Dijkdoorbraak 1928
Er vond een dijkdoorbraak plaats in de eerste helft van december 1928 in een van de veenwijken ten oosten van het Kanaal van Deurne.
Ongeveer drie kilometer ten zuiden van De Halte begaf begin december 1928 de dijk het. Deze werd provisorisch hersteld maar dat bleek niet afdoende en de dijk brak daar opnieuw door. Er ontstond daardoor een gat van vijf meter breed en twee meter diep. Begin januari 1929 was het gat nog niet gedicht. De doorbraak leverde de gemeente vooral veel schade op omdat de turfafvoer, en daarmee een groot deel van het veenbedrijf, enige weken stagneerde.
De dijkdoorbraak was voor de concurrent Maatschappij Helenaveen aanleiding om een brief naar het Ministerie van Waterstaat te sturen, waarin men vroeg om versteviging van de dijken want volgens de Maatschappij liep niet alleen Helenaveen, maar ook Liessel, Vlierden en zelfs Helmond overstromingsgevaar.
Bij deze dijkdoorbraak bleek dat ook de sluis in het Kanaal van Deurne bij de aansluiting met de Noordervaart dringen moest worden vernieuwd.
Het jaar daarop, in december 1929, brak opnieuw een dijk door van het Kanaal van Deurne.