Bewerken van Rode loop
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 5: | Regel 5: | ||
==De rode loop van 1747== | ==De rode loop van 1747== | ||
De uitbraak van de rode loop in 1747 was in Deurne op | De uitbraak van de rode loop in 1747 was in Deurne op 11 of 11 september van dat jaar. Volgens een opgave zouden er in de maanden oktober tot december 1747 in Deurne zeventien doden door deze ziekte te betreuren. Volgens onderstaande lijst is het aantal aanzienlijk hoger en waren er tenminste 51 doden. | ||
Dat de uitbraak op grote schaal van een besmettelijke ziekte ook zorgde voor maatschappelijke ontwrichting spreekt voor zich. Zo kregen de bestuurders van Deurne en Vlierden tijdens de ''Oostenrijkse Successieoorlog 1740-1748'' op 30 oktober 1747 van hogerhand de aanschrijving om met een achttal paarden, karren en voerlui naar Boxtel te komen om hand- en spandiensten voor het leger te verrichten. Men besefte hier wel dat met gemiddeld dagelijks vier dodelijke slachtoffers ten gevolge van deze ziekte, men op dit verzoek onmogelijk kon ingaan. Daarom werd op 31 oktober, daags voordat zij zich op het Marktveld in Boxtel moesten melden, vanuit Deurne en Vlierden een verzoekschrift ingediend om aan die oproep voorlopig geen gevolg te hoeven geven zolang de besmettelijke ziekte heerste. Ook de personen die de rode loop gekregen hadden en waren hersteld, waren nog ''te debiel en te zwak'' om naar Boxtel te gaan. Ook werd gevraagd om de prins van Oranje en luitenant-generaal Burmania, de hoogste kwartiermeester van het leger, op de hoogte brengen van de toestand in de Deurne en Vlierden. Daarbij hoorde ook een smeedbede om de rondtrekkende milities niet bloot te stellen aan de besmettelijke rode loop en de beide dorpen voorlopig te vrijwaren van inkwartiering van marcherende troepen.<ref>Resoluties van de Raad van State 1703-1748 Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) toegangsnummer 178 inventarisnummer 356 folio 45 verso - regesten Henk Beijers.</ref> | Dat de uitbraak op grote schaal van een besmettelijke ziekte ook zorgde voor maatschappelijke ontwrichting spreekt voor zich. Zo kregen de bestuurders van Deurne en Vlierden tijdens de ''Oostenrijkse Successieoorlog 1740-1748'' op 30 oktober 1747 van hogerhand de aanschrijving om met een achttal paarden, karren en voerlui naar Boxtel te komen om hand- en spandiensten voor het leger te verrichten. Men besefte hier wel dat met gemiddeld dagelijks vier dodelijke slachtoffers ten gevolge van deze ziekte, men op dit verzoek onmogelijk kon ingaan. Daarom werd op 31 oktober, daags voordat zij zich op het Marktveld in Boxtel moesten melden, vanuit Deurne en Vlierden een verzoekschrift ingediend om aan die oproep voorlopig geen gevolg te hoeven geven zolang de besmettelijke ziekte heerste. Ook de personen die de rode loop gekregen hadden en waren hersteld, waren nog ''te debiel en te zwak'' om naar Boxtel te gaan. Ook werd gevraagd om de prins van Oranje en luitenant-generaal Burmania, de hoogste kwartiermeester van het leger, op de hoogte brengen van de toestand in de Deurne en Vlierden. Daarbij hoorde ook een smeedbede om de rondtrekkende milities niet bloot te stellen aan de besmettelijke rode loop en de beide dorpen voorlopig te vrijwaren van inkwartiering van marcherende troepen.<ref>Resoluties van de Raad van State 1703-1748 Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) toegangsnummer 178 inventarisnummer 356 folio 45 verso - regesten Henk Beijers.</ref> |