Henricus Cox (1737-1812)
Henricus Cox | ||
. | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Henricus Cox | |
Geboorteplaats | Hilvarenbeek | |
Geboortedatum | 1737 | |
Overl.plaats | Vlierden | |
Overl.datum | 27 februari 1812 | |
Beroep(en) | geestelijke |
Henricus Cox was van 1795 tot aan zijn dood in 1812 pastoor van Vlierden.
Hij werd in 1737 geboren in Hilvarenbeek en hij studeerde in Leuven.[1]
In 1765 werd hij kapelaan te Geldrop.
In 1773 werd hij pastoor van de parochie Netersel.
In 1795 werd hij na de dood van Franciscus van de Laar benoemd tot pastoor in Vlierden.
Van zijn hand berust in het parochiearchief nog een eigenhandig geschreven doopboek, dat bijzonder is samengesteld. Op de eerste pagina's staan namelijk namenlijsten die nog betrekking hebben op zijn parochie in Netersel. Voorts staan er overzichten in van de kerkelijke inkomsten en uitgaven van de jaren 1807 en 1808 en een verzameling preken. Ook zijn opvolger hanteerde dit boek na 1812 nog zes jaar lang als doopboek huishoudboekje.
Henricus Cox overleed in de Vlierdense pastorie op 27 februari 1812.
De inventaris van pastoor Cox[bewerken | brontekst bewerken]
Nog geen maand na zijn overlijden liet men een akte passeren bij notaris Van Riet te Deurne waarin gedetailleerde werd omschreven welke goederen pastoor Cox had nagelaten. De taxatie van deze goederen geschiedde door Antonius Berkvens die door de vrederechter van het kanton Asten tot taxateur was aangesteld. Deze akte geeft een impressie van de indeling van de toenmalige pastorie en verschaft bovendien informatie over de materiële cultuur uit die dagen van personen met een dergelijke status. De datering 19 maart 1812 geeft aan dat we op dat moment midden in de Franse Tijd zitten en de akte werd dan ook in het Frans ingeschreven in het notarieel register.
In de kamer met uitzicht op de binnenplaats
- Een iepen kast, een spiegel, drie prenten, een klaptafel en vloerkleed, vijf stoelen, een kachel en een haardijzer geschat op 46 francs.
- Een vitrinekast, een veldbed met garnituur van blauw en wit katoen, een bed, een hoofdkussen, vier kussens, een katoenen deken en twee wollen dekens geschat op 50 francs.
- In de iepen kast 52 hemden 52 fr., 47 lakens 65 fr., 54 servetten 54 fr., 24 tafellakens 30 fr., 27 kussenslopen 12 fr., 33 handdoeken 10 fr., 11 blauwe zakdoeken 6 fr., 12 witte dassen 3 fr., 4 el nieuw linnen 3 fr., 12 lepels en vorken van tin 2 fr.
- In de vitrinekast 1 napje en 2 lepels, 6 schalen, 34 borden, 1 visschaal, 1 schotel, 3 po's, 1 tabaksdoos, 1 karaf, 2 botervloten, 4 kandelaars, 2 peperbussen, 1 fles olie en 1 fles azijn met toebehoren alles van tin, 1 theebus en bakje, 12 kleine presenteerblaadjes alles van blik, samen geschat op 30 francs.
- Op de kast 12 gebloemde porseleinen potjes, 8 wijnglazen ten dele gebarsten, geschat op 1.50 fr.
In de keuken
- Een klok, een tafel met zeven stoelen geschat op 12 fr.
- Een bed, een hoofdkussen, drie kussens, een wollen deken en twee bedgordijnen van blauw katoen, geschat op 20 fr.
- Vijf blikken bussen, een houten bus, twee strijkijzers, twee koperen raspen, een suikerpot, twee kaarssnuiters, 24 tafelmessen, een schouwgarnituur van blauw met wit katoen, 7 voetstoven, een dienblad van gelakt plaatijzer en een van blik, 11 borden van blauw met wit porselein ten dele gebarsten, een hangijzer, een tang, een haardijzer, een blaasbalg, een ijzer rondom het vuur en twee haardschuifjes geschat op 8.50 fr.
