Pieter van Hogerlinden (1692-1736)
| Pieter van Hogerlinden | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Pieter van Hogerlinden | |
| Geboorteplaats | 's-Hertogenbosch | |
| Geboortedatum | 27 januari 1692 | |
| Overl.plaats | Helmond | |
| Overl.datum | 19 februari 1736 | |
| Partner(s) | Maria Charlotte Sterck | |
| Beroep(en) | schoolmeester koster deurwaarder | |
Pieter van Hogerlinden (1692-1736) was van 1722 tot 1730 schoolmeester te Vlierden en vervolgens deurwaarder in Helmond.
Hij huwde op juli 1713 in 's-Hertogenbosch met Maria Charlotte Sterk. Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren. Zijn vier oudste kinderen werden Nederduits Gereformeerd gedoopt in de kapel van Vlierden:
- Cornelia, (Vlierden 14 februari 1723).
- Adriana, (Vlierden 11 maart 1725).
- Gerardus, (Vlierden 12 maart 1727 - Deurne 15 februari 1797). Hij huwde met Jacoba Gerardina Jacobs.
- Wilhelmus, (Vlierden 14 augustus 1729).
- Hendrik Dirk, (Helmond 21 september 1732). Hij huwde met Johanna Amarens Dame (Vessem 1740-1780 Helmond).
- Elisabeth, (Helmond 12 december 1734).
In 1717 werd hij benoemd tot schoolmeester, koster, voorlezer en zanger te Sint-Kruis in Zeeuws-Vlaanderen. Het jaar daarop volgde zijn benoeming in dezelfde functies te Oudenbosch.
Op 13 maart 1722 werd hij aan aangesteld als schoolmeester van Vlierden als opvolger van Daniël van Esch.
Hij had moeite om rond te komen van zijn salaris en daarom richtte hij in 1724 een verzoek aan de Raad van State om dezelfde beloning te ontvangen als elders in de Meierij aan de schoolmeesters werd gegeven. In de meeste dorpen was de schoolmeester tevens koster en ontving hij elk jaar 36 gulden voor het opdraaien van de dorpsklok. Maar in de Vlierdense toren was geen klok en daarom moest hij dat bedrag missen. De Raad van State liet de beslissing hieromtrent over aan de rentmeester van de Geestelijke Goederen en aan de Vlierdense regenten.[1]
Dat het geen vetpot was in het gezin Van Hogerlinden bleek toen hij in 1728 door drossaard Pieter de Cort voor het gerecht gedaagd werd. Hij was toen niet in staat om zich met eigen middelen te verdedigen en verzocht om pro Deo een advocaat te krijgen.[2]
Toen in november 1729 met het overlijden van Hendrik Rijsterberg het deurwaardersambt van het kwartier Peelland vrijkwam, solliciteerde hij met succes naar dat ambt.[3] Zijn opvolger voor de klas in Vlierden was Antonie Heijcoop.
Toen hij het deurwaardersambt kreeg verhuisde hij in 1730 naar Helmond. Daar overleed hij in 1736. Zijn weduwe moest vervolgens van den publique aalmoezie leven. Als zijn opvolger in Helmond solliciteerden zowel Johan Francois Walraven als de Deurnese vorster Michiel van Schaijk. Van Schaijk verwierf het deurwaardersambt ook.
Bronnen, noten en/of referenties
|