De zusjes Kuijten
De drie zusjes Kuijten uit de Sint-Jozefparochie kwamen op zondagavond 8 november 1959 bij een ernstig verkeersongeval op de Vlierdenseweg om het leven.
Ongeluk[bewerken | brontekst bewerken]
De drie gezusters Martina (21), Maria Petronella (18) en Wilhelmina Henrica (17), dochters van Wouter Kuijten (1906-1990) en Johanna Francisca Berkers (1907-1999), liepen zondagavond 8 november 1959 gearmd met hun vrienden aan de linkerzijde van de Vlierdenseweg het verkeer tegemoet richting station, toen ze door een dronken automobilist die met een snelheid van 90 km op de verkeerde weghelft reed, van achteren werden aangereden. De meisjes werden door zijn auto een voor een tegen het wegdek gesmakt en waren vrijwel op slag dood.
Verdachte[bewerken | brontekst bewerken]
De automobilist die bemerkte wat er gebeurde, reed uit angst voor de gevolgen door, doch werd maandagochtend vroeg in zijn woning aan de Nistonweg in Deurne van zijn bed gelicht. Zijn adem riekte nog naar alcohol. De zwaar beschadigde huurauto stond naast zijn woning geparkeerd. De linker koplamp werd er bij de botsing afgeslagen en die vond de Rijkspolitie Deurne bij de plaats van het ongeluk op de berm van de weg.
De verdachte, de 25-jarige J.B., verklaarde door regelmatig cafébezoek contacten aan te willen knopen, hetgeen tot dit exces leidde. Die contacten kon hij niet op een normale manier aanknopen, doordat zijn ouders en hij lange tijd tot de Getuigen van Jehova behoorden en daardoor niet in het maatschappelijke leven van Deurne werden toegelaten.[1]
Begrafenis[bewerken | brontekst bewerken]
Drie dagen na het afschuwelijke ongeval, op een trieste herfstachtige woensdagochtend, vond de begrafenis plaats. De lichamen werden eerst in drie lijkwagens van het Deurnese Sint-Jozefziekenhuis aan de Kruisstraat overgebracht naar splitsing van de Vlierdenseweg en de Sint Jozefstraat, dichtbij de plaats waar het ongeluk had plaatsgevonden. Daar werd de rouwstoet geformeerd. Het gemeentebestuur werd vertegenwoordigd door het voltallige College van Burgemeester en Wethouders. Verder waren er Hub van Doorne en Theo van Boven, commandant van Rijkspolitie Deurne. Er werd een groot aantal rouwkransen meegedragen. Ook de Gidsen, de Kabouters, de kleuters van de kleuterschool, bruidjes en gezinsverzorgsters liepen in de stoet mee. Duizenden mensen hadden zich, zwaar aangedaan, langs de weg opgesteld.
Een voor een werden de kisten in de Sint-Jozefkerk binnengedragen, een door de Gidsen, een door de Gezinsverzorgsters en een door de leerlingen van de Mater Amabilisschool.
De H. Mis van requiem werd opgedragen door pastoor Van Abeelen met assistentie van kapelaan Botden en kapelaan Van Geloven. Aan een zijaltaar celebreerde pater Eysink ook nog een H. Mis. Maria, Martha en Mien werden daarna op het kerkhof in één graf bijgezet.
Media[bewerken | brontekst bewerken]
Het nieuws van het rampzalige ongeluk ging de hele wereld over [2] en de familie ontving meer dan tweehonderd brieven met rouwbetuigingen uit heel Nederland.
Bronnen, noten en/of referenties
|