Laurens Lutters (1871-1947)
Laurens Lutters | ||
Foto collectie familie Lutters-Jonkers | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Laurens Lutters | |
Geboorteplaats | Asten | |
Geboortedatum | 31 maart 1871 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 1 november 1947 | |
Partner(s) | Huberdina Kuijten (1876-1952) | |
Beroep(en) | koetsier, herbergier | |
Bidprentje | NBA man NBA vrouw |
Laurens Lutters (1871-1947), was voerman / koetsier, bewerkte land en was kastelein van de herberg die tot 1937 aan de Stationsstraat 73 gevestigd was. Sinds 1989 is het pand waarin hij woonde in gebruik als heemhuis van heemkundekring H.N. Ouwerling.
Laurens was een zoon van Johannis Lutters (1824-1880) en Wilhelmina van Heugten (1834-1884).
Hij huwde op 20 april 1907 in Deurne met Huberdina (Dien) Kuijten, (Deurne 29 juni 1876 - Deurne 15 maart 1952), dochter van Wouter Kuiten (1845-1925)[1] en Wilhelmina Martens (1847-1919).
Uit dit huwelijk werden drie zonen en een dochter geboren:
- Johannes (Jan), (Deurne 2 februari 1908 - Bakel 17 mei 1992). Hij huwde met Allegonda Huberta (Goen) van den Heuvel (1906-1979).
- Wilhelmina (Mina), (Deurne 14 mei 1909 - Deurne 25 augustus 1971). Zij huwde met Cornelis Verhees (1906-1965).
- Walterus (Wout), (Deurne 28 juni 1910 - Deurne 12 november 1987). Hij huwde met Anna Adriaans (1904-1997).
- Gerardus (Ciraar), (Deurne 9 juli 1913 - Heythuysen 4 januari 1991). Hij huwde met Petronella Josepha Maria (Pieta) Jonkers (1917-1981).
Laurens Lutters kwam op 24 februari 1899 van Asten naar Deurne.
Hij was in die tijd koetsier bij de familie Goossens (van Hotel Goossens), gelegen bij het station van Deurne). Zijn toekomstige echtgenote woonde als dienstbode bij de familie Van den Dungen wiens villa Sint-Wilbertshove, naast het perceel bouwland was gelegen waarop woonhuis en café gebouwd zouden worden. Later werd tussen huize Sint-Wilbertshove en het huis van Laurens de villa Doornehof van Hub van Doorne gebouwd.
Laurens en Dien kregen op 19 oktober 1906 van B & W van de gemeente Deurne en Liessel vergunning om op een perceel bouwland, gelegen aan de Spoorstraat te Deurne, een woonhuis met café te bouwen. Een voor dat pand verleende volledige vergunning gaf aan de ondernemers het recht om in- en vanuit dat pand aan niet- inwonenden sterke- en andere alcoholhoudende drank te verstrekken en/of te verkopen.
Het waren ondernemende mensen en zijn naar verluid nooit één zondag vrij geweest. In de tijd dat pilsjes voor 5 à 6 cent over de toonbank gingen, moest er getapt worden. Laurens en Dien exploiteerden het café tot 1937 [2].
Het was goed wonen in huize Lutters. Kippen, krielen en eendjes liepen in en uit. Er waren ook altijd duiven en konijnen. Een hond en een kat hoorden bij de inboedel. Een grote tuin met veel verse groenten hoorde bij het pand. Verderop was een stuk land met aardappelen en rogge. Onder de pruimenboom was een noodhok voor varkens gebouwd met rotte versleten planken. Zo kon het gebeuren dat een bewoner van dat hok elders in het dorp werd aangetroffen. De buurt werd dan ingeschakeld om de vluchteling te vangen. Na het welslagen daarvan werd de fles uit de kast gehaald en werden de sterkste verhalen verteld. Ieder jaar werden er twee varkens geslacht. Het slachten van een varken was een van de hoogtepunten in de familie. Piet Berkers was de loonslager. Voor het slachten werden een paar borrels gedronken. Voor Piet was dat 10 tot 12 keer per dag.
Het graf van Laurens, lid van de H. Familie, en Dien is op het oude r.-k. kerkhof van Deurne-centrum bewaard gebleven.
Foto's kinderen van Laurens Lutters:
Foto's: collectie Familie Lutters-Jonkers
Literatuur:[bewerken | brontekst bewerken]
- Frans Lutters – ….en we noemen hem Frans, levensverhaal 1941-2011 (Roermond 2011).
Bronnen, noten en/of referenties:
- ↑ Bij de geboorteaangifte van Wouter werd de achternaam van zijn vader in de akte geschreven als Kuiten, vandaar dat de achternaam van Wouter moet luiden: Kuiten.
- ↑ Volgens sommigen zou het café tot in de meidagen van 1940 geopend zijn geweest, volgens het dossier van de Kamer van Koophandel is de zaak echter op 1 mei 1937 geëindigd