- Een kookketel van geel koper met deksel, een middelgrote van rood koper, een blikken zeef en een van geel koper, twee koperen schuimspanen, twee geelkoperen lampen en een blikken, twee kleine koperen kookketels, twee ijzeren kookketels, geschat op 15.50 fr.
- Een wasketel van koper, een tulband en een taartvorm van koper met deksels, een kandelaar, een braadpan, een stoofpan, een beddenpan en een waterketel, alles van koper, geschat op 20.50 fr.
- Drie koperen kookketels, vijf koffiepotten van koper en een van blik, een vijzel met stamper van koper, een koperen bordenrek, een koffiemolen, een braadpan, een wafelijzer en verscheidene stukken aardewerk, geschat op 14.50 fr.
- Een pot en een pint van blik, een lei, een vogelkooi, een dienblad met twee theepotten, een melkkan, een suikerpot, twee mosterdpotten, 20 wijnglazen en 16 drinkglazen, 14 ijzeren vorken, twee lantaarns, een blikken instrument om het vuil uit de kamer te verwijderen en een kleine roede, een tafel, een gieter van blik, een aardewerk pint, 200 flessen en 10 stuks aardewerk potten, geschat op 30.50 fr.
In de kamer met uitzicht op de straat
- Drie tafels, 10 stoelen, een spiegel, 11 prenten, een commode, geschat op 23 fr.
- 10 schalen, 64 borden, 12 botervloten, 1 peperbus, 1 mosterdpot, 2 slabakken, 1 koffiepot, 3 botervloten in de vorm van een schip alles van Engels aardewerk, nog 1 koffiepot en 1 melkkan beide van zwart aardewerk en een onderzetter, geschat op 13.50 fr.
- 15 borden van blauw en wit porselein ten dele gebarsten, geschat op 4 fr.
- Een geweer en een dubbelloops geweer en een weitas, geschat op 10 fr.
In de kamer met uitzicht op de straat dienend als slaapkamer
- Een tafel, 2 stoelen, 3 tafeltjes, 27 theekopjes en schoteltjes, 1 kleine spiegel, 4 prenten, geschat op 5.50 fr.
- Een veldbed met garnituur van blauw en wit katoen, een bed, een hoofdkussen en 2 kussens, 1 katoenen deken en 2 van linnen, geschat op 34 fr.
In de opkamer
- Een bed, een hoofdkussen, een kussen, een wollen deken en twee gordijnen geschat op 15 fr.
- Een lessenaar en 166 boeken van verschillende auteurs, geschat op 7 fr.
In de kelder
- Zes boterpotten en een klein olievat, geschat op 2 fr..
- In de paardenstal: Een partij turf, vier wastobbes, een kruiwagen, twee spinnewielen, twee ottervallen, twee spaden, een hooivork, een schoffel, een hark, twee tuinmessen, samen geschat op 8 fr.
- Op de zolder: Een vislijn en 24 pond garen, geschat op 17 fr.
de kleren van de overledene
- twee overjassen van blauw laken, een kostuum van blauw laken en een van bruin laken, twee fluwelen jasjes een van stof en een van geel casimir, een jagersjas van grijs laken, twee fluwelen broeken en een van stof, zes paar kousen, twee paar schoenen en een paar laarzen, drie nachtmutsen van wol en drie van katoen, twee hoeden en twee pruiken, het geheel in slechte staat zijnde, geschat op 39 fr.
Het zilverwerk
- 6 zilveren lepels 12 fr., 6 zilveren vorken 12 fr., 6 zilveren koffielepeltjes 4 fr., 1 zilveren horloge 10 fr., een paar zilveren schoengespen en een paar broekgespen, geschat op 5 fr.
Aan contant geld
- in de iepen kast bevond zich in muntstukken van 30, 28 en 20 sols de somma van 188 gulden en 10 stuivers zijnde 403.79 francs.
De complete inventaris kwam uiteindelijk in het bezit van de heer Martin Vromans.
Zijn opvolger als pastoor van Vlierden was Johannes Baptista van Hoeck.
Bronnen, noten en/of referenties
|