Hendricus Kuijpers (1816-1851)
Hendricus Kuijpers | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Hendricus Kuijpers | |
Roepnaam | Hendrik | |
Geboorteplaats | Deurne en Liessel | |
Geboortedatum | 23 oktober 1816 | |
Overl.plaats | Beek en Donk | |
Overl.datum | 18 januari 1851 | |
Partner(s) | (1) Anna Maria Sauvé (1816-1844) (2) Monica Constantia Goossens (1827-1850) | |
Beroep(en) | onderwijzer |
Hendricus (Hendrik) Kuijpers (1816-1851) was gedurende enige tijd onderwijzer in Deurne.
Hendrik was een zoon van de Deurnese timmerman Joannes Cuijpers (1779-1852) en de Astense Anna Maria van den Eijnde (1785-1861).
Hij huwde op 3 september 1840 in Deurne met Anna Maria Sauvé, (Gemert 26 maart 1816 - Beek en Donk 11 juni 1844), dochter van de vroedmeester Antonius Franciscus Josephus Sauvé (1783-1825) en vroedvrouw Maria Elisabeth Elen (1783-1854).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Josephus Johannes, (Beek en Donk 5 oktober 1841 - Helmond 22 september 1876). Hij huwde op 22 april 1869 in Eindhoven met Arnolda Sophia van Geloven (Eindhoven 1837-1914 Eindhoven).
- Henri, (Beek en Donk 8 januari 1843 - 's-Hertogenbosch 14 februari 1901). Hij huwde op 1 september 1869 in 's-Hertogenbosch met Christina Ursula Peijnenburg ('s-Hertogenbosch 1844-1910 's-Hertogenbosch).
Na het overlijden van zijn vrouw Anna, hertrouwde Hendrik op 27 augustus 1845 in Beek en Donk met Monica Constantia Goossens, (Aarle-Rixtel 2 januari 1827 - Beek en Donk 17 mei 1850), dochter van de Aarle-Rixtelse burgemeester Hermanus Theodorus Goossens (Roggel 1775-1858 Roggel) en diens tweede vrouw Petronella van Berlo (Bakel 1785-1841 Aarle-Rixtel).
Uit dit tweede huwelijk werden drie kinderen geboren:
- Marianus Johannes Hubertus, (Beek en Donk 7 november 1846).
- Petrus Godefridus Hubertus, (Beek en Donk 1 mei 1848).
- Wilhelmina Godefrida, (Beek en Donk 7 mei 1850 - Aarle-Rixtel 20 september 1855).
Toen in december 1835 de 78-jarige schoolmeester Pieter Wijnants (1757-1835) overleed stond Jan Marten Peereboom (1807-1881) al als hulponderwijzer in Deurne voor de klas en hij volgde Wijnants op.
De aanstellingsprocedure was destijds zo dat een aantal sollicitanten een vergelijkend examen moesten afleggen en dat de beste werd benoemd. Er waren echter een aantal raadsleden die na bijna tweehonderd jaar onderwijs door protestantse leerkrachten weer eens een katholieke meester wilden zien in de Deurnese school. Ze zagen in de jonge Deurnese onderwijzer Hendrik Kuijpers een geschikte opvolger, maar deze had slechts de bevoegdheid derde rang terwijl Peereboom die van de tweede rang bezat.
Hoewel Peereboom als beste uit het vergelijkend examen tevoorschijn kwam viel de keuze van het gemeentebestuur toch op Kuijpers. Peereboom protesteerde met succes bij de gouverneur (commissaris van de koning) tegen deze handelwijze en werd, ondanks protesten van de Deurnese raad, alsnog tot onderwijzer aangesteld.
Hendrik verhuisde en kwam in Beek en Donk voor de klas te staan.