U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Helmondseweg 38

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
VéGé-winkel van Konings. Foto coll. Nellie van Wetten
VéGé-winkel en bakkerij Konings

Het pand Helmondseweg 38 kent een lange en interessante geschiedenis en heeft ondermeer dienst gedaan als herberg met een overdekte beugelbaan, timmerbedrijf, bakkerij en kruidenierswinkel.


Chronologie[1][bewerken | brontekst bewerken]

  • Meester Hendrik Lensen, die gehuwd was met Helena Jan Rutten en aanvankelijk in Meijel woonde maar later verhuisde naar Weert, verkocht op 9 december 1684 aan Jacob Michiel Golofs een huis, hof met schop in de Heuvel. De toenmalige bewoner van dat pand was Gommaer Antonissen. Het perceel werd rondom begrensd door straten. De koopsom bedroeg 100 gulden. De verkoper had het vroeger gekocht van de Helmonder Louis Bloemers.
  • Op 1 december 1687 verkocht de scheper Jacobus Michiel Goloffs het huis, met 32 roeden en 12 voeten land, voor 220 gulden aan Peter Dirk Bloemen. Het huis werd rondom begrensd door straten en lag aan de Kraaienheuvel. Er stonden nog wel enkele eikenbomen op het perceel maar die bleven eigendom van de verkoper.
  • Op 28 juli 1716 verkochten de vijf kinderen en erfgenamen van Petrus Dirk Bloemen hun 5/7 deel van het huis, hof, schuur en aangelag op de Heuvel voor 500 gulden aan hun broer Adriaan van der Bloemen.
  • Op 8 april 1739 verkocht Adriaan van der Bloemen het geheel voor 420 gulden aan de Helmonder Hendrikus van Geldrop. Hij verkocht het ruim een maand later, op 26 mei, voor 425 gulden door aan Thomas Manders.
  • Op 22 december 1746 verkocht Thomas Manders het goed voor 692 gulden aan Dirk Peter van de Mortel. Later kwam het in handen van diens ongehuwd gebleven dochter, de herbergierster Johanna Maria van de Mortel (1753-1833).
  • Na haar overlijden verkochten de erfgenamen op 6 maart 1834 het huis, schuur, stal en hof in het Kerkeind, groot 1703 m2., kadastraal sectie E 1 en 2, rondom belend door gemeentestraten. Koper was Hendrik Keeren (1807-1890) voor 840 gulden.
  • Op 23 juli 1841 verkocht Keeren het geheel aan de timmerman Gerardus van de Mortel (1798-1851). Het geheel had kadastrale sectienummers E 1 en E 2. De koopsom bedroeg 950 gulden.
  • Op 20 september 1850 brandde rond zes uur 's avonds het huis van Gerardus van de Mortel aan de Heuvel, dat bijna helemaal met stro gedekt was, af. De schade aan het huis was 600 gulden en bovendien ging er voor 1150 gulden aan meubels, timmerhout en gereedschap verloren. De beugelbaan met het daarboven liggend timmerhout bleef gespaard. De brand was ontstaan in de houten, met leem bestreken, schoorsteen. Alles was goed verzekerd.
  • Op 28 juni 1873 deelden de vijf erfgenamen van wijlen Gerard van de Mortel en Dorothea van Moorsel (1815-1865) de erfenis, waarbij het huis met toebehoren ter waarde van 750 gulden naar Johannes Keeren (1837-1902) ging. Hij was de zoon van genoemde Hendrik Keeren en gehuwd met Hendrica van de Mortel (1838-1897) de dochter Gerardus van de Mortel.
  • In 1881 kocht Johannes Keeren een perceel grond van de gemeente, waardoor zijn huis niet langer rondom begrensd werd door gemeentewegen. Er was toen sprake van twee huisjes, A.284 en A.284a, op dit perceel. Deze huisjes werden toen afgebroken en er werd een nieuw huis gebouwd.
  • In 1887 liet Johannes Keeren op zijn perceel C 1532 een verbouwing plaatsvinden. Het huis, schuur, erf en tuin had daarna een grootte van 2310 m2 en een bebouwde vloeroppervlakte van 83 m2.
  • Bij de boedelscheiding op 10 maart 1909 behielden vier van de vijf kinderen van Johannes Keeren en Henrica van de Mortel het huis met schuur, tuin en bouwland, sektie C 1892 groot 5580 m2.
  • Op 9 september 1913 droegen de gezamenlijke kinderen het perceel C 1892 met bebouwing ter waarde van 2200 gulden over aan mede-erfgenaam Aloisius Keeren (1875-1945).
  • In 1921 verkocht Aloisius Keeren een gedeelte van zijn perceel waarop later het huis Helmondseweg 36 gebouwd werd.
  • In 1922 verkocht Aloisius Keeren het perceel C 2055 met huis en tuin, groot 2275 m2, aan de koopman Johan Verwijst (1878-1933).
  • Op 2 juni 1923 kreeg de handelsreiziger Johan Verwijst vergunning om in zijn bestaande woning een broodbakkerij met winkel te bouwen.
  • Op 22 juni 1923 kreeg Verwijst een hinderwetvergunning voor het oprichten van een broodbakkerij op zijn perceel C 2055.
  • Op 16 augustus 1926 kreeg Verwijst, brood- en banketbakker op de Heuvel, vergunning tot het oprichten of vernieuwen van een bergplaats. De bebouwde vloeroppervlakte werd daardoor vergroot van 83 naar 119 m2.
  • In 1928 verkocht Verwijst aan de gemeente Deurne 25 m2 van zijn tuin.
  • Op 11 februari 1937 verkocht Verwijst het geheel aan bakker-winkelier Godefridus Johannes Konings (1904-1981), die op 29 maart 1934 vanuit Eindhoven in Deurne was komen wonen.
  • Op 1 februari 1960 vertrok Konings naar Mierlo en verhuurde het pand aan zijn knecht Jan van Bommel, die de laatste bewoner zou blijken te zijn.
  • Op 6 januari 1972 verkocht bakker Pieter Jan Hoebers het bakkerijgedeelte van het pand met magazijn, ondergrond en verdere aanhorigheden aan de gemeente, die het per 1 mei 1972 liet slopen. Het resterende winkelpand Helmondseweg 38, een kruidenierszaak met woonhuis, werd uitgebaat en bewoond door Van Bommel en bleef eigendom van Konings.
  • Op 23 augustus 1973 verkocht Konings het pand aan de gemeente Deurne die het op maandag 5 augustus 1974 liet slopen voor de aanleg van het verbrede kruispunt en de doorbraak Houtenhoekweg.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. J. Bakens - Wetenswaardigheden over bewoners en panden De Visser, Helmondseweg, Zandbosweg 15, Aaltje Reddingiusstraat, Heuvel, Heuvelstraat, Postpaadje. Streekarchivariaat Peelland Deurne 1996