U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Johannes Antonius Maria Schenk (1921-1978)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Jan Schenk
Jan Schenk 1940.jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Johannes Antonius Maria Schenk
Roepnaam Jan
Geboorteplaats Amsterdam
Geboortedatum 21 januari 1921
Overl.plaats Oostburg
Overl.datum 21 februari 1978
Partner(s) Maria Wilhelmina Keeren (1920-2012)
Beroep(en) verzetsstrijder, directeur postkantoor
Johannes Antonius Maria Schenk (1921-1978) en Maria Wilhelmina (Mia, Mieke) Keeren, op hun kerkelijke huwelijksdag 18 mei 1948.

Johannes Antonius Maria (Jan) Schenk (1921-1978) was enige tijd redactielid van de Deurnesche Courant en laatstelijk directeur van het postkantoor in Oostburg (Zeeland).


Familie en gezin[bewerken | brontekst bewerken]

Jan was een zoon van brievenbesteller Johannes Andreas Schenk (Amsterdam 1881-1941 Amsterdam) en Anne Maria Mell (Amsterdam 1883-1969 Amsterdam).

Hij huwde op 5 februari 1948 in Amsterdam met Maria Wilhelmina (Mia, Mieke) Keeren, (Deurne 30 augustus 1920 - Breskens 3 oktober 2012), dochter van Aloisius Keeren (1875-1945) en Elisabeth Maria Hubertina Tijbosch (1879-1953).

Uit dit huwelijk werden volgende kinderen geboren:

  1. Jose, (een dag geleefd).
  2. Aloysius Franciscus Maria (Louis), (Amsterdam 30 juni 1954 - Breskens 29 maart 2019).
  3. Josephina Anna Maria (José), (6 januari 1956  Roosendaal).

Jan was een sociaal mens, een liefhebber van muziek, tuinierde graag en las diverse kranten.

Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Als jongeman was Jan in zijn woonplaats Amsterdam bezig met een opleiding tot laborant. De Tweede Wereldoorlog gooide echter roet in het eten. Op 29 september 1943 werd hij opgeroepen voor de Arbeitseinsatz in Hannover in Duitsland. Dat wilde hij absoluut niet. Voor het geplande vertrek per trein op dinsdag 5 oktober 1943 vluchtte hij en dook onder in Deurne.

Als onderduiker kwam Jan daarbij in aanraking met andere onderduikers, ook Engelstalige. Door zijn kennis van de Engelse taal raakte hij gaandeweg betrokken bij het ondergrondse verzet. Voor zijn bewezen diensten aan de geallieerden ontving hij een op 1 juni 1946 gedateerde brief, ondertekend door Frank M. S. Johnson, Amerikaans Military Attache, waarin hij Jan bedankte voor zijn hulp aan de piloten tijdens de bezetting.

Tijdens zijn verblijf in Deurne was Jan op diverse adressen ondergedoken en nam hij deel aan het sociale en politieke plaatselijke leven. Een van die onderduikadressen was het gezin van Martien en Ton Bruggenwert-Keeren. Jan sliep daar in de kelder.

In die periode maakte hij ook kennis met Mia Keeren, een zus van Ton. Jan werd hevig verliefd op haar maar als vreemde snuiter uit het Noorden en verdorven Amsterdam moest hij er veel moeite voor doen om Mia voor zich te winnen. Uiteindelijk resulteerde dit in een serieuze relatie.

Na de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Naast verzetsstrijder en raadslid Martin Hendriks (hoofdredacteur) en Harry Swinkels maakte Jan vanaf, een week na de introductie van weekblad Het Licht, deel uit van het redactieteam van de Deurnesche Courant. De krant werd uitgegeven door de stichting Het Deurnesche Persfonds waar de schrijver Antoon Coolen voorzitter van was. Blijkens een brief van Harry Swinkels van 18 februari 1986 aan Tij Kools vonden de redactievergaderingen plaats in huize De Wieger, hieruit mag worden opgemaakt dat ook de huisarts Hendrik Wiegersma invloed had op de redactionele inhoud van de krant. Ook Jan schreef vaak satirische en scherpe kritische stukken over collaborateurs.

Door de inhoud raakte de Deurnesche Courant al snel verwikkeld in een openlijk gevoerde pennenstrijd met Het Licht. De polemiek was van een ongekende hevigheid en werd in de latere geschiedschrijving omschreven als de Deurnese Persstrijd. Het leidde uiteindelijk op 22 november 1945 tot een rechtszaak Hub van Doorne contra Antoon Coolen, Martin Hendriks, Jan Schenk en Harry Swinkels. De zaak diende voor de eerste enkelvoudige kamer van de rechtbank in Den Bosch waarbij de gedaagden veroordeeld werden tot betaling van een bedrag van 1000 gulden aan de heer Van Doorne.

In oktober 1945 verhuisde Jan Schenk terug naar Amsterdam. Zijn studie- en spaargeld was “opgegaan aan het onderduiken”. Hij kreeg toen een baan als lokettist bij de PTT maar dat weerhield hem niet tot en met 8 maart 1946 lid te blijven van de redactie.  Omdat de moeder van Mia tegen de relatie was bleef Mia Keeren in Deurne achter. In die periode schreven ze elkaar dagelijks brieven. Uiteindelijk is Mia stiekem met een militair vliegtuig (de bruggen waren nog onklaar) naar Amsterdam gereisd, is daar gaan werken in de boekhouding bij Bijt en Co en logeerde ze tot haar huwelijk bij de familie Schenk.

Lokettist bleek niet het beroep van zijn keuze, daarom vertrok Jan in 1954 naar Roosendaal voor een kaderopleiding. Daarna bekleedde hij diverse leidinggevende functies als chef geldzaken en later chef expeditie pakket post en chef inklaring. In 1958 werd hij directeur van het postkantoor te Olst, in 1962 van het kantoor te Kaatsheuvel en in 1965 van het kantoor te Breskens. Toen in 1975 het postkantoor werd verplaatst naar Oostburg verhuisde ook Jan mee en bleef daar directeur tot aan zijn overlijden. Verder was hij voorzitter van de vereniging van kantoorpersoneel voor de afdeling Zeeland-West Brabant.

Ook binnen de PTT stond Jan Schenk bekend als een goed schrijver, iemand met journalistieke aanleg. Regelmatig verschenen stukjes van zijn hand in het maandblad van de PTT.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]