U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Sint-Willibrordusput

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Foto: collectie Peter Vink

Ten zuiden van de Neerkant staat op de grens met Meijel nog de Sint-Willibrordusput.


Putje tussen de Neerkant en Meijel waar volgens overlevering een door de Germanen gebruikte bron was die in het begin van de 8e eeuw door Sint-Willibrordus als doopput zou zijn gebruikt. Het water is mineraalachtig en werd tot in het begin van de 20e eeuw tegen oogziekten aangewend. Het putje werd in 1325 voor het eerst vermeld bij de uitgifte van de gemeenschappelijke gronden door de hertog van Brabant aan de inwoners van Deurne, terwijl het in 1367 genoemd werd als grenspunt van de gemene gronden van de inwoners van Asten gelegen op Luttel Meijel. Het is nog steeds het grenspunt van de gemeente Deurne, Asten en Meijel, was vroeger dat van de vorstendommen Brabant en Horne en tegenwoordig van de provincies Noord-Brabant en Limburg. In 1548 werd bij ‘Sint Wilbordts Putte staende in seecker velt bij eene eycke’ tussen Meijel, Deurne en Asten een grenssteen geplaatst, welke in 1761 vervangen werd door een van Naamse steen, die aan de ene zijde de leeuw van de Zeven Geünieerde Provinciën draagt (waartoe Brabant behoorde) en aan de andere zijde de Oostenrijkse adelaar van Opper-Gelre (waartoe Meijel toen behoorde), waarvan men nu nog een replica aantreft. Rond 1900 vond men de bron opnieuw terug, waaromheen toen op initiatief van de Meijelse pastoor Wouters de nog bestaande put met dak is gebouwd.