U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Schans (Neerkant)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
De Schans bij Neerkant.
Foto: collectie Peter Vink
Tussen Neerkant en Meijel op de Schans toen de tram van de L.T.M. nog voor de deur liep omstreeks 1925.
Foto: collectie gemeente Deurne

De Schans is een van de gehuchten van Neerkant.


Na de bouw van kerk en klooster aan het einde van de 19e eeuw kan van een echt dorp gesproken worden. Daarvoor bestond Neerkant uit een serie gehuchten op een smalle dekzandrug. De Schans was een van deze gehuchten.

Waarschijnlijk ontleent het gehucht zijn naam aan de vroegere aanwezigheid van een schans, een verdedigingswerk van waaruit men vijandelijke legers kon bestoken en/of waarheen de omwonenden bij vijandelijke aanvallen konden vluchten en hun vee in veiligheid brengen.

De vroegste vermelding van Schans is van 1538. In dat jaar is sprake van een stuk beemd, genaamd den Schansen.[1] Het is onduidelijk of het hier gaat om de Schans nabij Meijel. Zeker is dat de Schans identiek is aan de Potterschans, die in 1690 voor het eerst vermeld werd.[2]

In 1727 had er een merkwaardig voorval plaats op de Schans. Johann Gottfried Preller, een Duitser afkomstig uit een stadje bij Leipzig, besloot in het najaar van 1727 om zich te gaan aanmelden als vrijwilliger in dienst van de V.O.C. Maar op zijn voettocht naar de Nederlanden werd hij door een list geronseld voor het Pruisische leger. Hij wist met veel moeite te ontsnappen en vervolgde zijn weg naar het westen.
Om de kans zo klein mogelijk te maken dat hij alsnog door het Duitse leger in de kraag gegrepen zou worden, besloot hij om over kleine landweggetjes via Venlo naar Den Bosch te lopen.
Toen hij nabij de Schans kwam, hij had zelf geen idee waar of in welk land hij vertoefde, meende hij in de verte blauw geüniformeerde Pruisische soldaten met het geweer op de schouder te zien liepen. Hij stond doodangsten uit, maar kon zich gelukkig binnen de aanwezige schans schuilhouden. Toen hij later nog eens goed keek bleken het geen soldaten te zijn maar turfstekers die in hun blauwe kiel met hun gereedschap op de schouder onderweg waren naar de turfvelden.[3]


Referenties
  1. RHCe - Recht. arch. Deurne inv.nr. 73 Blad 1 v d.d. 1 fenruari 1538
  2. RHC-e - Recht. arch. Deurne inv.nr. 103 folio 104 tm 108 d.d. 29 november 1692
  3. Jos Gommans - "Een Fata Morgana in de Peel - Gottfried Prellers tocht langs de Heitrak naar Deurne in 1727"