U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Klepperman

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De klepperman, klapperman of nachtroeper werd door de gemeente aangesteld om 's nachts elk uur zijn ronde door het dorp te maken en voor de veiligheid van het dorp te waken.


Het beroep was dikwijls aan bepaalde families verbonden. Zo waren in Deurne meerdere leden van de families Hermans en Pluijm als klepperman actief.


Een aardig beeld van de taken, die de klepperman of nachtroeper te vervullen had, geeft een werkinstructie van 12 maart 1777 toen Willem Vlerks als zodanig werd benoemd als collega van Hendrik Munsters.

  1. Hij moet met zijn mede-nachtroeper Hendrik Munsters in de periode van 1 mei tot 31 augustus iedere nacht, de een van 11 uur 's avonds 1 uur 's nachts en de ander van 1 tot 3 uur 's nachts, met de klap of klepper zijn ronde maken. Van 1 september tot 30 april waren de nachtelijke tijden van 10 tot 1 uur en van 1 tot 4 uur. Ze moesten met de klap slaan en op het hele uur hard de tijd roepen op de plaats waar ze op dat moment waren.
  2. De nachtelijke ronde begon bij de watermolen en de brug van het Klein Kasteel. Vandaar liep de klepperman door het Haageind voorbij herberg De Prins tot het huis van Joost de Vet, waar Adriaan van Hout eertijds woonde. Dan van het huis waar Claas Nijssen woonde tot dat van president Bokhorst en van daaruit naar de kerk en zo verder langs het huis van de weduwe van Jan Cornelis Munsters-van de Mortel. Dan rond het huis waar het secretariaat is en zo naar de pastorie. Vervolgens naar het marktveld, dan langs de kerk tot aan de draaiboom op het Haageind. Van deze route mocht niet worden afgeweken.
  3. In geval van brand diende de nachtroeper dit direct door te geven aan degenen die er dichtst bij woonden en vervolgens aan de drossaard. Dan diende hij de klok te luiden, de klap "verkeerd" te slaan en hard om hulp te roepen.
  4. De nachtroeper moest ook vagebonden en geweldplegers opsporen, hulp vragen van de wacht en hen aangeven.
  5. Hij moest iedereen bekeuren die op de straat tabak rookte of hete as strooide binnen 12 voeten van een huis. Dat gold ook voor degenen die vlas aan het dorsen waren met een brandende kaars of lichtstok en niet met een gesloten lantaarn. Hij moest dat dan de andere dag meteen melden bij de drossaard en mocht een derde deel van de opgelegde boete in ontvangst nemen.
  6. Als de nachtroeper één van de genoemde punten verzuimde uit te voeren, dan kon hij een boete oplopen van 1,50 gulden, die van zijn jaartraktement werd ingehouden.
  7. Het traktement bedroeg 36 gulden per jaar en werd per half jaar uitbetaald.
  8. Bij afwezigheid of ziekte van een van de nachtroepers moest de ander de hele nacht zijn ronde doen zonder dat hij daarvoor extra betaald kreeg.
  9. Deze instructie kon in de loop van de tijd, als dat nodig was, altijd gewijzigd worden.
  10. Om deze werkinstructie stipt na te komen, moest de nieuw aangestelde nachtroeper Willem Vlerks de eed van getrouwigheijt afleggen, zoals zijn makker Hendrik Munsters dat op 6 januari 1764 had gedaan.

In 1849 was het jaarsalaris van klapperman Johannes Hermans 80 gulden.

Naast het gemeentelijk salaris mocht de klepperman ook een jaarlijkse vergoeding van de kerk ontvangen voor voor 's nachts rondom de kerk gaan. Rond 1820 was dat jaarlijks een gulden en in de jaren 1850 was dat 2,50 gulden.

Bronnen, noten en/of referenties