U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Mathias van Gog (1758-1808)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Pieter K (overleg | bijdragen) op 17 jun 2021 om 22:41 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox persoon | naam = Mathias van Gog | volledige naam = Mathias van Gog | roepnaam = Mathijs | geboorteplaats = Deurne | doopdatum =...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Mathias van Gog
Persoonsinformatie
Volledige naam Mathias van Gog
Roepnaam Mathijs
Geboorteplaats Deurne
Doopdatum 22 februari 1758
Overl.plaats Liessel
Overl.datum 4 juli 1808
Partner(s) Joanna Maria van der Sande (1771-1822)
Beroep(en) landbouwer
Stamboom.png Van Gog

Mathias (Mathijs)van Gog(h) (1758-1808) was landbouwer in Liessel.


Mathijs was een zoon van Theodorus van Gogh (1719-na 1782) en Godefrida Goorts (1719-1782).

Hij huwde op 25 januari 1801 in Deurne met Joanna Maria van der Sande, (Deurne 30 januari 1771 - Deurne 9 april 1822), dochter van Godefridus Flipsen (1721-1796) en Joanna Hendrickx (1726-1791).

De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:

  1. Theodorus van Gogh, (Deurne 26 april 1802 - Heist op den Berg (B) 26 november 1885). Hij huwde met Joanna Vets. Hij was een van de vele wevers die vanuit de Meijerij naar de Zuiderkempen trokken om daar werk te vinden.[1]
  2. Godefridus, (Deurne 8 december 1804 - Venray 27 april 1864). Hij was jager van beroep toen hij huwde met Jakoba Stevens (1828-1895).
  3. Johanna van Gogh, (Deurne 18 november 1807).

Op 25 maart 1801 werd de nagelaten boedel van zijn schoonouders verdeeld. Daarbij hoorde ook een huis onder Liessel.

Op 27 juni 1808 lieten de zieke Mathijs van Gog en zijn vrouw hun testament opmaken, waarbij de langstlevende de erfgenaam was. De totale waarde van hun bezittingen was minder dan 1000 gulden.

Op 28 december 1809 legde de vorster en deurwaarder Michiel van Schaijk beslag op een perceel nieuw erf ter inning van een bedrag van een gulden 9 stuivers en 12 penningen, zijnde een jaar rente over een geleend bedrag van 49 gulden.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. R. Lambrechts - "Wevers uit de Meijerij naar de Zuiderkempen", gepubliceerd in Brabants Heem jaargang 26 1974 nummer 3 blz. 128-129.