Beersdonk: verschil tussen versies
(cijnsregister is exact gedateerd; voor voeging van Achterste Beersdonk bij parochie Brouwhuis zie 'Brouwhuis van boeren tot burgers') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| (Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
De '''Beersdonk''' is een | De '''Beersdonk''' is de naam van een tweetal gehuchten tussen [[Vlierden]] en [[Brouwhuis]]. | ||
De Beersdonk | De Beersdonk werd in het hertogelijk cijnsregister van 1340 vermeld als het goed ''ter Beersdonc'' en bestond lange tijd uit één cijnshoeve, waarvan de bewoners meestal ''van der Beersdonk'' heetten, wat later tot ''Verbeersdonk'' werd vervormd. Een nader onderscheid tussen de [[Voorste Beersdonk]] en [[Achterste Beersdonk]] werd toen nog niet gemaakt, wat doet vermoeden dat slechts één van beiden op dat moment al bestond. Zekerheid daarover hebben we echter niet. Op basis van een bezitsreconstructie mogen we aannemen, dat tenminste de Achterste Beersdonk al in de 14e eeuw bewoond was. | ||
In 1632 werden voor het eerst de [[Grote Beersdonk|Grote]] en [[Kleine Beersdonk]] genoemd. Het gaat hier zeer waarschijnlijk respectievelijk om de boerderijen met de latere adressen [[Heitveldweg 9]] en [[Heibergweg 5]]. Daarnaast ontwikkelde zich de Voorste Beersdonk, waarbij onduidelijk is of hier al in de late middeleeuwen een hoeve stond. We weten zeker dat er in 1736 op de Voorste Beersdonk twee boerderijen stonden. In 1792 stonden er negen huizen op de Beersdonk als totaal, waarvan twee of drie op de Voorste Beersdonk en derhalve zes of zeven op de Achterste Beersdonk. | |||
De Achterste Beersdonk werd in 1933 parochieel bij [[Brouwhuis]] ingedeeld, terwijl de Voorste Beersdonk tot de parochie Vlierden bleef behoren. Op 1 januari 1968 kwam er ook een burgerlijke scheiding tot stand, toen de Achterste Beersdonk overging naar de gemeente Helmond en de Voorste Beersdonk tot Deurne bleef behoren. | |||
==Literatuur== | |||
Literatuur | |||
*Henk Beijers en [[Pieter Koolen]] – [[Vlierdens Verleden 721-1926]] (Deurne 1996) blz. 173-177 | *Henk Beijers en [[Pieter Koolen]] – [[Vlierdens Verleden 721-1926]] (Deurne 1996) blz. 173-177 | ||
*Luuk Keunen - De Achterste Beersdonk" in [[D'n Uytbeyndel]]'' nr. 48 blz. 3-6 | *Luuk Keunen - De Achterste Beersdonk" in [[D'n Uytbeyndel]]'' nr. 48 blz. 3-6 | ||
Huidige versie van 23 aug 2017 om 18:13
De Beersdonk is de naam van een tweetal gehuchten tussen Vlierden en Brouwhuis.
De Beersdonk werd in het hertogelijk cijnsregister van 1340 vermeld als het goed ter Beersdonc en bestond lange tijd uit één cijnshoeve, waarvan de bewoners meestal van der Beersdonk heetten, wat later tot Verbeersdonk werd vervormd. Een nader onderscheid tussen de Voorste Beersdonk en Achterste Beersdonk werd toen nog niet gemaakt, wat doet vermoeden dat slechts één van beiden op dat moment al bestond. Zekerheid daarover hebben we echter niet. Op basis van een bezitsreconstructie mogen we aannemen, dat tenminste de Achterste Beersdonk al in de 14e eeuw bewoond was.
In 1632 werden voor het eerst de Grote en Kleine Beersdonk genoemd. Het gaat hier zeer waarschijnlijk respectievelijk om de boerderijen met de latere adressen Heitveldweg 9 en Heibergweg 5. Daarnaast ontwikkelde zich de Voorste Beersdonk, waarbij onduidelijk is of hier al in de late middeleeuwen een hoeve stond. We weten zeker dat er in 1736 op de Voorste Beersdonk twee boerderijen stonden. In 1792 stonden er negen huizen op de Beersdonk als totaal, waarvan twee of drie op de Voorste Beersdonk en derhalve zes of zeven op de Achterste Beersdonk.
De Achterste Beersdonk werd in 1933 parochieel bij Brouwhuis ingedeeld, terwijl de Voorste Beersdonk tot de parochie Vlierden bleef behoren. Op 1 januari 1968 kwam er ook een burgerlijke scheiding tot stand, toen de Achterste Beersdonk overging naar de gemeente Helmond en de Voorste Beersdonk tot Deurne bleef behoren.
Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Henk Beijers en Pieter Koolen – Vlierdens Verleden 721-1926 (Deurne 1996) blz. 173-177
- Luuk Keunen - De Achterste Beersdonk" in D'n Uytbeyndel nr. 48 blz. 3-6