U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Henricus Smits (1781-1873)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Henricus Smits
.
Persoonsinformatie
Volledige naam Henricus Smits'"`UNIQ--ref-00000000-QINU`"'
Roepnaam Hendrik
Geboorteplaats Gemert
Geboortedatum 31 december 1781
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 17 september 1873
Partner(s) Elisabeth van Brussel (1771-1861)
Beroep(en) onderwijzer, herbergier, winkelier

Henricus (Hendrik) Smits (1781-1873) was onderwijzer in Liessel. Bij zijn overlijden was hij de oudste inwoner van de gemeente Deurne en Liessel.


Hendrik was een zoon van Franciscus Smits en Maria Verhofstadt.

Hij huwde op 2 augustus 1801 te Helmond met Elisabeth van Brussel, (Helmond 14 juli 1771 - Deurne 16 maart 1861), dochter van Adriaan van Brussel en Catharina van Mierlo.

Uit dit huwelijk werden minstens de volgende kinderen geboren:

  1. Maria, (Gemert 17 mei 1802 - Helmond 18 november 1871). Zij huwde met Johannes Kets (1803-1871).
  2. Catharina Elisabeth, (Gemert 19 november 1803 - Helmond 16 mei 1869). Zij huwde met Jan Francis de Rijdt (1797).
  3. Maria Anna, (Gemert 4 februari 1806 - Deurne 16 mei 1885). Zij huwde met Jan Hikspoors (1808-1874).
  4. Franciscus (Gemert 3 oktober 1810)
  5. Adriaan Francis, (Gemert 9 november 1811 - Deurne 19 juni 1879). Hij bleef ongehuwd.
  6. Ida, (Deurne 28 mei 1814 - Deurne 6 juni 1814).

Op 29 november 1811 volgde hij Gerardus Hoefnagels (1776-1854) op als schoolmeester van Liessel.

Naast schoolmeester was Hendrik Smits ook klokkenist, zorgde voor het luiden van de klokken bij uitvaarten en was herbergier. Als klokkenist zorgde hij ervoor dat het torenuurwerk regelmatig werd opgedraaid en hij ontving daarvoor 12 gulden per jaar. Bij uitvaarten mocht hij aan luigeld voor een groot lijk zeven stuivers in rekening brengen en een klein lijk leverde hem 3½ stuiver op. Waar hier precies de grens tussen groot en klein lag is niet duidelijk. Waarschijnlijk was het een leeftijdgrens van 12 of 16 jaar.

Hendrik Smits richtte zijn schoolhuis ook in als herberg en het was zelfs het stamhuis van de Liesselse schut. In mei 1838 kreeg de schut ruzie met de herbergier en werd een ander stamhuis gezocht.

In 1842 kwam Smits in ernstig conflict met de onderwijsinspectie toen hij in de weekends en tijdens de Liesselse kermis zijn school inrichtte tot herberg en er de mensen liet dansen. Hij hoefde zijn herberg niet onmiddellijk te sluiten want hij had van de gemeente een zogenaamd patent gekregen tot het houden van herberg dat pas op 1 mei 1843 afliep. De klacht was overigens niet afkomstig van de gemeente, die eigenaar was van de school en schoolmeesterswoning, maar van de bierbrouwer en herbergierszoon Leonardus Arnoldus van Griensven (1807-1889). Ongetwijfeld betrok meester Smits zijn bier niet van de familie Van Griensven.

In 1843 kwam meester Smits nog drie maanden in het gevang terecht, niet omdat hij herberg hield in zijn school maar omdat hij een bijbaantje als subontvanger der belastingen misbruikt had door op de aangifteformulieren minder graan op te geven dan de Liesselse boeren feitelijk lieten malen en het verschil in zijn eigen zak had gestoken.[2]

Toen de 73-jarige Hendrik Smits in 1854 de werkzaamheden op school helemaal wilde overdragen op zijn zoon Adriaan, waarbij hij zijn salaris zou behouden en zijn zoon onbezoldigd zou zijn, werd dit verzoek bekrachtigd met een schriftelijke ondersteuning door 62 Liesselse vaders van schoolkinderen, wel een teken dat zijn populariteit in Liessel onverminderd groot was. Ook de schoolopziener kon zich vinden in het verzoek. Van hoger hand werd de benoeming van Adriaan Smits uiteindelijk verhinderd omdat hij niet voldoende bevoegd was.

Twee jaar later, op 13 maart 1856, ondernam hij nog een vergeefse poging om een gemeentelijk, provinciaal of rijkspensioen te krijgen. Hij bood zijn ontslag aan op voorwaarde dat zijn zoon zou worden benoemd als zijn opvolger, maar ook dat mislukte. Hij bleef in functie en was 80 jaar oud toen hij te horen kreeg dat hem per 1 januari 1862 eervol ontslag kon worden verleend maar dat hij geen pensioen kreeg. Hij richtte een verzoek om pensioen tot de koning; dat had wel succes want bij koninklijke besluit van 3 april 1862 werd hem een pensioen toegekend van 316 gulden per jaar. Hij kon nog ruim elf jaar van dat pensioen genieten.
Op 15 december 1871 ging Hendrik met zijn ongehuwde zoon Adriaan inwonen bij zijn dochter Maria Anna, op het adres Liessel C.96.

Als schoolmeester van Liessel werd hij opgevolgd door Johannes van Nunen (1835-1911), de echtgenoot van zijn kleindochter Maria Francina de Reijdt (1842-1895).

Bronnen, noten en/of referenties
  1. In zijn overlijdensakte wordt hij Henricus Johannis Smits genoemd, maar hij werd gedoopt als Henricus Smits en deze doopnaam wordt hier aangehouden
  2. In zijn boek Kroniek van Liessel meldt Gerard Engels op blz. 125 wel het vonnis van de rechtbank en de (achteraf tijdelijke) schorsing van Hendrik Smits, maar hij brengt dit ten onrechte in verband met het misbruik van de onderwijzerswoning en noemt niet de belastingfraude.