Nissenhut
Een Nissenhut is een woningtype dat na de Tweede Wereldoorlog op meerdere plaatsen in Deurne, ondermeer in de Walsberg, werd gebouwd.
Vredeoord[bewerken | brontekst bewerken]
De nissenhutten werden gebouwd tussen de Langstraat en Hemelrijkseweg/Suezlaan, daar waar nu het Kromveld is. De wijk kreeg na de oorlog de namen Vredeoord (noordwestelijke deel) en Nistonweg (zuidoostelijke deel); beide straten kwamen uit op de Finseweg, het huidige Klingerveld. Er werden in totaal 20 halfronde koepelwoningen in drie rijen gebouwd met verbindingsstraten. Rond 1957 werden de barakken afgebroken.
Bouwmateriaal[bewerken | brontekst bewerken]
Op deze locatie stonden vanaf 1939 tot in de oorlogstijd barakken. In 1939-1940 werden deze bewoond door Nederlandse militairen. De destijds opgerichte nissenhutten werden gebouwd van materialen die de geallieerden nog in overvloed hadden toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen.
Nissenhut[bewerken | brontekst bewerken]
De naam Nishut of Nissenhut werd ook gebruikt als officieuze adresaanduiding voor deze woningen. De nissenhut dankt zijn naam aan Peter North Nissen een Canadese luitenant-kolonel in dienst van het Britse leger, die de hut tijdens de Eerste Wereldoorlog, in 1917 uitvond.
De nissenhutten in de Walsberg bestonden uit gebogen golfplaten waarvan de voor- en achtergevel waren opgemetseld.
Ze werden destijds [1] in Het Licht als volgt omschreven:
- Onze blik speurde de wijk af en wij hebben gezien dat de bewoners van “Vrede-oord” al het tegenwoordige ongerief gaarne nemen voor een eigen woning. Ze willen om de drommels niet naar hun kamers of kippenhok terug. Trouwens ze mogen er zijn deze woningen. Een hal met een mooie W.C.: een keuken van 5 x 5 meter: daarachter 2 kamers van 2,25 x 5 meter. In deze vertrekken schijnt men met de kolenschaarste rekening gehouden te hebben, althans er is geen schoorsteen te bekennen. Een berghok completeert het geheel. Neen de bewoners hebben het nog niet zo slecht, een gezin met drie kinderen kan er zich behoorlijk goed in draaien.
Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Bertus van Etten - een kleine kerkgeschiedenis, 2009 blz. 22
Bronnen, noten en/of referenties
|