Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Henricus Mertens (1919-1996)
Henricus Mertens | ||
Uitsnede. Foto: collectie Harrie Mertens | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Henricus Mertens | |
Roepnaam | broeder Harrie | |
Geboorteplaats | [[PersoonGeboorteplaats::Deurne]] | |
Geboortedatum | 19 juli 1919 | |
Overl.plaats | Tilburg | |
Overl.datum | 1 mei 1996 | |
Beroep(en) | geestelijke, missionaris |
Henricus (Harrie) Mertens (1919-1996), afkomstig van Liessel, was een missionaris van het H. Hart
Broeder Harrie was het vijfde kind uit het gezin van Johannes Mertens en Johanna Joosten. Hij was de helft van een tweeling. Zijn tweelingbroer Petrus is maar twee jaar oud geworden.
Op 19 juli 1919 en meldde zich als vierentwintigjarige jongeman bij de MSC om zich in dienst te stellen van Christus en zijn Evangelie en werd lid van de Missionarissen van het H. Hart. Op het feest van Sint Jozef, 19 maart 1945, legde hij in het klooster te Stein zijn geloften af. Hij bewees in alle bescheidenheid maar met grote toewijding de diensten die van hem gevraagd werden in de verschillende kloosters in Nederland.
Tijdens een bezoek aan een familielid bij de Zusters van Liefde in Tilburg in 1978 werd hij door een zware hersenbloeding getroffen. Lange tijd lag hij in coma, en toen hij tegen alle verwachting in enigszins herstelde, was hij praktisch tot geen werk meer in staat. In 1984 verhuisde hij naar het Kloosterbejaardenoord: de jongste toen van het gezelschap aldaar. Achttien jaar lang heeft hij zijn lot gedragen. Trouw kwam hij naar de diensten in de kapel, trouw zat hij op zijn vaste plaats in de recreatiezaal. Van tijd tot tijd had hij heel veel pijn aan zijn hoofd en in zijn gezicht: je kon dan zien dat hij het erg kwaad had. Maar hij bleef de stille, zwijgzame medebroeder.
In 1995 vierden hij in alle rust zijn gouden kloosterfeest. Niet zo lang daarna stierven kort na elkaar twee van zijn zussen, de tweeling Zuster Dorine en Zuster Martha, beiden ingetreden bij de Zusters van de Choorstraatt in `s-Hertogenbosch. In april van dat jaar is hij ziek geworden. Zijn enig overgebleven zus, Zuster William, ook van de Zusters van de Choorstraat, bezocht hem trouw en haar nabijheid deed hem zichtbaar goed. Hij werd naar het St. Elisabethziekenhuis overgebracht waar hij onder andere werd behandeld voor een longonsteking. Juist toen men dacht dat men wat vooruitgang in zijn algehele situatie kon boeken, stierf hij zoals hij had geleefd: stil, in zichzelf gekeerd en ook nog onverwacht.