Henricus Cuijpers (1774-1845)

Henricus Cuijpers
Persoonsinformatie
Volledige naam	Henricus Cuijpers
Geboorteplaats	Deurne
Doopdatum	17 februari 1774
Overl.plaats	Deurne
Overl.datum	8 januari 1845
Partner(s)	(1) Petronilla van den Eijnde (1776-1829) (2) Mechtildis van Bree (1808-1863)
Beroep(en)	landbouwer, winkelier, tapper, herbergier

Henricus (Hendrikus, Hendricus) Cuijpers (Kuijpers) (1774-1845) was landbouwer, winkelier, tapper en herbergier aan de Markt in Deurne.

Henricus was een zoon van Joannes Cuijpers (1738-1785) en Joanna Maria Munsters (1743-1777).

Henricus huwde (1) op 3 februari 1805 in Asten met Petronilla van den Eijnde (Asten 2 januari 1776 - Deurne 21 november 1829), dochter van Joannes van den Eijnde en Wilhelma Claassen.

Dit huwelijk bleef kinderloos.

Hij huwde (2) op 56-jarige leeftijd op 15 januari 1831 in Deurne met de 22-jarige Mechtildus van Bree (Deurne 18 juni 1808 - Deurne 29 maart 1863), dochter van Martinus van Breij (1778-1856) en Maria Willemse (1780-1860).

De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:

1. Maria Petronella Kuijpers, (Deurne 22 juni 1832 - Helmond 12 december 1853). Zij bleef ongehuwd.
2. Johanna Maria Kuijpers, (Deurne 29 juni 1835 - Deurne 29 september 1863). Zij bleef ongehuwd. Drie weken voor haar overlijden nam ze nog bij Lucas van Gog een hypotheek van 1250 gulden op haar huis en maakte ze haar testament. Daarin bepaalde ze dat Joannes en Petronilla, de ongehuwd gebleven kinderen van Petrus Cuijpers, een broer van haar vader, levenslang het vruchtgebruik hadden van het gedeelte van haar huis en tuin dat verhuurd was aan Cornelis van Gog. Tot haar erfgenamen benoemd ze verder, ieder voor een vierde gedeelte: haar tante Antonia van Bree, gehuwd met Petrus Aldenzee of bij vóór-overlijden haar kinderen, de gezamenlijke kinderen van Johannes Timmermans, weduwnaar van haar tante Wilhelmina van Bree, het enig kind van Catharina Timmermans, de weduwe van haar oom Hendrik van Bree, en de gezamenlijke kinderen van wijlen haar oom Pieter Kuijpers.

Enkele weken na het overlijden van zijn jongste dochter lieten de gezamenlijk erfgenamen op 15 oktober 1863 alle roerende goederen openbaar verkopen. De opbrengst van een koe, een varken, landbouwgereedschap en landbouwproducten, mest en huishoudelijke inboedel en waarschijnlijk ook de winkelinventaris en -voorraden) bedroeg ruim 638 gulden.

Het huis werd later verkocht aan de Deurnese bakker Martinus Janssens, die daartoe bij de rooms-katholieke kerkgemeente een hypotheek van 1200 gulden opnam.