Bewerken van Wilhelmus Martens (1764-1820)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 28: | Regel 28: | ||
# [[Theodore Martens (1811-1849)|Theodore (Theodorus)]], (Asten 21 februari 1811 - Helmond 6 december 1849). Hij huwde met Elisabeth de Wit (Turnhout 3 oktober 1814 - Vlierden 20 april 1889). | # [[Theodore Martens (1811-1849)|Theodore (Theodorus)]], (Asten 21 februari 1811 - Helmond 6 december 1849). Hij huwde met Elisabeth de Wit (Turnhout 3 oktober 1814 - Vlierden 20 april 1889). | ||
Zijn schoonvader Jan Verhoeven, die colporteur was, was ergens onderweg toen diens vrouw op 27 september 1803 van dat jaar overleed en zijn krankzinnige zoon Jan alleen achterbleef. Die werd tijdelijk verzorgd door de oude vrouw Teuntje Jan Wilbers. Het gemeentebestuur van Vlierden vond dat die toestand ontoelaatbaar | Zijn schoonvader Jan Verhoeven, die colporteur was, was ergens onderweg toen diens vrouw op 27 september 1803 van dat jaar overleed en zijn krankzinnige zoon Jan alleen achterbleef. Die werd tijdelijk verzorgd door de oude vrouw Teuntje Jan Wilbers. Het gemeentebestuur van Vlierden vond dat die toestand ontoelaatbaar en ontbood op 29 september, de dag van de begrafenis, Willem Martens met de vraag of hij de de zorg voor de nagelaten boedel en de krankzinnige zoon op zich wilde nemen. Willem Martens, die in grote armoede leefde, liet weten dat hij daartoe niet in staat was. De begrafeniskosten waren ook al voor rekening van de gemeente gekomen. Daarom werd besloten om de president-schepen [[Joannes Goossens (1760-1810)|Johannes Goossens]] en schepen [[Henricus de Smit (1745-1820)|Hendrik Smits]] aan te stellen als sekwesters van de nalatenschap en zorg te dragen voor de krankzinnige zoon. | ||
Op 18 oktober 1803 was Jan Verhoeven weer terug in Vlierden. Zijn vrouw had voor haar twee kinderen Willemijn en Jan een huisje met de hof en ''enige weinige erfhavelijke goederen'' nagelaten. Door de krankzinnigheid van zoon Jan en door tegenslag had Jan Verhoeven zich in de schulden gewerkt. Hij stelde voor om het huisje met de inboedel te verkopen, van de opbrengst zijn schulden af te lossen en het restant in drieën te verdelen, waarbij een derde naar de gemeente Vlierden zou gaan voor het onderhoud van zijn zoon Jan en een derde naar zijn schoonzoon Willem Martens. Deze laatste en de gemeente gingen met dat voorstel akkoord. | Op 18 oktober 1803 was Jan Verhoeven weer terug in Vlierden. Zijn vrouw had voor haar twee kinderen Willemijn en Jan een huisje met de hof en ''enige weinige erfhavelijke goederen'' nagelaten. Door de krankzinnigheid van zoon Jan en door tegenslag had Jan Verhoeven zich in de schulden gewerkt. Hij stelde voor om het huisje met de inboedel te verkopen, van de opbrengst zijn schulden af te lossen en het restant in drieën te verdelen, waarbij een derde naar de gemeente Vlierden zou gaan voor het onderhoud van zijn zoon Jan en een derde naar zijn schoonzoon Willem Martens. Deze laatste en de gemeente gingen met dat voorstel akkoord. | ||
Regel 38: | Regel 38: | ||
Op 14 mei 1807 ontving hij een ontlastbrief voor Asten ten behoeve van zijn drie in Vlierden geboren kinderen. | Op 14 mei 1807 ontving hij een ontlastbrief voor Asten ten behoeve van zijn drie in Vlierden geboren kinderen. | ||
{{DEFAULTSORT:Martens,Wilhelmus}} | {{DEFAULTSORT:Martens,Wilhelmus}} | ||
[[categorie:Martens|Wilhelmus]] | [[categorie:Martens|Wilhelmus]] |