Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Noodziekenhuis Deurne (1944-1945)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De operatiekamer

Het noodziekenhuis werd eind 1944 in opdracht van het Militair Gezag ingericht. Alhoewel er bij het begin van de Tweede Wereldoorlog in Huize St. Joseph officieel nog geen ziekenhuis gevestigd was, werd er op aanraden van burgemeester Lambooij op de voorgevel van het huis de tekst R.K. Ziekenhuis aangebracht. Hiermede hoopte men te voorkomen dat het gebouw voor andere doeleinden gevorderd zou worden.


Tijdens de mobilisatie 1939-1940 werd er in Huize Sint-Joseph door het 27e Regiment Infanterie reeds een lazaret ingericht. In november 1944 werd een deel van Huize Sint-Joseph door het Militair Gezag tot "Noodziekenhuis" verklaard. Daarnaast werden vier schoollokalen van huishoudschool Sancta Maria tot ziekenzalen van het noodziekenhuis ingericht.

De zieken en de door oorlogsgeweld gewonde burgers uit het rayon Deurne en Venray moesten in dit noodziekenhuis opgenomen worden. Dokter Fredo San Giorgi, chirurg van het Sint-Elisabethziekenhuis te Venray, werd met ingang van 16 november 1944 benoemd tot chirurg van het Deurnese noodziekenhuis. Ook werden door het Militair Gezag meerdere lekenverpleegsters aangesteld om te helpen.

Begin januari 1945 moest dokter San Giorgi om gezondheidsredenen tijdelijk zijn praktijk neerleggen en werd hij tijdelijk vervangen door dokter Leijdesdorff. Omdat het aantal zieken en gewonden steeds toenam werd er eind februari 1945 het gehele huis door het Militair Gezag gevorderd en ingezet als noodziekenhuis.

Evacuatie[bewerken | brontekst bewerken]

De zusters Franciscanessen mochten in het huis blijven wonen maar alle andere bewoners, de pensiongasten, de oude mannen en vrouwen, moesten geëvacueerd worden. Wie naar familieleden kon gaan deed dat. Voor velen werd echter een plaats gevraagd in Veghel, Maria-Heide en Erp en verschillende oude mannen vonden onderdak bij de zusters van Asten.

Daarna werd ook het gehele bovenhuis ingericht tot ziekenhuis. Er kwamen ledikanten, dekens, lakens etc. van het Rode Kruis en van de Fokkerfabrieken in Amsterdam. Het aantal lekenzusters nam ook toe.

De voormalige slaapzaal van de mannen werd ingericht als slaapzaal voor de verpleegsters. Hier en daar moest nog wat verbouwd en hersteld worden en dat gebeurde op kosten van het Militair Gezag. In het noodziekenhuis moest plaats zijn voor in totaal 220 bedden.

Eind maart 1945 telde het ziekenhuis 147 patiënten. Enkele weken later keerde dokter San Giorgi weer terug en vertrok dokter Leijdesdorff. Op 4 maart werd zuster Baldifina overgeplaatst naar het moederhuis. In haar plaats werd zuster Innocentiana aangesteld tot hoofdverpleegster. Zuster Imelda werd bij die gelegenheid eerste raadzuster.

Met ingang van 15 april 1945 werd het noodziekenhuis door het Militair Gezag opgeheven. Het aantal patiënten dat verpleegd werd was echter nog van dien aard dat de geëvacueerde huisgenoten nog niet konden terugkeren. Gaandeweg werd het minder druk zodat via de radio bekend gemaakt kon worden dat de geëvacueerde oudjes na Pinksteren terug konden keren.

Dat was voor alle betrokken personen een vreugdevolle tijding, maar ook de zusters waren blij dat zij zich weer zouden kunnen geven aan hun liefdewerk. Begin juni 1945 keerde de oude garde overgelukkig, stralend of schreiend van blijdschap weer terug. Naar men aannam waren drie mannen tijdens de evacuatie ten gevolge van emoties overleden.

Het leven in Huize Sint-Joseph kreeg daarna weer vrij spoedig zijn normale gang. Het benedenhuis bleef voor de toekomst bestemd voor ziekenhuis, de verdieping voor pension.

Erkend ziekenhuis[bewerken | brontekst bewerken]

In 1946 volgde de erkenning als ziekenhuis en kon de burgemeester van Deurne aan de inspecteur van Volksgezondheid melden dat de opnamecapaciteit van het ziekenhuis honderd zieken bedroeg. In 1948 volgde de erkenning als tbc-instelling.

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

Archief van zusters Franciscanessen S.F.I.C in Veghel.