U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Joannes Wilhelmus van de Mortel (1751-1840): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 23: Regel 23:


#Johanna Antonia, (Deurne 23 maart 1791 - Deurne 22 mei 1861), later onder andere kostjuffrouw in het [[Liefdehuis]] in Deurne.
#Johanna Antonia, (Deurne 23 maart 1791 - Deurne 22 mei 1861), later onder andere kostjuffrouw in het [[Liefdehuis]] in Deurne.
#Paulina Ludovica, (Deurne 30 september 1792 - overl. Deurne 28 mei 1863), huwde [[Hendrik Theodoor van Baar]].
#Paulina Ludovica, (Deurne 30 september 1792 - overl. Deurne 28 mei 1863). Zij huwde met  [[Hendrik Theodoor van Baar]] (1791-1827).
#[[Jan Willem van de Mortel (1795-1863)|Jan Willem]], (Deurne 30 december 1795 - overl. Deurne 15 februari 1863), huwde Petronella Huberta van Hoeck.
#[[Jan Willem van de Mortel (1795-1863)|Jan Willem]], (Deurne 30 december 1795 - overl. Deurne 15 februari 1863). Hij huwde met Petronella Huberta van Hoeck (1797-1863).
#[[Petrus Gregorius van de Mortel (1799-1886)|Petrus Gregorius]], (Deurne 17 november 1799 - overl. Deurne 16 juni 1886), huwde Cornelia de Veth
#[[Petrus Gregorius van de Mortel (1799-1886)|Petrus Gregorius]], (Deurne 17 november 1799 - overl. Deurne 16 juni 1886). Hij huwde met  Cornelia de Veth (1800-1886).


Zijn zoon Jan Willem en drie van zijn kleinzonen zijn [[Burgemeesters van de gemeente Deurne|burgemeester van Deurne]] geweest.
Zijn zoon Jan Willem en drie van zijn kleinzonen zijn [[Burgemeesters van de gemeente Deurne|burgemeester van Deurne]] geweest.

Versie van 31 aug 2017 14:33

Jan Willem van de Mortel
Handtekening Jan Willem van de Mortel 1751-1840.jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Jan Willem van de Mortel
Geboorteplaats Deurne
Geboortedatum 5 april 1751
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 14 december 1840
Partner(s) Helena van Lieshout (1753-1824)
Beroep(en) fabrikant
Zoon (4) Petrus Gregorius van de Mortel (1799-1886)
Cornelia de Veth (1800-1885), echtgenote van Petrus Gregorius.
Kleinzoon Henricus A. (Heintje) van de Mortel (1838-1984), zoon van Petrus Gregorius van de Mortel (1799-1886) en Cornelia de Veth (1800-1885)

.

Jan Willem van de Mortel (1751-1840) was fabrikant met een damast- en pellenweverij en gedurende de Franse Tijd was hij drossaard en schout van Deurne.


Afkomst en gezin

Hij is geboren te Deurne aan de Heimolen in het gehucht Vreekwijk als zoon van molenaar Antonius van de Mortel (1714-1763) en van Joanna Maria Smits (?-1789). Zijn vader bemaalde de beide Deurnese molens. Hij huwde op 30 mei 1790 te Waalre met Helena van Lieshout, (geboren 27 oktober 1753 te Riethoven en overleden op 10 mei 1824 te Deurne), dochter van Poulus van Lieshout en Alberdina Roijaars. Uit dit huwelijk werden in Deurne de volgende kinderen geboren:

  1. Johanna Antonia, (Deurne 23 maart 1791 - Deurne 22 mei 1861), later onder andere kostjuffrouw in het Liefdehuis in Deurne.
  2. Paulina Ludovica, (Deurne 30 september 1792 - overl. Deurne 28 mei 1863). Zij huwde met Hendrik Theodoor van Baar (1791-1827).
  3. Jan Willem, (Deurne 30 december 1795 - overl. Deurne 15 februari 1863). Hij huwde met Petronella Huberta van Hoeck (1797-1863).
  4. Petrus Gregorius, (Deurne 17 november 1799 - overl. Deurne 16 juni 1886). Hij huwde met Cornelia de Veth (1800-1886).

Zijn zoon Jan Willem en drie van zijn kleinzonen zijn burgemeester van Deurne geweest.

Fabrikant

Jan Willem van de Mortel leerde weven en linnen fabriceren. In 1772 startte hij, als eerst in Noord-Brabant, met de fabricage van damasten (dat is glanzend tafelgoed, met een ingeweven patroon, veelal ontleend aan de natuur).
In 1797 raakte hij verstrikt in een proces met twee Weerter kooplieden die hem daagden wegens wanbetaling.[1]
Ook trad hij zelf als schuldeiser op, ondermeer in 1798 toen hij 2000 gulden opeiste die hij tegoed had van de Antwerpse abdij Sint Michiel en die verbonden waren aan tienden te Baarle-Nassau.[2]
In 1808 stuurde hij een inzending naar de eerste tentoonstelling van voortbrengselen van de volksvlijt in Nederland. De inzending bestond uit tekeningen van damasten en andere servetgoederen. Op dat ogenblik hield zijn bedrijf 200 mensen aan het werk. Zijn zoon Jan Willem volgde hem op als fabrikant van de damast- en pellenweverij.
In een oud schoolboekje, getiteld Geschied- en Aardrijkskundige Beschrijving der Prov. Noord-Braband, dat in 1845 in ’s Hertogenbosch werd uitgegeven, wordt vermeld: het servetgoed te Deurne gemaakt, wordt in den handel zeer gewild.

Jan Willem van de Mortel huurde in 1784 herberg De Roode Leeuw van Gerrit Hampen. Deze herberg werd ook eigendom van de familie Van de Mortel en later was zijn zwager Willem Antoni van de Mortel hier herbergier. Hij was gehuwd met Maria Catharina van de Mortel, een zuster van Jan Willem. Hier werden patriottische kranten gelezen en deze herberg was destijds, samen met herberg De Zwaan, een middelpunt van activiteiten die de prins van Oranje niet welgevallig waren.

Bestuurder

Op 18 april 1795, toen de politieke vlag verhangen was, werd Jan Willem van de Mortel tot president-schepen van Deurne aangesteld en op 17 september daarop volgend werd hij gekozen tot drossaard. Op 10 oktober van dat jaar trad hij als zodanig in functie. Hij was gedurende de hele Franse Tijd in Deurne als bestuurder actief. In 1813 vroeg en kreeg hij zijn ontslag als schout.

Literatuur

  • H.N. Ouwerling - Jan Willem van de Mortel - in: Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek deel VII kol. 884
  • Giel van Hooff - De damast- en De pellenfabriek van de familie van de Mortel te Deurne in de negentiende eeuw - in: Werkend Verleden in Helmond, kwartaalblad van de Werkgroep Industrieel Erfgoed Helmond, nummer 2 – oktober 1993

Foto's

  • Uit collectie Anton Vissers
Bronnen, noten en/of referenties
  1. 4-12-1797 Recht.Arch. Deurne inv.nr. 148 folio 105 verso
  2. 23-5-1798 Recht.Arch. Deurne inv.nr. 148 folio 125