U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Thuiskomstlied voor de Indiëgangers uit de Sint-Jozefparochie

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Onderstaand thuiskomstlied werd tijdens een feestavond voor de behouden thuiskomst in 1950 van alle dienstplichtige militaire Indiëgangers uit de Sint-Jozefparochie, die in 1949-1950 hadden moeten deelnemen aan de strijd tegen de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië. De tekst van het lied werd samengesteld door Lies Franssen en Leentje Kuijten.


De tekst is opgenomen in het boek Deze herinnering wil ik bewaren.

THUISKOMSTLIED[bewerken | brontekst bewerken]

Vanavond vieren wij een feest
Zoals er nooit is geweest
Terug is nu weer elk soldaat
Die stond in Indië steeds paraat.

Al was het er niet altijd safe
Niet een was er die achterbleef
Al was het wel op 't kantje af,
Dat drie ontsnapten aan het graf.

Sjaak Slegers, die was nummer één,
Hij raakte gewond aan 't been
Hij ontsnapte gelukkig aan het gespuis
Zodoende was hij het eerste thuis.

Jan van der Loo was nummer twee
Toch was men thuis nog niet tevree
Maar er was nu één schaap over de dam
Als het tweede nu ook gauw maar kwam.

Nummer drie was Van de Westerlo
En zijn voornaam die is Jo
O, wat was die Jo toch blij
Toen hij zag weer al die hei.

Sergeant Aarts was nummer vier
Maar hij is al niet meer hier.
Hij stapte weer opnieuw aan boord
En vertrok naar een ander oord.

Toen was Jan Aarts aan de beurt
Heel de straat die was gekleurd
Met de rood wit blauwe vlag
Ja, dat werd een schone dag.

Twee maanden gingen er toen heen
Vóór dat Karel Verspaij verscheen
Zijn buurman kreeg hiervan zo'n spijt
Dat hij ging naar de eeuwigheid.

Van Dinther kwam al na een week
Op z'n kop stond toen 't Vreek
Toen hij ging zei Tinus: "Wie doet me wat
als ik erpels heb, dan heb ik zat."

Na een dag of drie, is dat niet gauw
Jubelde de woningbouw
Leo kwam met zijn gitaar
Voor de radio zong hij, zo waar.

Toen vastenavond kwam in zicht
Kwam er weer zo'n blij bericht
Wim van der Loo kwam Deurne in
Dat was de tweede uit het gezin.

Op februari, twintig acht
Toen kwamen er een hele vracht
van der Heijden, Claassen en Oosterveen
Heel de parochie was op de been.

Jan van der Heijden kreeg een lading lood
Gelukkig ging hij nog niet dood
Hij zei: "Van Indië heb ik zat,
Ik heb liever een paard onder mijn gat".

Toen kwam de langste van het stel
Hij woont in 't Derp, dat weet je wel
Voor de deur verrees, een ereboog
Speciaal voor Leo, extra hoog.

Frits van Deurssen als vliegenier
Kwam mooi met de boot naar hier
Al vond hij 't op het vliegveld fijn,
Hij zit liever op de trein.

Vijftien waren er nu al thuis
En zestien niet ver van huis
Zo tegen Pasen, wat een bof
Kwam Harrie Nouwen, met groot verlof.

Jan van Calis, dat viel niet mee
Vierde Pasen op de zee
Thuis gekomen zei die Jan:
"Geef me eerst gauw 'n paar klompen an."

Gekomen was de lieve mei
Wat waren ze bij Venner blij
De blauwe bus bracht veilig vlug
Zoon Mies in 't ouderlijk huis terug.

Gewond raakte ook Gijsbers Frans
Hij ontsprong nog net de dans
Hij kwam bij Petrus vast te vroeg
Omdat hij hem weer naar de aarde joeg.

Op de boerderijtjes was het niet pluis
Daar kwam Piet van Helmond thuis
Heel het huis werd opgesierd
Zo werd zijn thuiskomst daar gevierd.

De vierde juni van dat jaar
Toen kwamen er vier tegelijk, zowaar
Van Moorsel, Lenard en Martens, Jo
Harry Aarts en Tabor saam in Co.

De volgende boot bracht Huub van Bree
En Karel Nouwen mee
Daarop zat ook Antoon van de Rijt
Voor de kermis kwamen ze, over tijd.

Op een mooie zomerdag
Kwam Toon Beijers voor de dag
Thuisfront kwam zoals gewoon
Ook met gelukwensen bij Toon.

Oktober was gekomen al
Cor Martens zette voet aan wal
Men wachtte, maar wie had dat gedacht
Hij kwam pas midden in de nacht.

Van de Broek, kwam pas in Indië aan (Jo)
Toen de opstand was gedaan
Zijn ouders verhuisden naar Mierlo toe
Hij kwam wel thuis, maar ik weet niet hoe.

Het wachten was nu nog op één
Daar ging lange tijd mee heen
Nol was bang, vast van de kou
Omdat hij maar niet komen wou.

Eindelijk kwam de blijde maar !!
Dat men hem kon verwachten, daar
De buurt versierde heel 't huis
Men bracht Nol mooi per taxi thuis

Wij leefden innig met U mee
Zolang gij waardt, ginds over zee
Gij deed uw plicht, zoals verwacht
Wij steunden U uit alle macht.

De samenwerking houde stand
Ook in parochieël verband
Dat hopen wij en wensen nu
Gezellige avond allen, U.