U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Politie: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:12.915.jpg|thumb|400px|Links het voormalig politiebureau aan de Martinetstraat. Het trapje rechts was de opgang naar de gemeentelijke sociale dienst.<br>Foto: collectie Ton Hartjens]]
[[Bestand:12.915.jpg|thumb|400px|Links het voormalig politiebureau aan de Martinetstraat. Het trapje rechts was de opgang naar de gemeentelijke sociale dienst.<br><small>Foto collectie Ton Hartjens</small>]]
[[Bestand:04.879.jpg|thumb|400px|Het gebouw van de politie en het [[Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf]] aan de Martinetstraat.]]
[[Bestand:04.879.jpg|thumb|400px|Het gebouw van de politie en het [[Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf]] aan de Martinetstraat.]]
Door de eeuwen heen zorgde ook in Deurne de '''politie''' voor handhaving van de wet, rust en orde in het dorp en arrestatie en bekeuring van wetsovertreders. Vroege benamingen van de politieagent waren ''veldwachter, [[vorster]], dorpsdienaar'' en ''[[schutter]]''. De direct verantwoordelijke voor het functioneren van de politie was de schout of drossaard en na 1811 de burgemeester.


Functionarissen van de '''Politie''' brachten tegen vergoeding arrestanten in hun eigen woning onder. Dit vormde één van de vele nevenverdiensten die de politieagent in vroeger tijd had.


De voorlopers van de huidige politie, de dienaren van de schout, hadden goede redenen om te klagen over hun inkomsten. Zij moesten leven van een karig jaarsalaris en hun verdere neveninkomsten, een vetpot was dit zeker niet. Temeer niet omdat kleding en wapenuitrusting voor eigen rekening waren. Vandaar dat bijverdiensten, zoals het tegen vergoeding in eigen huis onderbrengen van arrestanten, welkom waren.


De voorlopers van de huidige politie, de dienaren van de schout, hadden reden genoeg om te klagen over hun inkomsten. Zij moesten leven van een karig jaarsalaris en hun verdere neveninkomsten, een vetpot was dit zeker niet. Temeer niet omdat kleding en wapenuitrusting voor eigen rekening waren. Vandaar de bijverdiensten. Zo was het de gewoonste zaak dat de dienaren van een schout een bordeel hielden. Dit was overigens voor zover bekend in [[Deurne]] of [[Vlierden]] niet het geval.
De taak van de politie was aanvankelijk nog erg beperkt. Zorgen voor orde en veiligheid was in principe de taak van de schutterij, het" stedelijke leger", en 's nachts hield de stadswacht (zie bijvoorbeeld Rembrandts beroemde schilderij) toezicht. Ander mooi voorbeeld is de [[nachtwacht]]. die in 1807 in [[Vlierden]] gehouden werd.
 
In Groningen hadden wetsdienaren er een handje van om geregeld een inval te doen in huizen van plezier, waarbij rijkgevulde beurzen tijdens de fouillering plotseling verdwenen. Onschuldiger was de extra zakcent van hun stadsgenoot schout Philips Nix, die blijkens een krantenadvertentie uit 1872 ook handelde in medicijnen. Weer anderen leverden lijkkisten.
 
De taak van de politie was aanvankelijk nog erg beperkt. Zorgen voor orde en veiligheid was in principe de taak van de schutterij, het" stedelijke leger", en 's nachts hield de stadswacht (zie bijvoorbeeld Rembrandts beroemde schilderij) toezicht. Ander mooi voorbeeld is de [[Nachtwacht]] in 1807 in de [[Vlierden]].


In de middeleeuwen kende men zelfs helemaal geen politie. Toen eind vijftiende, begin zestiende eeuw een schout of schulte werd benoemd, bestond diens voornaamste taak uit controle op kroegen en bordelen. Zijn verantwoordelijkheden breidden zich langzaam maar zeker uit. Ontzag ontleenden de wetsdienaren vooral aan hun bewapening, zoals een hellebaard, spies, goedendag, waakhoorn, klap-, hand- en voetboeien en een brandmerkijzer. In de negentiende eeuw werd dit arsenaal merendeels vervangen door een pistool. Toen hadden zich bij de politie reeds ingrijpende veranderingen voorgedaan.
In de middeleeuwen kende men zelfs helemaal geen politie. Toen eind vijftiende, begin zestiende eeuw een schout of schulte werd benoemd, bestond diens voornaamste taak uit controle op kroegen en bordelen. Zijn verantwoordelijkheden breidden zich langzaam maar zeker uit. Ontzag ontleenden de wetsdienaren vooral aan hun bewapening, zoals een hellebaard, spies, goedendag, waakhoorn, klap-, hand- en voetboeien en een brandmerkijzer. In de negentiende eeuw werd dit arsenaal merendeels vervangen door een pistool. Toen hadden zich bij de politie reeds ingrijpende veranderingen voorgedaan.


