U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Wouter van Oosterhout (1654-1723)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Anton V (overleg | bijdragen) op 10 mrt 2014 om 23:04
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Wouter van Oosterhout (1644-1700)
Persoonsinformatie
Volledige naam Wouter Hendrik van Oosterhout
Roepnaam Wouter Trapmans
Geboorteplaats Deurne
Geboortedatum in 1654
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 27-03-1723
Partner(s) 1. Anne Hikspoors 2. Heijlke Jan Melis
Beroep(en) Pottenbakker Schepen en armmeester


Wouter van Oosterhout Trapmans de zoon van pottenbakker Hendrik Wouter van Oosterhout en Jenneke Dries Everts. Dankt zijn bijnaam vanwege het potten maken op de schopschijf.


Wouter Hendricx Trapmans, was op 25 augustus 1681 in de herberg van Abraham van Hoeck en is daar toen afgeslagen door Aert Evert den Booij . Er was geen enkel rede voor een ruzie en Wouter smeekte Aert, hem niet opnieuw aan te vallen. Wouter gaf daarop hem enige penningen om hem tevreden te stellen en niet opnieuw te worden aangevallen door Aert. Wouter woonde te Deurne in de "straet die door de Kuelit naer de Peel" loopt.

Toen op 25 mei 1706 herberg de Zwaan afbrandde was daar ook Wouter Hendrickx van Oosterhout.

Hendrik Nicolaas Ouwerling schreef hierover:

Den 25en Mei 1706 brandde De Zwaan tot den grond toe af. Op genoemden ongeluksdatum tusschen 9 en 10 uren in den voormiddag waren in de herberg aanwezig de oud schepen armmeester Wouter Hendrickx van Oosterhout en de oud schutter Lambert Wilberts. Zij dronken er een borrel. Behalve deze beiden bevonden zich ook nog twee lui van buiten in 't locaal. De weduwe was bezig met jenever te stoken of te distilleeren. Bij de bezoekers komende, zeide ze: "lck moet eens naar den ketel of naer 't stoken zien". Aanstonds hoorde men nu de vrouw roepen: "Hulp! Brand!" Terstond zijn de twee mannen met een emmer of ketel met water er heen geloopen; maar zij zagen toen, dat er geen redden meer aan was, wijl de vlam reeds uit het dak sloeg "recht boven aen het schouwken van den ketel". Van Oosterhout deed nog wel zijn best om den brand te blusschen, maar hij kon hem niet meester worden, zoodat weldra alles in lichtelaaie stond. De menschen waren om zoo te zeggen geruïneerd. De huizing is niet direct opgebouwd.

Uit het eerste huwelijk van Wouter met Anneke Hikspoors werd geboren zoon Willem van Oosterhout. Willem werd in 1704 kapelaan te Gemert en in 1717 pastoor te Uden op Bedaf, een schuurkerkje staande net over de grens in het land van Ravenstein waar alle omliggende dorpen hun kinderen lieten dopen. Willem had naast een huisje in Uden, ook twee huizen in de Hoofschestraat te Grave, welke later de stiefzuster van hem erfde.