Bewerken van Johannis Martens (1832-1885)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 33: | Regel 33: | ||
Hij was klompenmaker in Venray. Op 27 maart 1868 verhuisde hij met zijn jonge gezin naar de Kulert in Deurne op het adres B.84. | Hij was klompenmaker in Venray. Op 27 maart 1868 verhuisde hij met zijn jonge gezin naar de Kulert in Deurne op het adres B.84. | ||
Na het overlijden van zijn vader verhuisde hij in 1878 naar diens huis aan de Merlenberg B.62, later gewijzigd in B.100 en B.116. Waarschijnlijk gaf hij toen ook het beroep van klompenmaker op en werd hij landbouwer. | |||
Na zijn overlijden verkocht zijn weduwe op 18 november 1887 voor duizend gulden het onroerend goed aan de [[Vlierden]]se landbouwer [[Theodorus Manders (1865-1941)|Theodorus Manders]].Tien dagen later deed zij bij een openbare verkoop ook nog wat roerend goed van de hand. De opbrengst daarvan was ruim 64 gulden. Op 25 juli 1888 werden door haar ook veldvruchten verkocht, daarvan was de opbrengst ƒ 172,25.<ref>RHCe toegang 15180 Adrianus Rovers, notaris Asten, Repertoria 1879-1895 inv.nr. 152. nrs. 240, 246 en 192</ref> | Na zijn overlijden verkocht zijn weduwe op 18 november 1887 voor duizend gulden het onroerend goed aan de [[Vlierden]]se landbouwer [[Theodorus Manders (1865-1941)|Theodorus Manders]].Tien dagen later deed zij bij een openbare verkoop ook nog wat roerend goed van de hand. De opbrengst daarvan was ruim 64 gulden. Op 25 juli 1888 werden door haar ook veldvruchten verkocht, daarvan was de opbrengst ƒ 172,25.<ref>RHCe toegang 15180 Adrianus Rovers, notaris Asten, Repertoria 1879-1895 inv.nr. 152. nrs. 240, 246 en 192</ref> |