In de Franse tijd (1795-1814) was bijvoorbeeld bepaald, dat een wetsdienaar minstens moest kunnen lezen, schrijven en een beetje rekenen. De schout werd voortaan commissaris genoemd. Hij werd aangesteld op grond van zijn kwaliteiten en niet langer op grond van een duur klinkende naam. In 1810 ontstond bovendien naast stedelijke politie een rijkspolitie.
In de Franse tijd (1795-1814) was bijvoorbeeld bepaald, dat een wetsdienaar minstens moest kunnen lezen, schrijven en een beetje rekenen. De schout werd voortaan commissaris genoemd. Hij werd aangesteld op grond van zijn kwaliteiten en niet langer door aankoop of vererving van zijn functie. In 1810 ontstond bovendien naast stedelijke politie een rijkspolitie.


Na de laatste eeuwwisseling moest oom agent zelfs examens afleggen en in 1921 werd een politieschool opgericht. Iets eerder, in 1912, was de eerste "tante agente" het Rotterdamse straatbeeld komen opfleuren.
Na de laatste eeuwwisseling moest oom agent zelfs examens afleggen en in 1921 werd een politieschool opgericht. Iets eerder, in 1912, was de eerste "tante agente" het Rotterdamse straatbeeld komen opfleuren.


Sinds 1959 luidt het devies van de gemeentepolitie "Vigilat ut Quiescant" (hij waakt opdat zij kunnen rusten). Deze spreuk is ontleend aan de oude Franse nachtwakers.  
Van 1959 tot 2008 luidde het devies van de gemeentepolitie ''Vigilat ut quiescant'' (hij waakt opdat zij kunnen rusten). Tegenwoordig is het motto van de politie ''Waakzaam en dienstbaar''.
 
De [[rijkspolitie Deurne]] beschikte in [[Liessel]] lange tijd over een woning aan de [[Mgr. Berkvensstraat 3a]] die tevens dienst deed als politiepost en voorzien was van een cel waar licht gestraften een of meerdere nachtjes in moesten doorbrengen. De ''gasten'' genoten dan ''vol pension'' en de echtgenote van de betreffende politieman kreeg voor de verstrekte gastvrijheid een financiële vergoeding.  


De [[rijkspolitie Deurne]] beschikte in [[Liessel]] lange tijd over een woning aan de [[Mgr. Berkvensstraat 3a]] die tevens dienst deed als politiepost en voorzien was van een cel waar lichtgestraften een of meerdere nachtjes in moesten doorbrengen. De “gasten” genoten dan “vol pension” en de echtgenote van de betreffende politieman kreeg voor de "verstrekte gastvrijheid" een financiële vergoeding. In 1943 werd [[Theodorus Johannes Koenders (1896-1974)|Theo Koenders]]  uit Venlo als groepscommandant van de Rijkspolitie in Deurne aangesteld. Hij ging wonen in huize [[Landzicht (Stationsstraat)|Landzicht]] aan de Stationsstraat A.53 (na 1953 nr. 59) in Deurne dat destijds ook het [[Politiebureau aan de Stationsstraat|politiebureau]] van Deurne was en waar ook diverse arrestantenverblijven aanwezig waren.
In 1943 werd [[Theodorus Johannes Koenders (1896-1974)|Theo Koenders]]  uit Venlo als groepscommandant van de Rijkspolitie in Deurne aangesteld. Hij ging wonen in huize [[Landzicht (Stationsstraat)|Landzicht]] aan de Stationsstraat A.53 (na 1953 nr. 59) in Deurne dat destijds ook het [[Politiebureau aan de Stationsstraat|politiebureau]] van Deurne was en waar ook diverse arrestantenverblijven aanwezig waren.


===Bronnen===
{{Appendix|2=
*"De geschiedenis van de Politie" in: ''[[Paraat]]'' (personeelsblad [[Gemeentepolitie Deurne]]) – jaargang oktober 1992, nr. 4. blz. 25-27 (met referte aan het krantenartikel "Plus op maandag" uit het  Dagblad voor Noord-Limburg van 8 september 1986)
*''De geschiedenis van de Politie'' in: ''[[Paraat]]'', het personeelsblad van [[Gemeentepolitie Deurne]]) – jaargang oktober 1992, nr. 4. blz. 25-27 (met referte aan het krantenartikel ''Plus op maandag'' in het  Dagblad voor Noord-Limburg van 8 september 1986).
*Archief Frans van Bussel
*Archief Frans van Bussel  
----
{{references}}
}}


