ook een aantal samengestelde toponiemen bekend, waarin -beukel- voorkomt:
- De Beuckelacker - 1656
- De Grote Kivitsbeukel - 1775
- De Kleine Kivitsbeukel - 1775
- De Beukelpad - 1808
- Het Beukelveld - 1808
In het natuurgebied De Bikkels komt de jeneverbes voor die in de volksmond ‘Békels’ worden genoemd.
Bronnen, noten en/of referenties
|