De Gereformeerde Kerk te Helenaveen
De Nederduitse Gereformeerde Kerk van Helenaveen ontstond in 1892 na de protestantse kerkscheuring van 1886.
Eind 19e eeuw probeerden enkele Helenaveense gemeenteleden herhaaldelijk maar tevergeefs hun kerkenraad zodanig veranderingen dat meer macht naar de plaatselijke kerkenraad ging. Ook een formele schriftelijke poging daartoe in 1889 mislukte. Daarom werd eind 1891 vanuit Helenaveen hulp ingeroepen van de classis van de Dolerende Kerken.
Dominee Feringa uit Klundert kwam naar Helenaveen om de noodzaak van reformatie van de kerk uit te leggen en te mogelijke tot oprichting van een zelfstandige gemeente te onderzoeken. De belangstelling voor zijn voordracht bij zijn bezoek aan Helenaveen op dinsdag 12 januari 1892 was niet groot, mede omdat net op die middag een flinke brand in het dorp had gewoed. De stembevoegde aanwezigen waren A. Buijs, G. Buijs, F. Blankenstijn, J. Veldman, G. Brink en J. van de Bovenkamp. Van hen werden A, en G, Buijs tot ouderling en F. Blankenstijn tot diaken gekozen en 31 januari 1892 werden ze door ds. Feringa in hun ambt bevestigd. In De Heraut van 7 februari 1892 werd de instituering van de kerkelijke gemeente in Helenaveen officieel bekend gemaakt.[1]
In de beginperiode werd gekerkt in het huis van de familie Buijs in de Geldersestraat, met een onderbreking van enkele jaren, waarin men bij de familie Kappe in Griendtsveen bijeen kwam.
Vanaf november 1926 was de Gereformeerde Kerk te Helenaveen een wijkgemeente van de Gereformeerde Kerk te Helmond. De gereformeerden bleven toch meestal in Helenaveen bij elkaar komen. vanaf november 1931 werd iedere zondag in Helenaveen een kerkdienst gehouden en ging de predikant eens per maand voor. De andere zondagen las de Helmondse ouderling G.B. Praasterink een preek.
In oktober 1941 werd de Helenaveens ouderling C. Hoogendoorn speciaal benoemd om de Helenaveense belangen te behartigen, Vanaf 1943 kerkten de gereformeerden van Helenaveen in de huiskamer van de familie Hoogendoorn in de voormalige jeugdherberg aan de Geldersestraat 2a, waar de die sinds het afbranden van hun boerderij woonde.
Ouderling Hoogendoorn werd opgevolgd door zijn zoon Jac. Hoogendoorn. Na een tussenperiode van enkele jaren op de Geldersestraat 3 bij de familie Ulens werden de huiskamerdiensten weer in de jeugdherberg gehouden.
Bronnen, noten en/of referenties
|