<gallery widths="300" heights="200" caption="">
20.686.jpg|De opening van het [[politiebureau aan de Zandbosweg]] in 1972.<br><small>foto collectie Harrie Aspers</small>
20.682.jpg|Beëdiging in juli 1975 door [[burgemeester Hoebens]].<br><small>foto collectie Harrie Aspers</small>
24.723.jpg|De politie vangt in 1978 1400 kilo hash in [[Helenaveen]].<br><small>foto Pierre van de Meulenhof</small>
20.720.jpg|Afscheid van brigadier Oostrom in augustus 1978.<br><small>foto collectie Harrie Aspers</small>
01.435.JPG|Beëdiging van drie nieuwe agenten in 1980.<br><small>foto collectie gemeente Deurne</small>
20.753.jpg|Beëdiging van reservisten in 1987 door [[burgemeester Van Genabeek]].<br><small>foto collectie Harrie Aspers</small>
19.273.jpg|Politie met corpschef Wouters en burgemeester Van Genabeek.<br><small>foto Weekblad voor Deurne</small>
</gallery>
[[Categorie:Gezagsdrager]]
[[Categorie:Gezagsdrager]]
[[categorie:historisch feitje]]
[[Categorie:Politie]]
[[Categorie:Politie]]

Huidige versie van 17 apr 2019 om 22:21

Links het voormalig politiebureau aan de Martinetstraat. Het trapje rechts was de opgang naar de gemeentelijke sociale dienst.
Foto collectie Ton Hartjens
Het gebouw van de politie en het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf aan de Martinetstraat.

Door de eeuwen heen zorgde ook in Deurne de politie voor handhaving van de wet, rust en orde in het dorp en arrestatie en bekeuring van wetsovertreders. Vroege benamingen van de politieagent waren veldwachter, vorster, dorpsdienaar en schutter. De direct verantwoordelijke voor het functioneren van de politie was de schout of drossaard en na 1811 de burgemeester.


De voorlopers van de huidige politie, de dienaren van de schout, hadden goede redenen om te klagen over hun inkomsten. Zij moesten leven van een karig jaarsalaris en hun verdere neveninkomsten, een vetpot was dit zeker niet. Temeer niet omdat kleding en wapenuitrusting voor eigen rekening waren. Vandaar dat bijverdiensten, zoals het tegen vergoeding in eigen huis onderbrengen van arrestanten, welkom waren.

De taak van de politie was aanvankelijk nog erg beperkt. Zorgen voor orde en veiligheid was in principe de taak van de schutterij, het" stedelijke leger", en 's nachts hield de stadswacht (zie bijvoorbeeld Rembrandts beroemde schilderij) toezicht. Ander mooi voorbeeld is de nachtwacht. die in 1807 in Vlierden gehouden werd.

In de middeleeuwen kende men zelfs helemaal geen politie. Toen eind vijftiende, begin zestiende eeuw een schout of schulte werd benoemd, bestond diens voornaamste taak uit controle op kroegen en bordelen. Zijn verantwoordelijkheden breidden zich langzaam maar zeker uit. Ontzag ontleenden de wetsdienaren vooral aan hun bewapening, zoals een hellebaard, spies, goedendag, waakhoorn, klap-, hand- en voetboeien en een brandmerkijzer. In de negentiende eeuw werd dit arsenaal merendeels vervangen door een pistool. Toen hadden zich bij de politie reeds ingrijpende veranderingen voorgedaan.

In de Franse tijd (1795-1814) was bijvoorbeeld bepaald, dat een wetsdienaar minstens moest kunnen lezen, schrijven en een beetje rekenen. De schout werd voortaan commissaris genoemd. Hij werd aangesteld op grond van zijn kwaliteiten en niet langer door aankoop of vererving van zijn functie. In 1810 ontstond bovendien naast stedelijke politie een rijkspolitie.

Na de laatste eeuwwisseling moest oom agent zelfs examens afleggen en in 1921 werd een politieschool opgericht. Iets eerder, in 1912, was de eerste "tante agente" het Rotterdamse straatbeeld komen opfleuren.

Van 1959 tot 2008 luidde het devies van de gemeentepolitie Vigilat ut quiescant (hij waakt opdat zij kunnen rusten). Tegenwoordig is het motto van de politie Waakzaam en dienstbaar.

De rijkspolitie Deurne beschikte in Liessel lange tijd over een woning aan de Mgr. Berkvensstraat 3a die tevens dienst deed als politiepost en voorzien was van een cel waar licht gestraften een of meerdere nachtjes in moesten doorbrengen. De gasten genoten dan vol pension en de echtgenote van de betreffende politieman kreeg voor de verstrekte gastvrijheid een financiële vergoeding.

In 1943 werd Theo Koenders uit Venlo als groepscommandant van de Rijkspolitie in Deurne aangesteld. Hij ging wonen in huize Landzicht aan de Stationsstraat A.53 (na 1953 nr. 59) in Deurne dat destijds ook het politiebureau van Deurne was en waar ook diverse arrestantenverblijven aanwezig waren.

Bronnen, noten en/of referenties
  • De geschiedenis van de Politie in: Paraat, het personeelsblad van Gemeentepolitie Deurne) – jaargang oktober 1992, nr. 4. blz. 25-27 (met referte aan het krantenartikel Plus op maandag in het Dagblad voor Noord-Limburg van 8 september 1986).
  • Archief Frans van Bussel